donderdag 31 januari 2019

Werkontmoedigingsmaatregelen



Ik manouvreer de fiets naar de verhoging-met-haakse-bocht-en-hekje naar de deur van het fietsenhok, waar een collega vanuit de andere richting precies tegelijk aankomt. Beleefd laat hij me voorgaan en onhandig schik ik m’n spullen zodat ik bij de pas kan waarmee ik de deur open swipe. De rekken staan al behoorlijk vol op dit vroege uur – ik let niet op de bovenste verdieping want met mijn versleten schouders is het sowieso geen optie om een fietsbeugel boven mijn hoofd uit en in te schuiven. Dat betekent wel dat ik aangewezen ben op de onderste laag, waar je je hoofd stoot tegen die bovenste en waar de fietsen zo dicht op elkaar worden gedwongen dat de remkabels wekelijks kapot getrokken zijn.
Mijn rug doet pijn van het bukken maar het lukt me toch om m’n regenpak over het zadel te draperen (het voor de hand liggender stuur is onbereikbaar) en ik loop naar de zij-uitgang, waar ik net te laat aankom om nog met m’n voorganger mee te glippen. Opnieuw op de knop geduwd dan maar, wachten tot de deur tergend langzaam open gaat, vijf stappen naar de volgende deur, swipen, opnieuw wachten tot ik er door kan, en dan tussen de voetgangers en fietsers door slalommen, door de penetrante lucht van asbak, rook en pis bij de marmeren blokken, en met een gedurfd sprongetje de draaideur in. Ik kies de rij die het snelste lijkt. Daar moet je slim in zijn want een rij voor een poortje kan wel kort lijken, maar vaak werkt het systeem niet en moet een beveiliger omstandig komen helpen. Ik swipe, schuifel door het poortje, swipe bij het poortje naar de liften, beweeg me om het groepje collega’s dat pal voor de knoppen is blijven staan en toets in naar welke etage ik moet. Na een paar weken begin ik door te krijgen welke lift bij welke letter hoort maar nog altijd brengt het pijltje naar rechts me even in verwarring.
Het licht van lift E brandt maar dat zegt helemaal niets over de wachttijd. Als dan eindelijk het verlossende belletje klinkt gebeurt alles heel snel: een groepje mensen stapt naar buiten en nog vóór de laatste goed en wel uitgestapt is klappen de deuren dicht. Daarop voorbereid steek ik m’n hand in een soort halve militaire groet in de spleet en de deuren gaan weer open.
Op mijn etage aangekomen duw ik de zware deur open en wandel de honderdtwintig meter naar de 'beuk' waar wij een plekje mogen zoeken. Jaloers zie ik dat de afdelingen waar ik doorheen loop wèl planten, boeken en posters hebben – onze hoek van het gebouw is volkomen steriel, levenloos en kleurloos. Gelukkig is het bureau waar m’n rugkruk naast staat nog vrij, dus ik kwak wat spullen op en rond de tafel om zichtbaar te maken dat de plek nu ‘bezet’ is en ik loop de trap naar beneden om m’n spullen te gaan halen. Drie zware deuren (schouders!), weer honderd meter, gelukkig ben ik mijn pas niet vergeten zodat ik m’n kluisje kan openen en m’n spullen pakken. Het lukt me niet om op de terugtocht even koffie te gaan halen want de laptop en stukken glijden al bijna uit m’n armen, dus eerst koppel ik alles aan en plug ik alles in. Scherm, lader, ergonomische muis, aanmelden, wachtwoord, opstarten. Terwijl de computer verbinding legt met het netwerk haal ik koffie. Op één van de keukentafels die in dit gebouw als werkplek worden geteld ligt een setje oordoppen. Twintig minuten sinds mijn eerste swipe bij de deur van het fietsenhok… ik kan aan het werk.

zondag 13 januari 2019

De Rosnay, Haar naam was Sarah

Haar naam was Sarah van Tatiana de Rosnay is een stuiverromannetje met de holocaust als decor. Toch is het wel leesbaar en volgens mij kan het geen kwaad om de gruwel van jodenvervolging op zo'n manier onder de aandacht te brengen. Wat mij het meest raakt is hetzelfde als toen ik Sonja's zoon las: het besef dat grote groepen 'gewone' burgers zo vatbaar voor haatzaaierij en propaganda zijn. Dat mensen werkelijk menen dat joden (of  moslims/communisten/kapitalisten/feministen/homo's/zigeuners/Rohinya/katholieken/intellectuelen/witten/zwarten/dalits/indianen noem maar op een bedreiging vormen. Geen volwaardige mensen zijn. Uitgeroeid moeten worden. De Ander als levensgevaarlijk archetype, intrinsiek verbonden met de manier waarop wij mens zijn.

Wat De Rosnay ook probeert is ontkenning en vergeten bestrijden. Ook al iets wat kennelijk bij de mensheid hoort. We hebben elkaar millennia vermoord, verkracht, gemarteld, uitgebuit en machthebbers en hele volken doen er al millennia alles aan om te voorkomen dat we schuld bekennen. Of het nou gaat om de slachtpartijen tussen katholieken en protestanten hier, slavenhandel of koloniale roof en moord; om de Goelag of antisemitische collaboratie met de nazis; katholiek misbruik; de voortdurende bezetting en uithongering van aboriginals door witte kolonisten - steeds wordt de kwalijke geschiedenis weggemoffeld en ontkend. Zodat we ons superieur kunnen blijven voelen?

Schuldbesef is niet prettig en ook niet erg vruchtbaar denk ik. Maar ik geloof wel dat het een fase is waar mensen doorheen moeten, om niet alleen gemotiveerd te raken voor een 'nooit weer' maar ook te leren hoe we dat dan moeten garanderen. Begrijpen hoe de vierhoek vrijheid, gelijkheid, zeggenschap en kennis uiteindelijk vrede en welvaart schraagt.

zaterdag 5 januari 2019

Voorstellen voor een betere werking van onze parlementaire democratie

Mijn bladwijzer voor Lage drempels, hoge dijken; Democratie en rechtsstaat in balans; Eindrapport van de staatscommissie parlementair stelsel was een Boomerangkaart waarop stond 'alles komt goed'. Heel toepasselijk, want dit boek geeft mij echt het gevoel dat alles goed zou kunnen komen. Als de aanbevelingen maar in grote lijnen overgenomen worden, durf ik weer een paar jaar opgelucht adem te halen.

Het is een prachtig boek, alles ademt kwaliteit. De vormgeving en het mooie papier, de goed leesbare en logisch geordende teksten, het proces van totstandkoming, de analyse, afwegingen, argumentatie en aanbevelingen. Iedereen die hier op de één of andere manier aan bij heeft mogen dragen zal wel enorm trots zijn lijkt me. En voor iedereen die graag in een vrije, rijke en eerlijke samenleving leeft is het ook van groot belang. Ik hoop dus dat elke (aankomende) kiezer en elke (potentiële) politicus, elke ambtenaar en elke actievoerder, elke student staatsinrichting en elke onderzoeker in de politieke wetenschappen dit boek leest en zich er meningen over vormt. En dan niet alleen de opinieschrijvers nakletst want die doen geen recht aan de degelijkheid van de redeneringen.

Het zou ook goed kunnen, dat iedereen het leest, want het is toegankelijk geschreven. Maar het zal niet gebeuren want weinig mensen lezen 350 pagina's tekst en al helemaal niet als het over zoiets abstracts gaat als de manier waarop alles in ons leven wordt bepaald.

De commissie stelt vast dat de democratische rechtsstaat zoals die een eeuw geleden vorm heeft gekregen, niet langer optimaal werkt nu de wereld toch wel flink veranderd is. De belangrijkste knelpunten zitten 'm in de representatie: de democratie werkt niet voor iedereen even goed. Er is vooral een grote (ook politiek-inhoudelijke) kloof tussen goed opgeleiden en laag opgeleiden. Daarnaast is het verband tussen de manier waarop het land geregeerd wordt, en de wensen en opvattingen van het electoraat, nogal dun. De commissie hoopt het op te lossen met een verbetering van het kiesstelsel waardoor mensen kunnen stemmen op een politieke partij, of op een specifieke kandidaat; met een bindend correctief referendum; en met een gekozen formateur - mijn minst favoriete voorstel. Mogelijk komt mijn conservatisme voort uit de traditionele angst voor presidentiële neigingen van zelfstandig gelegitimeerde premiers, maar daar heeft de commissie ook wat op gevonden: de Tweede Kamer houdt de leiding over de kabinetsformatie.

