maandag 15 december 2008

Patsers

Een miljonairsfair lijkt me een toestand van grote wansmaak, net als een hoop andere beurzen trouwens. Ik moet er niet aan denken om m’n tijd te verdoen tussen patserige boten en gouden horloges. Eén en al materialisme en decadentie, onsmakelijk. Maar ik zou me ook niet graag begeven tussen de socialistische zuurpruimen die hun verontwaardiging schreeuwen bij de ingang van de miljonairsfair. Jaloers en dus in wezen net zo materialistisch als die rijke stinkerds daarbinnen, beweren ze dat het de rijken zijn die alle ellende van de wereld veroorzaken. Wat een nonsens. Ons kapitalistische systeem met de daarbij horende inkomensverschillen en het consumentisme, heeft zeker nadelige effecten op natuur en welzijn. Daar hebben we dan een overheid voor, om de neveneffecten een beetje te beheersen. Maar de rijkdom van de één gaat niet ten koste van die van een ander, ons soort kapitalisme werkt nou juist niet door groepen mensen uit te sluiten. Integendeel, hoe meer consumenten hoe meer rijkdom. Typisch hoe mensen zich tekort gedaan voelen zodra een ander het beter heeft. Als die schreeuwers nou ns boten gingen verkopen aan de miljonairs, dan zouden ze misschien over hun jaloezie heen komen.

vrijdag 28 november 2008

Bombay

De aanslagen in Bombay (ik verdom het om het door Shiv Sena bedachte Mumbai te gebruiken) zijn van eenzelfde orde als de 9-11 aanslagen. Ze staan ook wel op de voorpagina’s, het journaal opent er ook wel mee, maar de wereld staat niet stil zoals toen. Het is maar India tenslotte. De schok is misschien minder groot omdat niemand India ooit zag als onaantastbaar, als supermacht. De aanslagen zijn ook minder spectaculair dan een boeing vol passagiers in een wolkenkrabber vliegen.
Maar er zijn zeker zoveel doden gevallen, de motieven van de terroristen zijn waarschijnlijk vergelijkbaar en in ieder geval net zo onduidelijk (wat is er te bereiken met het zaaien van ongerichte, algemene angst?) en de reacties van overheden net zo voorspelbaar. Er zal geen enkele gevangene worden vrijgelaten, strenge veiligheidsmaatregelen zullen de burgerlijke vrijheid aantasten, er volgt een politieke zwaai naar rechts. Voor de hele wereld is het beeld van de Islam als een terreurbeweging bevestigd, wapenhandelaren wrijven zich in hun handen want er zullen meer en grotere conflicten zijn.
Wat een sukkels, die terroristen. Gevaarlijk, beangstigend, en vooral dom. Als ik moslim was zou ik helemáál woest zijn. Je levensovertuiging, je manier van leven, je hele wereld wordt verengd en vernauwd tot iets wat niets meer te maken heeft met de spirituele groei die Mohammed beloofde.
Ook als niet-moslim ben ik geschokt, boos en bang. Ik baal er van dat de wereld, die mooi en rijk en interessant en gevarieerd en vrij was, zo langzamerhand vooral bedreigend en akelig en onvriendelijk wordt. Ik kan me niet eens meer verzetten tegen agressieve grenscontroles, discriminatie als primitieve vorm van risicoselectie, verlies van iedere vorm van privacy, het afbreken van rechtsbescherming, iedereen wil tenslotte worden beschermd tegen bommen en gijzelingen.

