vrijdag 30 april 2021

Notulen - de dikke klonten boter op al die hoofden

 Het eerste wat mij opvalt aan de kabinetsnotulen (met een staatssecretaris erbij was het toch geen ministerraad?) is dat de notulist geen groot literair talent is. Direct daarna valt me vooral de zorgvuldigheid op, en de onderlinge loyaliteit. Dit is een kabinet dat niet direct in de gaten heeft hoe ernstig de fouten van de belastingdienst zijn, een kabinet dat meer oog heeft voor de bestuurlijke kant van zaken dan voor de politieke verantwoording – laten we het oplossen in plaats van aan waarheidsvinding te doen. Het belang van vertrouwen in de coalitie weegt kennelijk zwaarder dan electorale profilering. De spanningen van een gematigd dualisme gaan ze te lijf door lastige fractiegenoten terecht te wijzen. Niet bewonderenswaardig maar wel logisch. Je zou denken dat de fractievoorzitters in de Kamer daar wel tegenwicht aan bieden, om een machtsbalans te behouden.

Uit de notulen stijgt voor mij een beeld op van competente mensen die zo goed mogelijk proberen te regeren. Ze bespreken uitvoerig de timing van brieven en rapporten aan de Kamer – Snel zegt steeds dat hij de Kamer graag zo volledig en snel mogelijk wil informeren, en de andere bewindslieden zijn het daar mee eens, maar ze weten goed hoe er schadelijke beelden kunnen ontstaan als je het onhandig aanpakt. Ze beschermen ambtenaren, niet alleen uit loyaliteit en verantwoordelijkheid maar ook omdat het bijzonder schadelijk uit zal pakken als je ambtenaren voor de bus gooit, of bang maakt om zich kritisch te uiten.

De flarden Kamer’debat’ die ik hoor klinken helemaal anders. Het klinkt niet als een debat maar als een aaneenschakeling van declamaties. Iedereen doet boos. Niemand lijkt de hand in eigen boezem te steken. Niet over het toeslagenstelsel, waartegen onder meer de Algemene Rekenkamer waarschuwde en vast nog wel een aantal beleidsambtenaren ook. Niet over het monisme of over eerdere pogingen van het CDA om Omtzigt op een onverkiesbare plaats op de lijst te zetten (en nu Chris van Dam trouwens). Niet over het gebrek aan zelfrespect van een parlement, waar het niet meer gaat om de regering te controleren maar om met permanente verontwaardiging aandacht in de media te genereren om zo stemmen te trekken. Waar parlementariërs geen leiderschap durven te tonen door uit te leggen dat ze betere ondersteuning nodig hebben zodat ze wets- en beleidsvoorstellen inhoudelijk kunnen beoordelen. Waar staatscommissies die adviseren over hervormingen die tot een nieuwe bestuurscultuur zouden kunnen leiden, worden genegeerd omdat het te ingewikkeld is en ook iets van de leden van de Tweede Kamer vraagt. Waar iedereen zich vol overgave stort op het ‘wie wist wat wanneer’ in plaats van een analyse over hoe het anders kan. Waar alleen boze burgers naar de mond worden gepraat, waar burgers niet worden beschermd.

Ben ik nou zo verschrikkelijk verambtelijkt dat ik langzamerhand meer begrip voor de regering heb dan voor het parlement? Mijn frustratie over al die doorwrochte adviezen en aanbevelingen, conclusies en geleerde lessen van al die raden, commissies, instituten en ambtenaren, die keer op keer op dorre grond vallen is alleen maar gegroeid de afgelopen jaren. Maar niet doordat bewindspersonen er weinig mee doen, of dat beleidsambtenaren er geen boodschap aan hebben, maar meer en meer doordat het parlement nalaat om die kennis te gebruiken voor controle en medewetgeving.

Ik was eerder deze maand verontwaardigd over de premier. Niet omdat hij gelogen had of om de ‘Ruttedoctrine’ maar omdat hij niet de verantwoording neemt voor de systematische problemen in de uitvoering en omdat hij met droge ogen meldde dat geen verantwoording hoeft te worden afgelegd, alsof hij daarover gaat. En omdat hij daar inmiddels inderdaad over gaat, doordat hij de Kamer in z’n zak heeft.

Nu ben ik eigenlijk kwaaier op de Kamer, die zich ondanks zelfreflecties en voorstellen tot stelselwijziging in de zak heeft laten naaien. Een Kamer waar weinig volksvertegenwoordigers leiderschap tonen, om daarmee de versnippering naar deelbelangen en subcategorieën tegen te gaan. Leiderschap in de zin van idealen uitdragen, vertellen hoe je denkt die idealen in realiteit om te zetten, uitleggen dat het algemeen belang van democratie en recht bóven partijbeloftes gaat en zo nodig compromissen sluiten en in vertrouwelijkheid naar oplossingen zoeken. En daarover eerlijk zijn.

donderdag 29 april 2021

Lale Gül, Ik ga leven

Het is jammer dat Ik ga leven zo ongelooflijk slecht geschreven is want Gül heeft wel degelijk iets te vertellen. Ze bedankt haar redacteur en uitgever maar die hebben haar geen dienst bewezen: het te dikke boek is één lange verongelijkte tirade in ontzettend krom Nederlands en tot de nok toe gevuld met lelijke metaforen en verkeerd gebruikte archaïsche termen. Zinnen als: "Ik occupeerde me derhalve veelal met het pogen om het tij te keren, alhoewel ik me niet kon onttrekken aan de impressie dat ik met het gummetje achter op mijn potlood vergeefs zat te ploeteren op letters van een permanent marker." Regelmatig vermoed ik dat ze in het engels denkt en dan woorden vernederlandst in plaats van zinnen te vertalen.
Jammer jammer jammer want het is heel begrijpelijk dat Gül zo boos en radeloos is. En het is hoog nodig dat haar verhaal verteld wordt. En ze heeft interessante bespiegelingen over fundamentalisme, seksisme en over het opgroeien in twee tegenstrijdige werelden tegelijk. Het zou alleen verfijnder, subtieler en met meer uitwerking van de innerlijke werelden van de hoofdrolspelers (niet alleen Büsra maar ook moeder, broer en Freek) kunnen. Als moeder alleen maar een vals loeder is, als alle anderen alleen decor zijn, plaatjes bij het onrecht dat Büsra wordt aangedaan, dan wordt het boek een PVV-pamflet. Tegen buitenlanders, tegen Turken, tegen moslims. Het helpt niet bij het werkelijk begrijpen wat er mis is in onze samenleving, bij het werkelijk inzien dat meisjes systematisch ernstig kunnen worden onderdrukt ondanks alle juridische vrijheidsrechten en gelijke behandeling. En dus helpt het ook niet bij het zoeken naar oplossingen. Hoe kan de Nederlandse samenleving zulke meisjes steunen in hun emancipatiestrijd? Wat zou de rol van de overheid moeten zijn? Meisjes als Lale/Büsra zullen zichzelf moeten bevrijden, zoals Lale Gül feitelijk doet met het publiceren van dit boek. Wat we wel kunnen doen is hen beschermen tegen bedreigers.

zondag 25 april 2021

Geuren van anderen

 

De misselijkmakende lucht van goedkope deo of overvloedig parfum was ik bijna vergeten. Groot voordeel van anderhalve meter afstand!

donderdag 22 april 2021

Schaamte

 We zijn al jaren Rijksambtenaar. Van de kritische soort, vooral intern. De meesten van ons stemmen niet op de politieke partijen die de regering vormen, maar we hebben een scherp gevoel voor het onderscheid tussen wat in Nederland de overheid heet, eigenlijk de uitvoerende macht, regering en ambtenarij, en de politiek. We waren altijd loyaal, niet alleen vanuit ons ambtelijk vakmanschap maar ook uit de overtuiging dat het systeem goed werkt. Het systeem is het stelsels van instituten en instituties, de rollen en bevoegdheden van het parlement en de vertrouwensregel, de ministeriële verantwoordelijkheid en de informatieplicht, de geinstitutionaliseerde tegenmachten en onafhankelijke controle-organen, de normen en het gedrag van alle spelers die zich integer en fatsoenlijk conformeren aan democratische mores. We werkten bij de WRR, bij de Algemene Rekenkamer en voor het parlement. Doordat we daar jaren werkten zagen we met eigen ogen dat er weliswaar fouten en dommigheden voorkomen, dat er weliswaar onrechtmatige bestedingen worden gedaan en ondoelmatig beleid wordt verzonnen, dat er incidenteel een corrupte functionaris kansen krijgt om zichzelf te verrijken, maar dat het door de bank genomen toch allemaal bijzonder gladjes verloopt in Nederland. Internationaal gezien hebben we heel erg goed bestuur, heel erg integere bestuurders en heel erg democratische procedures.

Daarom voelen juist wij, kritische en loyale ambtenaren, ons nu enorm in ons hemd gezet. Op ieder verjaardagsfeestje en in elke sportschool leverden we weerwoord op complotgelovigen, anti-overheidssjagrijnen, rechtse versimpelingen en linkspopulistische scheldpartijen tegen de zakkenvullers en de plucheplakkers. We verdedigden onze bestuurders, waarvan we dagelijks zelf zien dat die keihard en vanuit idealisme werken met het oog op het algemeen belang. We temperden al te revolutionaire oproepen om het complete bestel overhoop te gooien.

Maar na de coronasof, het toeslagenschandaal en de ondermijnende formatie willen we alleen nog maar de gordijnen dichttrekken en schuilen. We voelen schaamte. Dat we dáár bij horen, dat we dáár aan meewerken!

Ook al is er misschien niks beters te verzinnen dan dit, voorlopig zijn we even niet zo trots op Nederland.

zaterdag 10 april 2021

Vakwerk

Ruud en ik lopen rond op St. Petrus Banden begraafplaats. Ruud heeft een paar jaar geleden een studie monumentale bouwkunde of zoiets afgerond en hij wijst me altijd op details waaraan te zien is welke techniek er ooit is toegepast. We raken aan de praat met een man die bloemetjes naar het graf van z'n moeder brengt en die net als ik alvast een plaatsje heeft gereserveerd - ik ben gelukkig niet de enige mafkees die dat ruim op tijd heeft geregeld. In plat Haags vertelt hij dat hij voor Metselgoed werkt, een bedrijf dat monumentale restauraties doet. Ruim een uur bespreken we de verschillen tussen goeie voegen met een klei-achtige smurrie die van schelpen is gemaakt, en snelle metselvoegen die van die lelijke grijze randjes geven. Volgens hem krijgen veel monumenten, kerken enzo vochtproblemen doordat het verkeerde voegsel is gebruikt. Ruud vult aan dat het vocht vaak via de pilaren omhoog trekt en uiteindelijk met bakken de muren uit komt. Het is een heerlijk gesprek om naar te luisteren. De vakman en de kenner, hoofdschuddend over de teloorgang van unieke dorpels en spanten.

woensdag 7 april 2021

Joe Sacco, Palestine

 Journalistieke verslaggeving als stripboek, nooit gedacht dat dat zo goed zou werken. En ik had er eigenlijk ook geen zin in maar ja een kadootje he, dat moet je dan toch een keer open slaan. Ik ben meer van de teksten dacht ik, en ik zat ook al niet te wachten op alle ellende en onrecht en geweld die onvermijdelijk zijn als het over Israel en Palestijnen gaat.

Maar de stripvorm, of misschien wel de briljante uitvoering door Sacco, maakt het aan de ene kant draaglijk terwijl het tegelijk wel degelijk flink binnen komt. Hoe Palestijnen voortdurend extreem gediscrimineerd, geintimideerd en bedreigd worden door Israelische soldaten en ‘kolonisten’. Hoe bang iedereen voor elkaar is en de haat die dat oproept.

Sacco tekent zichzelf lelijk en ook dat maakt dat je als lezer het verhaal in getrokken wordt. Hij is geen held of activist die mijlenver van mij af staat, maar een echt mens die best wel iets goeds wil doen maar hij gaat zichzelf niet opofferen, nog niet een beetje. Al was het maar omdat dat weinig zou helpen, maar het voelt toch ongemakkelijk dat een stripjournalist inkomen en prijzen verdient met het enorme leed van de Palestijnen.

Behalve een vermakelijk boek en een indringend verslag is het in zekere zin ook educatief. Sinds From Beirut to Jerusalem van Friedman had ik me nooit meer verdiept in de toestand in Israel. Nu ik in een paar uur dit stripboek uit heb gelezen weet ik weer wat er aan de hand is en hoe de situatie steeds onoplosbaarder wordt. Apartheid en onderdrukking hebben werkelijke democratisering nodig en integer leiderschap, en dat zit er in het middenoosten voorlopig nog niet in.

dinsdag 6 april 2021

Levitsky & Ziblatt, How democracies die; What history reveals about our future

Ik had gehoopt in How democracies die; What history reveals about our future van Steven Levitsky en Daniel Ziblatt aanknopingspunten te vinden voor bescherming en versteviging van democratie. Maar helaas, ze onderstrepen eigenlijk alleen wat we allemaal kunnen zien, dat de afname van vanzelfsprekende dominantie van autochtone (of witte) groepen tot rechts-extremisme leidt, en dat toenemende sociaal-economische ongelijkheid en onzekerheid ook al tot extremisme en polarisatie leidt, en dat het grootste gevaar voor een democratie daar uit voortkomt, namelijk als rivalen, politieke tegenstanders, elkaar als vijanden beschouwen. Als politiek conflict vijandschap wordt, worden alle middelen geoorloofd geacht om tegenstanders te bestrijden en vooral om te voorkomen dat de tegenstanders macht krijgen. Als politici geen zelfbeheersing en geen hoffelijkheid meer betrachten, als politieke instituties als wapen tegen de oppositie worden gebruikt, dan is democratie voorbij.

Net als Montesquieu geloofde ik dat de structuur van politieke instituties voldoende zou zijn om door middel van macht en tegenmacht autocratie en dictatuur te voorkomen. De auteurs van dit boekje maken aannemelijk dat dat niet klopt en dat beschavingsnormen en terughoudendheid, de ander ook iets gunnen en minderheden respecteren, cruciaal zijn. Niet alleen voor het vertrouwen van kiezers in het stelsel en in hun regering, maar ook voor het vertrouwen van politici in elkaar.

Het is natuurlijk precies waarom de PVV een ondemocratische partij is - vanwege het gescheld en de vijandelijkheid van Wilders en consorten. Als je iedereen die het niet met je eens is, of die je kritisch bevraagt, wegzet als landverraders dan maak je democratische processen volkomen onmogelijk. Overigens doe je dat natuurlijk ook als je a la FvD liegt en bedriegt, maar alleen giftige stemmingmakerij is al schadelijk genoeg.

Levitsky en Ziblatt geven nauwelijks uitwegen aan voor de Nederlandse of Europese antidemocratische tendensen. Hun aanbevelingen slaan puur op de VS. De Republikeinse partij zou zich moeten organiseren en niet langer afhankelijk moeten zijn van extremisten; de Democraten zouden zich moeten richten op inkomenszekerheid voor iedereen, inclusief de middenklassen. Hun recept is volledig gericht op samenwerking en verbinding. Ze negeren het probleem van de (al dan niet buitenlandse) desinformatie van een mentaal gesegregeerd publiek dat niet meer leest. En ze hebben geen oplossing voor de pervertering van kiessystemen die dankzij rechtse rechters voorlopig niet meer zal worden teruggedraaid.

maandag 5 april 2021

Wat ik vind

Feit, kennis, mening, oordeel, schelden, leugen, insinuatie, stelling, geloof, overtuiging, haatzaaien, argument, norm, het is allemaal niet eenvoudig te onderscheiden. Laat staan literatuur, spot, ironie, cynisme, hondefluitje, grap, pesterij, hitsen. Niet te doen dus om wettelijk te regelen, of een moderator laten besluiten, dat sommige uitingen geoorloofd zijn en andere niet.
Ik gebruik wel wat eenvoudige vuistregels. Humor ten koste van iemand die machteloos is of slachtoffer van discriminatie of uitbuiting, is gewoon niet leuk en soms is het haatzaaierij. Stellingen die niet op betrouwbaar en valide onderzoek gebaseerd zijn, zijn geen kennis maar geven een mening weer. Wat niet door een betrouwbare onderzoeker of journalist is geconstateerd, geobserveerd, is geen feit maar een overtuiging of misschien een leugen. Fake news is niet bedoeld om mensen te informeren maar om ze iets te doen geloven, of om verontwaardiging aan te wakkeren. Je zou het dolgraag censureren maar zolang er geen algemeen aanvaarde criteria zijn om waar van onwaar te onderscheiden, is censuur een vorm van machtsmisbruik.
Toch heeft een veilige, vredige en welvarende samenleving fatsoen en eerlijkheid nodig. Objectieve kennis en transparante informatie. Debat aan de hand van redelijke argumenten en ideologie op basis van oprechte overtuigingen.

Hoffelijkheid en redelijkheid zijn kwesties van opvoeding. Niet alleen door ouders of onderwijs, maar ook doordat anderen het voordoen. Daarom is het zo belangrijk dat media, sociaal of niet, meer beschaafde mensen laten zien en niet de indruk wekken dat alles en iedereen een onbehouwen hork is. Kijkcijfers moeten niet worden opgejaagd met spektakel omdat een clown of schreeuwerd het podium opgehesen wordt, maar omdat leugenaars en pestkoppen weggehoond worden.