vrijdag 28 november 2008

Bombay

De aanslagen in Bombay (ik verdom het om het door Shiv Sena bedachte Mumbai te gebruiken) zijn van eenzelfde orde als de 9-11 aanslagen. Ze staan ook wel op de voorpagina’s, het journaal opent er ook wel mee, maar de wereld staat niet stil zoals toen. Het is maar India tenslotte. De schok is misschien minder groot omdat niemand India ooit zag als onaantastbaar, als supermacht. De aanslagen zijn ook minder spectaculair dan een boeing vol passagiers in een wolkenkrabber vliegen.
Maar er zijn zeker zoveel doden gevallen, de motieven van de terroristen zijn waarschijnlijk vergelijkbaar en in ieder geval net zo onduidelijk (wat is er te bereiken met het zaaien van ongerichte, algemene angst?) en de reacties van overheden net zo voorspelbaar. Er zal geen enkele gevangene worden vrijgelaten, strenge veiligheidsmaatregelen zullen de burgerlijke vrijheid aantasten, er volgt een politieke zwaai naar rechts. Voor de hele wereld is het beeld van de Islam als een terreurbeweging bevestigd, wapenhandelaren wrijven zich in hun handen want er zullen meer en grotere conflicten zijn.
Wat een sukkels, die terroristen. Gevaarlijk, beangstigend, en vooral dom. Als ik moslim was zou ik helemáál woest zijn. Je levensovertuiging, je manier van leven, je hele wereld wordt verengd en vernauwd tot iets wat niets meer te maken heeft met de spirituele groei die Mohammed beloofde.
Ook als niet-moslim ben ik geschokt, boos en bang. Ik baal er van dat de wereld, die mooi en rijk en interessant en gevarieerd en vrij was, zo langzamerhand vooral bedreigend en akelig en onvriendelijk wordt. Ik kan me niet eens meer verzetten tegen agressieve grenscontroles, discriminatie als primitieve vorm van risicoselectie, verlies van iedere vorm van privacy, het afbreken van rechtsbescherming, iedereen wil tenslotte worden beschermd tegen bommen en gijzelingen.

Het voordeel van onze relatieve desinteresse voor de aanslagen in Bombay, is dat we hier niet meteen nog drastischer veiligheidsmaatregelen zullen krijgen. Lang leve de provinciale mentaliteit!

woensdag 19 november 2008

Belediging

Wetgever en rechter moeten zich niet bemoeien met schelden, beledigen en grieven. Mensen kunnen elkaar de vreselijkste dingen naar het hoofd slingeren, tallozen worden tot het diepst van hun wezen gekrenkt en al dat gescheld is inderdaad afschuwelijk. Ik kan erover meepraten. Als vrouw, als ambtenaar, als witneus, als oudere dame en als jong grietje, als Hollander en als Limburger, als boekenwurm en als leeghoofdig sporter, te dik en te dun, elitair en plat, in al mijn hoedanigheden ben ik wel eens beledigd. Koorballen die aan meisjes refereren als gleuven, buitenlanders die stellen dat Nederlanders zo ongastvrij zijn, en aan iedere borreltafel maar weer opnieuw uitleggen dat we ook bij de overheid best hard werken.
De vrouw die luidkeels verkondigt dat ‘Hitler er nog een paar vergeten is’ beledigt natuurlijk vooral zichzelf. Wie wil er nog met zo’n maf wijf geassocieerd worden? Ze geeft een inkijk in haar onfrisse hoofd, en als onze vrije en geciviliseerde samenleving een beetje werkt dan zal ze daar een sociale afstraffing voor ondervinden.

Het beledigen en krenken (onnodig nog wel!) van god, groepen mensen of individuen, het moet allemaal uit het strafrecht en uit de wet. Leren omgaan met belediging is een essentieel element van opgroeien, net als de ontdekking dat je zelf voor schut staat als je een ander beledigt.