Het voordeel van onze relatieve desinteresse voor de aanslagen in Bombay, is dat we hier niet meteen nog drastischer veiligheidsmaatregelen zullen krijgen. Lang leve de provinciale mentaliteit!

woensdag 19 november 2008

Belediging

Wetgever en rechter moeten zich niet bemoeien met schelden, beledigen en grieven. Mensen kunnen elkaar de vreselijkste dingen naar het hoofd slingeren, tallozen worden tot het diepst van hun wezen gekrenkt en al dat gescheld is inderdaad afschuwelijk. Ik kan erover meepraten. Als vrouw, als ambtenaar, als witneus, als oudere dame en als jong grietje, als Hollander en als Limburger, als boekenwurm en als leeghoofdig sporter, te dik en te dun, elitair en plat, in al mijn hoedanigheden ben ik wel eens beledigd. Koorballen die aan meisjes refereren als gleuven, buitenlanders die stellen dat Nederlanders zo ongastvrij zijn, en aan iedere borreltafel maar weer opnieuw uitleggen dat we ook bij de overheid best hard werken.
De vrouw die luidkeels verkondigt dat ‘Hitler er nog een paar vergeten is’ beledigt natuurlijk vooral zichzelf. Wie wil er nog met zo’n maf wijf geassocieerd worden? Ze geeft een inkijk in haar onfrisse hoofd, en als onze vrije en geciviliseerde samenleving een beetje werkt dan zal ze daar een sociale afstraffing voor ondervinden.

Het beledigen en krenken (onnodig nog wel!) van god, groepen mensen of individuen, het moet allemaal uit het strafrecht en uit de wet. Leren omgaan met belediging is een essentieel element van opgroeien, net als de ontdekking dat je zelf voor schut staat als je een ander beledigt.

Laster en leugen, oproepen tot geweld of tot het afnemen van burgerrechten, en het schelden tegen een ambtenaar in functie moeten wèl juridisch kunnen worden verboden en bestraft. Het zijn uitingen die het goed functioneren van de democratische rechtsstaat belemmeren. Ongeacht de mate waarin een belasterde persoon zich gegriefd voelt moet de overheid ons beschermen tegen aanvallen op het systeem waarin ieders gelijkheid en vrijheid worden gegarandeerd.

dinsdag 11 november 2008

Schiphol moet groeien

Lang leve economische groei! Ik ben er blij mee, vooral met groei die voortkomt uit technologische ontwikkeling. Ik kan meer leuke dingen kopen, ik ben zekerder van een baan dan twintig jaar geleden, het maatschappelijk verkeer wordt er een stuk soepeler van. Economische groei is goed. Maar ten koste van wat? Wat hebben we ervoor over om ons huis vol te kunnen stouwen met roze ipods en verchroomde koffieapparaten? Het mag wat kosten wat ons betreft. We offeren ieder sprietje natuur op, onze nachtrust, vrije tijd, stressvrij werk, culturele studies en obscure hobbies. De vliegtuigen bulderen dag en nacht over ons heen, vrachtwagenkaravanen belemmeren het uitzicht op de weilanden buiten de stad, we zitten astmahijgend bij de dokter en we storten maar weer eens een donatie op de hulprekening voor arme landen, waar kleine boertjes hun produkten niet aan fort Europa kunnen verkopen.

Schiphol moet groeien, het moet, want de economie moet groeien. Is dat nou echt zo? Waren mensen honderd jaar geleden, in de veel ‘kleinere’ economie van toen, nou zoveel ongelukkiger dan wij?
Economische groei is echt geweldig. Maar het moet niet. Je mag blijven nadenken, ook als je beleid maakt over grote ingewikkelde onderwerpen.

vrijdag 7 november 2008

Winkelen

In de stad hangen posters waar ik echt onpasselijk van word. Een donkere mevrouw, een witte meneer en een kind en daaronder de bewering dat we ‘winkelen allemaal leuk vinden’. En dat heeft kennelijk iets met inburgeren te maken want dat woord staat er ook op.
Ik heb een ongelooflijke hekel aan winkelen. Er zijn weinig bezigheden die ik verschrikkelijker vind. Het allerergst is winkelen bij Albert Heijn, Blokker en Hennes & Maurits. De triestigheid van die standaard winkels met hun uniformen, logo’s en overal hetzelfde assortiment. Lelijke muziek, lelijke puien, lelijke mensen en lelijke ruimtes. Het moet af en toe, ik heb ook schoenveters en tandpasta nodig, maar de confrontatie met het domme consumentisme, je intellect slechts gebruiken om financiële voordelen te berekenen en dan de bleke ontevreden gezichten van jezelf en iedereen om je heen, gruwelijk.

