Wat een heerlijk, wat een prachtig, wat een fantastisch boek! Een zalig mengsel van historische roman, bijna-magie, geestig en scherp en het eindigt nog goed ook. Al is het bepaald niet pijnloos. Genieten, dit is waarom lezen, waarom literatuur, het fijnste is wat er is.
Nu ik het uit heb en er een blogje over wil schrijven voel ik me een schoolmeisje - identificatie waarschijnlijk. Als ik een schoolmeisje zou zijn, zou ik moeten vertellen wat het thema is van het boek, en de boodschap, en de spanning. De karakters en de ontwikkeling. Ik zou iets moeten zeggen over de stijl en ik zou moeten argumenteren waarom dit literatuur is, kunst. Dat zou me allemaal nog niet meevallen, vooral omdat ik nog met m'n hoofd in de parfumwolken van de achttiende-eeuwse dames verkeer.
Ik kan nog niet uitmaken of ik nou het meest heb genoten van de taal en de humor, of van het verhaal. Ik heb nog nooit zoiets gelezen (en ik heb toch heus veel gelezen, ook dikke boeken in eenzelfde setting, ook Victoriaanse romans die maar een paar decennia later spelen). Sinds Rushdies Satanic Verses, sinds Atwoods The blind assassin, raakte ik niet meer zo opgewonden van zoiets nieuws. De auteur kan ik alleen maar mateloos bewonderen. Ik hoop dat ze nog veel meer gaat schrijven.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten