zaterdag 24 oktober 2020

Westerse waarden

Zouden de kinderen uit de klas van meester Paty de waarden van de Franse revolutie nu delen? Zouden ze inzien wat vrijheid, gelijkheid en broederschap in de praktijk betekenen na de crackdown op islamitische instellingen? Voelen ze zich als volwaardige burgers medeverantwoordelijk voor het instand houden van de democratische rechtsstaat?

Vermoedelijk zouden die kinderen niks liever willen dan dat de westerse waarden net zo goed voor hèn zouden gelden als voor andere Europeanen. Dat autochtonen niet alleen zèggen dat ze er in geloven maar het ook praktiseren.

Dat is nu nadrukkelijk niet het geval. De misdaad van een Tjetjeen wordt iedereen aangewreven die afwijkt van een enge norm. Niet de norm van gelijkheid, vrijheid en broederschap, maar die van christelijk-seculier en autochtoon. Wie moslim is, van immigranten afstamt of donker gekleurd of - helemaal erg - alledrie, moet zich na elke terroristische aanslag verantwoorden. Moet luidkeels getuigen van zijn of haar geloof in westerse waarden, en tegelijk nederig dankbaarheid betonen over de opname in de westerse gemeenschap, terwijl die opname nooit zal gebeuren.

Het zal nooit gebeuren want wij westerlingen geloven niet echt in gelijkheid. We vertalen broederschap met solidariteit in beperkte kring, niet met inclusiviteit. We vertalen vrijheid met vrijwaring van alles wat vreemd en anders is.

Vrijheid wordt sinds de Franse revolutie verzekerd door mensenrechten - uitingsvrijheid, gewetensvrijheid, religieuze vrijheid. Als rechten niet voor iedereen op dezelfde manier en in gelijke mate gelden zijn het geen rechten maar gunsten en privileges. Dat is apartheid: je moet tot de juiste groep behoren om aanspraak te kunnen maken op die Europese vrijheid die we van zo grote waarde vinden.

Sinds types als Le Pen en Wilders hun uitingsvrijheid misbruiken om moslims en Marokkanen uit te schelden en te vernederen leren kinderen in klassen als die van meester Paty dat vrouwe Justitia haar blinddoek heeft afgedaan en een klont boter op haar hoofd heeft. Een westerse waarde is kennelijk om met twee maten te meten. Het is ze niet verteld, maar ze wéten het maar al te goed: de hoogste westerse waarde is het geloof in de superioriteit van de witte seculiere autochtone cultuur.

Hoe lang zullen die kinderen proberen daar bij te horen?

woensdag 14 oktober 2020

Mondkapjes

 

Mijn bril beslaat niet alleen als ik een mondkapje draag, hij valt ook van m’n hoofd af. Irritant en duur als ie straks een keer echt stuk valt. Beetje gevaarlijk ook om blind tussen voetgangers en fietsers door te manoevreren. Met mijn groene hart schrei ik ook hete tranen om al dat afval van die vieze wegwerpmondkapjes (maar ik maak ze wel eerst op voordat ik m’n ecokapjes in de was ga gooien). Het beeld in de publieke ruimte is er bepaald niet vrolijker op geworden met al die mondkapjes – mensen zien er uit als bandieten of juist als bangeschijters, of ze gemuilkorfd zijn zoals in The handmaid’s tale – en sowieso was het in Nederland juist leuk dat je al die open gezichten kon zien.

Toch draag ik zo goed mogelijk een mondkapje, zelfs zonder het geloof dat het veel bijdraagt aan de coronabestrijding als je toch al afstand tot iedereen bewaart. Solidariteit, voorzorg, politiek statement, het is het allemaal. Wat het vooral is, is mijn piepkleine gelegenheid om de hele toestand een pietsie te beheersen. En die grijp ik met beide handen aan, want de onmacht, de onzekerheid en het enorme besef van je eigen individuele nietigheid zijn bijna ondraaglijk.

Wat moet ik doen om niet ziek te worden en tegelijkertijd door te blijven leven op de manier die mij aanstaat? Geliefden te omhelzen, met collega’s samen te werken, sporten, kletsen, samen eten, lachen, juichen? Zowel op individueel niveau als nationaal onmogelijke opgaven.

De allerstomste en tegelijk best te begrijpen uitspraak is “oh maar ik ben niet besmet hoor”. Ik voel het ook: de bijna zekerheid dat ik zelf niet besmet ben, kan zijn, en dat alle maatregelen daarom eigenlijk niet voor mij bedoeld zijn. “Mij overkomt dat niet”, de coronavariant van tienerzwangerschap. We zijn allemaal nou eenmaal bijzonder slecht in het begrijpen van risico en we hebben ook al moeite met alles wat onzichtbaar is – elektriciteit, ziektekiemen, rottende fundamenten. Nog afgezien van het feit dat corona van ons eist dat we alles wat we als goed gedrag geleerd hebben ineens als bijna immoreel of in ieder geval gevaarlijk gedrag verwerpen.

Ik heb helemaal geen zin om het nog lang vol te houden, maar we moeten wel. Ik ga m’n contactlenzen maar weer eens inzetten.

zondag 11 oktober 2020

James Baldwin

Ik herinner me nog dat ik de boeken van James Baldwin geweldig vond toen ik ze als tiener las, en een scene staat me zelfs scherp bij terwijl ik altijd alles vergeet van wat ik lees. De scene waarin hij als klein jongetje per ongeluk te lang in de metro blijft zitten en dan in een witgekleurde wereld terecht komt, en hoe beangstigend dat voor hem was.
Wat ik pas nu, na het zien van I'm not your negro, besef is dat Baldwin een enorme invloed op mijn denken heeft gehad.

Waar hij in I'm not your negro steeds op hamert is dat huidskleur (of seksuele voorkeur, of geslacht) er niet toe doet bij burgerschap. Dat de strijd voor gelijkheid een strijd moet zijn van iedere burger, niet alleen van degenen die onderdrukt worden. En dat passiviteit en afzijdigheid door de gepriviligeerden hun morele verval betekenen. Wie discriminatie en racisme toestaat, wordt monsterlijk.

Die gevoeligheid voor hypocrisie en voor de echte betekenis van burgerschap - je identificeren met je medemensen, je landgenoten, en bouwen aan een democratische samenleving - heb ik waarschijnlijk van Baldwin. Wat fantastisch dat literatuur dat kan aanrichten.

donderdag 8 oktober 2020

Tienduizend euro voor elke jongere

 

Robin Hood is een held omdat ie steelt van de rijken en geeft aan de armen. Een sprookjesheld. In sprookjes is de verdeling tussen goed en kwaad meestal heel helder en ze eindigen doorgaans ook met een nog lang en gelukkig leven voor de betrokkenen.

Politiek, bestuur en beleid zijn zo ongeveer het tegenovergestelde van sprookjes. Ineens gaat het over ‘verantwoordelijkheid’ en ‘afwegingen’, ‘compromis’ en ‘doelmatigheid’. Behalve bij populisten dan. Het is populistisch om jezelf als held in een sprookje te presenteren en te beloven dat je gaat stelen van de miljonairs om tienduizend euro te geven aan alle jongeren. Lekker simpel, het klinkt enorm aardig, trekt misschien een paar stemmen. Maar het is populistisch en onverantwoordelijk.

Niet omdat sommige jongeren hun tienduizend piek misschien zullen verkwanselen, of omdat er ook rijke jongeren zijn die helemaal geen tienduizend euro nodig hebben. Maar omdat verantwoord besturen betekent dat je verantwoord beleid maakt. Dat is een stuk ingewikkelder dan zomaar even zakken met goudmunten verschuiven. Verantwoord beleid maken begint met een goeie probleemanalyse (er is kansenongelijkheid en allerlei maatschappelijke problemen zoals armoede, criminaliteit, slechte gezondheid); een scherpe afbakening over wie het precies gaat; afweging van potentiële oplossingen (beter onderwijs of werkverschaffing of voorlichting of wijziging van het belastingstelsel of een basisinkomen of dienstplicht of of of) aan de hand van kosten-baten- en effectanalyses; creatief een set maatregelen bedenken en testen; overleggen met betrokkenen (jongeren, ouders, werkgevers, uitkeringsinstanties, welzijnswerkers enz. enz.) over wat zij ervaren, willen en kunnen; en dan ook nog in de clinch met andere Kamerfracties om het nodige draagvlak bij elkaar te onderhandelen. Daar klinkt geen tromgeroffel of aanzwellende violen bij, maar het is wel een stuk zinniger dan bij voorbaat onhaalbare campagnebeloftes doen.