Volgens de gemeente ben ik kennelijk niet echt ingeburgerd. Ik geef toe, ik ben allochtoon hier in Den Haag, ik kom uit een boerendorp in Limburg. Misschien dat het daar normaal is om een hekel aan winkelen te hebben, maar hier in Den Haag moet ik meedoen met de locals, die klaarblijkelijk allemaal winkelen leuk vinden. En die dat kennelijk ook een wezenlijk onderdeel van hun identiteit vinden, en die het ook nog eens niet kunnen verdragen als de buren juist op dat punt anders zijn dan zij.

Ik vind inburgeren prachtig. Als je ergens gaat wonen, leven, moet je beslist inburgeren. Zorgen dat je de taal van je omgeving spreekt, dat je de mores kent en dat je mensen niet beledigt of lastig valt. Inburgeren maakt dat je jezelf ergens thuis voelt en dat je omgeving makkelijk met jou om kan gaan. Maar in Nederland bedoelen we stiekem met inburgeren dat je niet anders mag zijn. We stellen een standaard vast: dit is een Nederlander. Met historische canon, kledingvoorschriften, taaleisen en de wettelijke plicht om voortdurend handen te schudden wordt het plaatje van echte stoere jongens van De Wit geschetst. Het is wat plat, het is zo saai als een Blokkergevel, het is een karikatuur. Wij maken willens en wetens van ons land een stripboek, met een Harry Potter als premier en winkelen als de ultieme vaderlandse traditie.

dinsdag 4 november 2008

Obama's huidskleur

Obama is niet zwart. Hij is even wit als dat ie zwart is, waarom merkt niemand op hoe bijzonder het is dat iemand uit Kansas president wordt?
Op de radio hoorde ik iemand refereren aan het ‘black race’, een onzin-categorie natuurlijk. Ik weet niet genoeg van biologie maar ik begrijp wel dat je òf spreekt over het menselijk ras, òf je hebt het over vele rassen met allemaal huidskleuren, haren en neuzen. Ook veel verschillende rassen van lichtbruin tot echt zwart.
De journalist vertaalde het met ‘volk’, ‘people’. Een sociaal concept en al even onzinnig om zwarten in de VS bij elkaar te vegen. Een volk is een etnische groep, mensen die taal, cultuur, historie, min of meer gemeen hebben. Volgens mij stamt de term nog uit nomadische tijden, en als ik gelijk heb dan deelt een volk vooral de afgelegde route.
Obama bekent zich tot het Amerikaanse volk, tot de Amerikaanse natie. Alle Amerikaanse burgers maken er deel van uit, wit of zwart, homo of hetero, man of vrouw, oud of jong, gezond of ziek, werkloos of werkend, arm of rijk, gelovig of seculier, ontwikkeld of achterlijk. Dat is de reden dat hij president geworden is, en dat is de reden dat dat een feest voor de hele wereld. Het maakt niet uit of zijn beleid al dan niet gunstig zal zijn, zijn verkiezing door het Amerikaanse volk, door het deel van het volk dat individueel niks in te brengen heeft, is een overwinning van de democratie. Het herstelt mijn geloof in democratie in moderne tijden.
Obama is niet zwart. Hij is president.

Westerse islam

Vandaag naar de oratie van Berger in Leiden geweest, een leuk uitje omdat hij jurist en arabist is, en zijn leerstoel gaat over westerse islam. Hij heeft interessante opvattingen, ook al kwam dat in de oratie zelf niet enorm spetterend naar voren. Maar goed ik ben blij dat er iemand met wat verstandige uitspraken evenwicht biedt voor de domme kreten die in de mode zijn.
Met name zijn pleidooi om niet te juridiseren is me uit het hart gegrepen. Het simplisme van onze politici en bestuurders, om bij ieder ongemakt, bij ieder probleem, altijd maar weer naar wetten en regels, geboden en verboden te grijpen, belemmert het prettig samenleven. Veel gedragingen van mensen die zich beroepen op de islam, of op een ander geloof, zijn asociaal, onaangepast, stom of vervelend, storend. Maar die overlast of verstoring van sociaal verkeer hou je niet tegen met verboden. Verboden leiden juist tot nog meer maatschappelijke storingen en spanningen.

Terwijl politici lijden aan juridische blikvernauwing, hebben veel westerse islamitische jongeren last van een soort theologische blikvernauwing. Ze zoeken in godsdienstige, spirituele of theologische teksten en overtuigingen naar aanwijzingen voor ‘goed’ en ‘niet goed’ gedrag, uitingsvormen. Wat een beperkte visie op godsdienst heb je als het primair gaat om voorschriften voor je kleding, je contact met mensen, je dieet. Spiritualiteit heeft te maken met waarheid en zin, niet met zonde en straf.

Waar Berger ook maar weer eens op wees, was de verschrikking (hij drukte zich wat minder heftig uit, ik vind het een verschrikking) van de ééndimensionale bepaling van ieders identiteit. Als grote groepen mensen enkel als ‘moslim’ worden behandeld, maakt dat ieder ander ‘niet-moslim’. Klaar zijn we. Het doet er niet meer toe dat ik vrouw, Hagenees, gezond, ambtenaar, politicoloog, sporter, buitenmens, kind van m’n ouders ben. Het is de religieuze dimensie die er kennelijk toe doet en mij veroordeelt tot hetzelfde kamp als mafketels die vinden dat je vóór of tegen de islam moet zijn. Jezus, ik vond de islam altijd vooral interessant en dan ook nog vanwege de architectonische en kalligrafische kunst die islamitische culturen voortbrachten. Naast de onvoorwaardelijke overgave die zo centraal staat. Afijn, interessant is niet meer aan de orde.

Berger gaf het voorbeeld van de Japanner die westerlingen wil begrijpen en daarom de bijbel gaat lezen. Ik weiger m’n identiteit door een ander, door iemand die niet naar míj kijkt, te laten bepalen. Moslims aller landen, verdeelt u!

http://www.nieuws.leidenuniv.nl/reactie-op-islam-is-te-sterk-politiek-juridisch.jsp

vrijdag 31 oktober 2008

Fiets

Nog niet eerder heb ik een fiets ‘op’gemaakt. Verbruikt, versleten. Een fiets gaat mee totdat ie gestolen wordt, meestal door gemeentewerkers die plotseling fietsrekken ruimen. M’n huidige fiets heb ik echter zo goed antidiefstal geverfd dat het ding tweedehands al acht jaar mee gaat. Ging. Na het vijfde zadel, de slag in het voorwiel (fietsrekken!) de vervanging van een knoerthard rammelend spatbord een brakke dynamo nieuwe banden reparatie van de standaard en het oppimpen van de ketting hoor ik de fietsenmaker nu net iets te vaak melden dat reparatie weinig zin heeft. Verschrikkelijk, zo’n fiets staat symbool voor mijn hele lifestyle. Ik verplaats me nooit gemotoriseerd als het niet hoeft, afzien in regen kou en wind is nog altijd beter dan peentjes zweten wegens het krappe inparkeren, voorrangsregels en stoplichten zouden er voor ons moeten zijn en zolang dat nog niet het geval is zie ik de verkeersregels als leuke uitdagingen die de overwinning zoeter maken als ik door de stad race. Milieu, sport, vrijheid, eenvoud. De fiets staat voor Nederland. Waarom heeft ons kille polderlandje eigenlijk een leeuw in haar wapen?