Laster en leugen, oproepen tot geweld of tot het afnemen van burgerrechten, en het schelden tegen een ambtenaar in functie moeten wèl juridisch kunnen worden verboden en bestraft. Het zijn uitingen die het goed functioneren van de democratische rechtsstaat belemmeren. Ongeacht de mate waarin een belasterde persoon zich gegriefd voelt moet de overheid ons beschermen tegen aanvallen op het systeem waarin ieders gelijkheid en vrijheid worden gegarandeerd.

dinsdag 11 november 2008

Schiphol moet groeien

Lang leve economische groei! Ik ben er blij mee, vooral met groei die voortkomt uit technologische ontwikkeling. Ik kan meer leuke dingen kopen, ik ben zekerder van een baan dan twintig jaar geleden, het maatschappelijk verkeer wordt er een stuk soepeler van. Economische groei is goed. Maar ten koste van wat? Wat hebben we ervoor over om ons huis vol te kunnen stouwen met roze ipods en verchroomde koffieapparaten? Het mag wat kosten wat ons betreft. We offeren ieder sprietje natuur op, onze nachtrust, vrije tijd, stressvrij werk, culturele studies en obscure hobbies. De vliegtuigen bulderen dag en nacht over ons heen, vrachtwagenkaravanen belemmeren het uitzicht op de weilanden buiten de stad, we zitten astmahijgend bij de dokter en we storten maar weer eens een donatie op de hulprekening voor arme landen, waar kleine boertjes hun produkten niet aan fort Europa kunnen verkopen.

Schiphol moet groeien, het moet, want de economie moet groeien. Is dat nou echt zo? Waren mensen honderd jaar geleden, in de veel ‘kleinere’ economie van toen, nou zoveel ongelukkiger dan wij?
Economische groei is echt geweldig. Maar het moet niet. Je mag blijven nadenken, ook als je beleid maakt over grote ingewikkelde onderwerpen.

vrijdag 7 november 2008

Winkelen

In de stad hangen posters waar ik echt onpasselijk van word. Een donkere mevrouw, een witte meneer en een kind en daaronder de bewering dat we ‘winkelen allemaal leuk vinden’. En dat heeft kennelijk iets met inburgeren te maken want dat woord staat er ook op.
Ik heb een ongelooflijke hekel aan winkelen. Er zijn weinig bezigheden die ik verschrikkelijker vind. Het allerergst is winkelen bij Albert Heijn, Blokker en Hennes & Maurits. De triestigheid van die standaard winkels met hun uniformen, logo’s en overal hetzelfde assortiment. Lelijke muziek, lelijke puien, lelijke mensen en lelijke ruimtes. Het moet af en toe, ik heb ook schoenveters en tandpasta nodig, maar de confrontatie met het domme consumentisme, je intellect slechts gebruiken om financiële voordelen te berekenen en dan de bleke ontevreden gezichten van jezelf en iedereen om je heen, gruwelijk.

Volgens de gemeente ben ik kennelijk niet echt ingeburgerd. Ik geef toe, ik ben allochtoon hier in Den Haag, ik kom uit een boerendorp in Limburg. Misschien dat het daar normaal is om een hekel aan winkelen te hebben, maar hier in Den Haag moet ik meedoen met de locals, die klaarblijkelijk allemaal winkelen leuk vinden. En die dat kennelijk ook een wezenlijk onderdeel van hun identiteit vinden, en die het ook nog eens niet kunnen verdragen als de buren juist op dat punt anders zijn dan zij.

Ik vind inburgeren prachtig. Als je ergens gaat wonen, leven, moet je beslist inburgeren. Zorgen dat je de taal van je omgeving spreekt, dat je de mores kent en dat je mensen niet beledigt of lastig valt. Inburgeren maakt dat je jezelf ergens thuis voelt en dat je omgeving makkelijk met jou om kan gaan. Maar in Nederland bedoelen we stiekem met inburgeren dat je niet anders mag zijn. We stellen een standaard vast: dit is een Nederlander. Met historische canon, kledingvoorschriften, taaleisen en de wettelijke plicht om voortdurend handen te schudden wordt het plaatje van echte stoere jongens van De Wit geschetst. Het is wat plat, het is zo saai als een Blokkergevel, het is een karikatuur. Wij maken willens en wetens van ons land een stripboek, met een Harry Potter als premier en winkelen als de ultieme vaderlandse traditie.