Om de rechtsstaat te verstevigen en te borgen beveelt de commissie instelling van een constitutioneel hof aan; veel evenwichtiger verhoudingen tussen Eerste en Tweede Kamer; en adequate transparantie, verantwoording en beperking van zowel de materiële belangen en relaties van parlementariërs als de manier waarop politieke partijen marketingmiddelen inzetten om campagne te voeren.

Bovendien wordt er een lans gebroken voor heel veel beter onderwijs waar inwoners burgers mee kunnen worden: staatsinrichting, geschiedenis en maatschappijleer moeten in alle curricula komen. Door 5 mei als Vrijheidsdag te gaan vieren wordt de boodschap nog eens herhaald.

Tenslotte regelt de commissie het eventueel verbieden van politieke partijen beter dan tot nu toe het geval is. Verenigingen kunnen nu ook al worden verboden maar de rechter schrikt er terecht voor terug om zo'n politieke rol te spelen. Als de staatscommissie haar zin krijgt en er komt een constitutioneel hof, een wet op de politieke partijen en de PG bij de Hoge Raad krijgt de bevoegdheid om een partijverbod te initiëren, lijkt me de kans op een politiek-neutrale en transparante manier om antidemocratische partijen te bestrijden aanzienlijk beter.

En nu maar duimen. Nog jaren, ben ik bang. Ik ben te politiek naïef om precies in te schatten waar de weerstand vandaan zal komen, maar ik weet wel dat er van zo'n prachtige studie zelden heel veel overblijft als het in de politieke molens wordt geworpen.

dinsdag 1 januari 2019

Vuurwerk



Heel Nederland zit natuurlijk te wachten op mijn opinie omtrent vuurwerk. Nou hier is ie dan: dóén! Ik ben helemaal voor vuurwerk, ben er dol op. Het is mooi en spannend en de lucht van kruit tesamen met verkleumde vingertjes rond een champagneglas brengt me in topstemming. Sjoelen, muziek, kletsen, zoenen. Een vuurwerkshow is ook leuk natuurlijk maar toch heel wat anders dan de sensatie van knallen en flitsen en kleurige lichtwatervallen overal om je heen. Wegduiken als een figuur in een hoody iets brandends voor je voeten gooit. En dat dat dan alleen maar een sigaret was. Of ouwewijvegilletjes slaken als er een strijker naast je oren ontploft.
Ik heb veel oud-en-nieuw in Australië en Frankrijk gevierd, ook op een boot in Sydney harbour, maar zonder heel veel d&d was het niks. In Frankrijk eten ze alleen maar en in Australië drinken ze alleen maar. De show in de haven was prachtig maar natuurlijk niet spannend. Je moest goddomme een zwemvest kopen om er überhaupt te mogen zijn! De ultieme nannystate ook al begrijp ik best dat je in het brandgevoelige Australië geen vuurwerk mag afsteken zelfs als nanny even afzijdig blijft.
Maar saai is het wel. Bij het journaal over doden en gewonden en bange huisdieren, stikkende astmapatiënten en ongelukkige agenten twijfel ik wel. Het is dezelfde twijfel die ik krijg als ik een vliegtuigticket boek. Het is echt niet goed en het deugt niet. Onverstandig, asociaal, immoreel. Maar ik hef m’n cognitieve dissonantie eenvoudig op door te bedenken hoe waanzinnig veel schade er de rest van het jaar wordt aangericht door gedragingen waar ik toevallig niet aan bijdraag, en hoe waanzinnig veel pret ik heb van deze ene relatief beperkte zonde.
Lekker blijven afsteken jongens, op jullie kosten en met de risico’s voor jullie vingertjes. Als iedereen een beetje normaal doet (geen geweld, geen illegaal vuurwerk, niet naar mensen gooien) mogen we er waarschijnlijk nog jaren van blijven genieten.