woensdag 22 oktober 2008

Privacy

Altijd gedacht dat vrijheid van meningsuiting het allerbelangrijkste grondrecht was, maar ik begin me toch steeds meer zorgen te maken over privacy. Natuurlijk natuurlijk de verschillende grondrechten hangen bijna onlosmakelijk met elkaar samen: je hebt je privacy – anonimiteit, gelegenheid je in je eigen levenssfeer terug te trekken, bescherming van je huisvrede – nodig om de gekste meningen te kunnen uiten zonder dat dat repercussies heeft.

Maar toch. Met de koppeling van allerlei informatie over je gedrag, verblijfplaats, opvattingen, consumptie, kenmerken en met de bijbehorende fouten, en dat in een wereld waarin overheid en bedrijven steeds meer gebruik maken van persoonsinformatie voor het voeren van selectief beleid, verliezen we langzaamaan ons burgerschap.

Burgerschap heeft iets te maken met onafhankelijk en zelfstandig zijn, verantwoordelijk voor je eigen keuzen en gedrag. Die onafhankelijkheid werd altijd al beperkt door je natuurlijke vermogens, je inkomen en de maatschappelijke kansen die je kreeg. Als je niet heel intelligent bent kan je er niet voor kiezen om professor te worden, als je gediscrimineerd wordt heeft jouw ethiek niet zo bijster veel invloed op je sociale omgeving.

Nu de macht – overheid en bedrijven – steeds meer overgaat tot maatwerk, risicobeheersing en preventieve actie, worden we nog meer gestuurd in plaats van het zelf kunnen bepalen hoe we leven en wat we doen. Heb je ooit een schuld gehad? De bank verleent je geen hypotheek. Kan je niet zo goed lezen en schrijven? Hulpverleners komen je opvoedles geven, of je daar nou om gevraagd hebt of niet. In je jeugd de wereld rondgereisd? Amerika kom je niet meer in want je bezoeken aan Iran, Cuba en Afghanistan, gecombineerd met je voorliefde voor Islamitische literatuur, maken je een terrorisme-verdachte.

Het gaat er niet om of je iets te verbergen hebt, en het gaat er ook niet om dat overheden Jan Piet en Klaas arresteren wegens bizarre verdenkingen. Probleem is de mogelijkheden die overheid en bedrijven hebben om te selecteren, om jou toe te staan, te verbieden of onmogelijk te maken je vrij te bewegen. Vrijheid en burgerschap is het kunnen maken van je eigen keuzen. Dat kunnen we al lang niet meer.

maandag 15 september 2008

externe inhuur door roulerende topambtenaren

Onder de toplaag van roulerende overheidsmanagers zitten duizenden inhoudelijke ambtenaren. Beleidsmedewerkers, adviseurs, onderzoekers enzovoort, die jarenlang voor dezelfde organisatie werken. Deze academisch of juist praktisch geschoolde ambtenaren zijn vaak uiterst betrokken bij hun werk, en ze beschikken over de kennis en ervaring die nodig zijn om het overheidshandwerk te doen: beleidsnota’s schrijven, wetsvoorstellen maken, maatschappelijke groeperingen consulteren en voorlichting geven.

De overheid beschikt ook nog eens over een schat aan eigen onderzoeksinstituten, waar informatie en kennis die rechtsstreeks van belang zijn voor politiek en beleid, worden vergaard. Bij inspecties, adviesraden en onderzoeksraden en -afdelingen werken honderden mensen die er voor kunnen zorgen dat de top geïnformeerde beslissingen kan nemen.