dinsdag 4 november 2008

Obama's huidskleur

Obama is niet zwart. Hij is even wit als dat ie zwart is, waarom merkt niemand op hoe bijzonder het is dat iemand uit Kansas president wordt?
Op de radio hoorde ik iemand refereren aan het ‘black race’, een onzin-categorie natuurlijk. Ik weet niet genoeg van biologie maar ik begrijp wel dat je òf spreekt over het menselijk ras, òf je hebt het over vele rassen met allemaal huidskleuren, haren en neuzen. Ook veel verschillende rassen van lichtbruin tot echt zwart.
De journalist vertaalde het met ‘volk’, ‘people’. Een sociaal concept en al even onzinnig om zwarten in de VS bij elkaar te vegen. Een volk is een etnische groep, mensen die taal, cultuur, historie, min of meer gemeen hebben. Volgens mij stamt de term nog uit nomadische tijden, en als ik gelijk heb dan deelt een volk vooral de afgelegde route.
Obama bekent zich tot het Amerikaanse volk, tot de Amerikaanse natie. Alle Amerikaanse burgers maken er deel van uit, wit of zwart, homo of hetero, man of vrouw, oud of jong, gezond of ziek, werkloos of werkend, arm of rijk, gelovig of seculier, ontwikkeld of achterlijk. Dat is de reden dat hij president geworden is, en dat is de reden dat dat een feest voor de hele wereld. Het maakt niet uit of zijn beleid al dan niet gunstig zal zijn, zijn verkiezing door het Amerikaanse volk, door het deel van het volk dat individueel niks in te brengen heeft, is een overwinning van de democratie. Het herstelt mijn geloof in democratie in moderne tijden.
Obama is niet zwart. Hij is president.

Westerse islam

Vandaag naar de oratie van Berger in Leiden geweest, een leuk uitje omdat hij jurist en arabist is, en zijn leerstoel gaat over westerse islam. Hij heeft interessante opvattingen, ook al kwam dat in de oratie zelf niet enorm spetterend naar voren. Maar goed ik ben blij dat er iemand met wat verstandige uitspraken evenwicht biedt voor de domme kreten die in de mode zijn.
Met name zijn pleidooi om niet te juridiseren is me uit het hart gegrepen. Het simplisme van onze politici en bestuurders, om bij ieder ongemakt, bij ieder probleem, altijd maar weer naar wetten en regels, geboden en verboden te grijpen, belemmert het prettig samenleven. Veel gedragingen van mensen die zich beroepen op de islam, of op een ander geloof, zijn asociaal, onaangepast, stom of vervelend, storend. Maar die overlast of verstoring van sociaal verkeer hou je niet tegen met verboden. Verboden leiden juist tot nog meer maatschappelijke storingen en spanningen.

Terwijl politici lijden aan juridische blikvernauwing, hebben veel westerse islamitische jongeren last van een soort theologische blikvernauwing. Ze zoeken in godsdienstige, spirituele of theologische teksten en overtuigingen naar aanwijzingen voor ‘goed’ en ‘niet goed’ gedrag, uitingsvormen. Wat een beperkte visie op godsdienst heb je als het primair gaat om voorschriften voor je kleding, je contact met mensen, je dieet. Spiritualiteit heeft te maken met waarheid en zin, niet met zonde en straf.

Waar Berger ook maar weer eens op wees, was de verschrikking (hij drukte zich wat minder heftig uit, ik vind het een verschrikking) van de ééndimensionale bepaling van ieders identiteit. Als grote groepen mensen enkel als ‘moslim’ worden behandeld, maakt dat ieder ander ‘niet-moslim’. Klaar zijn we. Het doet er niet meer toe dat ik vrouw, Hagenees, gezond, ambtenaar, politicoloog, sporter, buitenmens, kind van m’n ouders ben. Het is de religieuze dimensie die er kennelijk toe doet en mij veroordeelt tot hetzelfde kamp als mafketels die vinden dat je vóór of tegen de islam moet zijn. Jezus, ik vond de islam altijd vooral interessant en dan ook nog vanwege de architectonische en kalligrafische kunst die islamitische culturen voortbrachten. Naast de onvoorwaardelijke overgave die zo centraal staat. Afijn, interessant is niet meer aan de orde.

Berger gaf het voorbeeld van de Japanner die westerlingen wil begrijpen en daarom de bijbel gaat lezen. Ik weiger m’n identiteit door een ander, door iemand die niet naar míj kijkt, te laten bepalen. Moslims aller landen, verdeelt u!

http://www.nieuws.leidenuniv.nl/reactie-op-islam-is-te-sterk-politiek-juridisch.jsp