Niet alleen Jouke de Vries vergeet deze groep ambtenaren, die het primaire proces van het Haagse uitvoeren, ook de ambtelijke top lijkt niet in de gaten te hebben wat een schat aan kennis en advies ze in huis hebben. Hoe anders is te verklaren dat er zo verschrikkelijk veel extern wordt ingehuurd, terwijl de ‘consultants’ gewoon in dienst zijn?

De vraag is natuurlijk waarom de ambtelijke top deze nogal stille kracht over het hoofd ziet. Kennen ze door het duizelingwekkend rouleren hun eigen organisaties niet meer? Hebben ze minder vertrouwen in ambtenaren dan in commerciële consultants, omdat ze zoveel meer affiniteit hebben met het bedrijfsleven dan met de publieke dienst? Is het misschien veel eenvoudiger om een externe adviseur met een enkele opdracht de organisatie in te sturen, dan om zich bezig te houden met het lastige managen van zo’n organisatie?

Leverden ze maar werkelijk prestatiegegevens op! Dan zou zichtbaar worden of de ABD-ers werkelijk topmanagers zijn. Dan blijkt of ze het voor elkaar krijgen een organisatie zodanig te sturen, te beheren en te faciliteren, met andere woorden te managen, dat het iets oplevert waar politiek en samenleving iets aan hebben. Dan kunnen ze hun organisaties verdedigen tegen de aanvallen vanuit de politiek, waar men dagelijks méér beleid wil en minder ambtenaren.

donderdag 11 september 2008

Ambtenarenruggen

Politici kunnen makkelijk scoren over de ruggen van ambtenaren. Roep dat er teveel zijn, dat ze lui zijn of zich Kafkaësk gedragen, dat ze vooral veel last voor de burgers veroorzaken. Ambtenaren kosten een hoop belastinggeld en ze besteden het ook nog eens aan rare luxe programma’s voor zichzelf: zakkenvullers!
Niemand neemt de moeite om eens uit te zoeken of er nou werkelijk teveel ambtenaren zijn, of bureaucratie en lasten niet veroorzaakt worden door de scoringsdrift van politici, of goed personeelsbeleid bij de overheid misschien leidt tot een hogere kwaliteit van het beleid.

Neem nou een futurcentrum van rijkswaterstaat, waar de geesten los gemaakt kunnen worden, of neem nou zoiets als de ov-kaart. Als je een contract met de openbaar vervoerbedrijven afsluit om alle rijksambtenaren een ov jaarkaart te geven, sla je ik weet niet hoeveel vliegen in één klap. Het is voor de overheid lekker goedkoop, want je bent van de reisdeclaraties af. Niemand hoeft meer uren te besteden aan het invullen van z’n declaraties, of aan het uitbetalen, controleren, archiveren. Duizenden minuten hoeft niemand meer in de rij voor de kaartjesautomaat te staan. Ambtenaren zijn ook blij met de prettige employee benefit, het is voor hen niet alleen gemakkelijk, maar ook een leuke extra omdat ze met zo’n ov-kaart ook privé kunnen reizen. Het milieu wordt gediend want niemand stapt nog in een auto als dat niet echt nodig is, en daarmee worden meteen ook de files rond Den Haag aanzienlijk minder. Maar het belangrijkste voordeel is ongrijpbaar: ambtenaren die makkelijk reizen zullen eerder geneigd zijn om de wereld in te gaan, kennis te nemen van meningen en ontwikkelingen en wensen buiten hun kleine wereldje van hun afdeling, contacten te leggen, mensen en organisaties aan elkaar te koppelen.

Maar nee, zulke doelmatigheid bekt niet lekker. Voor een politicus is het makkelijker om verontwaardigd schande te roepen over belachelijke uitgaven, dan om uit te leggen dat het werkelijk bereiken van je doelen op een efficiënte manier goed doordachte maatregelen vergt. Het verhaal zou veel te complex worden voor de simpele goegemeente, die op zoek naar een gemeenschappelijke vijand zich blij tegen ‘de ambtenaren’ keert.

Verwachten diezelfde mensen wel dat het overheidsapparaat zich het vuur uit de sloffen loopt om hen te bedienen?

vrijdag 5 september 2008

Opstaan voor de rechter

Advocaat Enait begrijpt er niks van. Als er gevraagd wordt respect te tonen door op te staan, is dat niet voor een persoon die een beter of belangrijker mens zou zijn dan een ander. Je staat op voor de rechter, uit respect voor de functie. Het maakt helemaal niet uit wie de functie bekleedt, wat voor mens dat is. In een rechtsstaat is het van groot belang dat men de rechter respecteert, en dat dat respect steeds weer wordt betoond. De symboliek van toga en opstaan is juist nodig om de gelijkwaardigheid van mensen, die beschermd wordt door de neutrale rechter, te bevestigen.

zondag 8 juni 2008

Bekrompen

Tweederde van de Nederlanders heeft bezwaar tegen gezichtsbepalende moskees. Ik zou willen weten of ze ook bezwaar hebben tegen gezichtsbepalende kerken. Industriële loodsen. Windmolens. Flatgebouwen. Het ministerie van volksgezondheid. De Chinees bij Breukelen.

Hebben ze misschien geen bezwaar tegen eenvoudige, niet al te zichtbare, moskees? Tegen moskees die weliswaar enorm gezichtsbepalend zijn, maar ook een smaakvol architectonisch hoogstandje waarin Nederlandse en Arabische cultuur tot uitdrukking komen?

Over welke tweederde van de Nederlanders hebben we het eigenlijk? Die tweederde die in z’n leven nog nooit een moskee gezien heeft? Die tweederde die het grootste deel van z’n dagen doorbrengt tussen graansilos en legbatterijen, of flatgalerijen en keurig aangeharkte voortuintjes? De Nederlanders die dagelijks tussen de geluidsschermen kachelen en af en toe een glimp van bebouwing daarachter opvangen?

Ik heb wel eens een moskee gezien in Nederland, en sommige vind ik uitgesproken lelijk. Kitscherige wansmaak en goedkope oplossingen om aan het bouwbesluit te voldoen, zonder trots op een eigen Nederlands-islamitische bouwstijl. Het simplisme van een koepel en een minaret, wit en groen geverfd alsof een kindertekening werkelijkheid is gemaakt. Ik hoop op architecten van Marokkaans-Nederlandse of Turks-Nederlandse afkomst, die op een vernieuwende manier het exotische met het gewone vermengen. Dat zal een plezieriger beeld opleveren dan alleen die abstracte balken kunst die overal in het land zo gezichtsbepalend zijn.

zondag 1 juni 2008

Zelf denken

Twintig jaar geleden ging ik er nog – heel naief – van uit dat verworven rechten niet meer verdedigd hoeven worden. Ik zag de liberale democratische rechtsstaat als een soort clickfonds: éénmaal geëmancipeerde minderheden worden steeds minder gediscrimineerd, individuele vrijheden worden gerespecteerd, de scheiding van machten en het onderscheid tussen publiek en privaat worden geaccepteerd.

Fout. Naarmate gevarieerder uitingen op meer manieren hun weg naar het publiek vinden worden de bangerikken en reactionairen steeds zenuwachtiger. Naarmate vreemdere minderheden zich meer emanciperen worden oude gardes arroganter. En de overheid grijpt de macht over het private domein: ethiek, fatsoen, omgangsvormen.

Er is maar één reactie mogelijk, één manier om ons te verzetten tegen de inbreuk op ons recht om te denken en te zeggen en te tekenen en te roepen wat we willen. We moeten harder roepen, méér zeggen en vooral beter denken. Het enige verzet tegen de poging van big brother om onze gedachten te beheersen, is onze gedachten niet laten beheersen. Zelf denken. En zelf denken, dat kan alleen door veel te lezen, te praten, te schrijven, te discussiëren.