maandag 11 maart 2024

Der Hauptmann

Gisteren zag ik Der Hauptmann van Schwentke. Ik dacht eigenlijk dat het gruwelijke verhaal een soort parabel was, waarmee de ijzersterke film duidelijk maakt hoe oorlog tot absurde anarchie leidt en mensenlevens volstrekt waardeloos maakt. Hoe de verwarring en angst ertoe leiden dat de brutalen de hele wereld hebben. Hoe elke vorm van moraliteit dodelijke zwakte is.

Maar Willi Herold heeft niet alleen echt bestaan, de film vertelt ook echt zijn verhaal. Hij heeft een officiersuniform aangetrokken en hij is met een bende van losgeslagen soldaten moordend door Duitsland getrokken. Soms is de werkelijkheid inderdaad ongeloofwaardiger dan fictie.

Alleen, het enge van de film is dat het nou juist niet ongeloofwaardig is. Ik moest denken aan de Wagnergroep, en aan de bloeddorst in Tigrai. Oorlog is een toestand van straffeloosheid en dat biedt vooral kansen aan wie gewetenloos en gewelddadig is. De alomtegenwoordige angst en ellende maken dat er alleen met cynisme en opportunisme te overleven is.

Er zijn figuren die oorlog romantiseren, hetzij omdat ze verlangen naar de kameraadschap van mannen die samen doodsangsten uitstaan, hetzij omdat ze geloven dat oorlog corruptie en onrecht uitwist. Deze film laat zien dat het precies andersom is en dat er absoluut niets positiefs uit oorlog voortkomt. Zelfs geen lessen die daadwerkelijk geleerd zijn.

zondag 3 maart 2024

Zieke gebouwen

Zo mogelijk nog deprimerender dan ons zwartgeverfde kantoor waar alle inspiratie en creativiteit uit ons gedrukt wordt, is een Amerikaans winkelcentrum op zondagochtend. Het gebouw is misselijkmakend lelijk en gigantisch. Door de warmte en harde muzak schakelen alle hersenfuncties af. Op elke hoek zijn twee flappentappen en overal zijn bankjes - alles om mensen ertoe te bewegen zo lang mogelijk in deze verstikkende omgeving rond te dwalen. Bijna alle winkels zijn met rolluiken afgesloten maar er wandelen echtparen en de alcoholist uit mijn straat rond. Ik moet een ingredient voor m'n etentje vanavond halen en dat betekent zoeken langs kilometers schappen waar van elk product minstens twintig merken staan uitgestald.
Naar lucht snakkend bereik ik de draaideur. Welke overheid heeft dit in vredesnaam goedgekeurd?

dinsdag 27 februari 2024

Goed nadenken

Opnieuw had ik een fittie op facebook over wat waar is. Iemand postte de mededeling dat ‘mainstream media’ ons enkel leugens voorschotelen. Ik vroeg hem hoe hij waarheid en leugen van elkaar onderscheidde, en kreeg als antwoord dat hij veel ‘onderzoek’ deed (hij bedoelde dat hij veel las denk ik) en dat hij ‘nadacht’. Op mijn reactie dat veel mensen dat doen en dan toch verschillende conclusies trekken, en dat ik mij daarom afvroeg welke aanvullende indicatoren hij gebruikte, bleef het stil.

Maar ik bleef er wel over doorpiekeren, ook niet voor het eerst. Welke indicatoren gebruik ik zelf om te bepalen of iets waar of niet waar is? Het gaat duidelijk in de eerste plaats om de afzender en de vraag of ik daar vertrouwen in heb. Maar ja, waar is dat vertrouwen dan weer op gebaseerd? Het helpt als ik een bepaald verhaal op meerdere plaatsen tegenkom maar ja, wie zegt dat het niet om slim ingestoken nepnieuws en echokamers gaat? Ik beoordeel of een bericht plausibel is, maar het is wel de vraag of ik de benodigde expertise heb om zo’n beoordeling te maken. Als laatste gebruik ik mijn intuitie om te zien, om te voelen, of een bericht de bedoeling heeft om iets of iemand verdacht te maken of om verontwaardiging of walging op te roepen. Maar wanneer zijn mijn emotionele reacties de kwade intentie van een afzender, en wanneer gaat het gewoon om menselijke reacties op akelig nieuws?

Kortom, geen andere kaders of indicatoren dan die iedereen gebruikt. Het is ook zeer de vraag of ik slimmer of beter geinformeerd ben dan anderen waardoor ik beter weet wat waar is en wat niet. Zo ben ik weer terug bij af.

Ik geloof mijn facebookkennis niet en de redactie van mijn krant wel. Daardoor heb ik een iets optimistischer wereldbeeld dan hij. Maar we vliegen allebei in dezelfde lucht en we worden daar allebei net zo gelukkig van. We blijven in gesprek.

donderdag 8 februari 2024

Dierenbescherming

PETA, de permanent hysterische fondsenwerver voor heel zielige dieren, maakt bezwaar tegen hobbelpaardjes. Tere kinderzieltjes raken volkomen verpest door ervaringen waarin zij plastic kermisbeesten als gebruiksvoorwerp leren zien. Een professor in de dier-mens relatiekunde onderschrijft dat. Hij ziet eigenlijk geen verschil tussen een draaimolen met dierfiguren en racistische stereotypen.

Rechts kan hier nog jaren mee vooruit. Of paarden en pony's gediend zijn met een kuisere opvoeding van de volgende generatie valt te bezien, maar voor BBB is het zo wel heel eenvoudig om stemmen te trekken. Vertel provinciaal Nederland dat we van de veganistische wolvenknuffelaars de Donald Duck niet meer mogen lezen en ze eisen massaal respect voor de oer-Nederlandse identiteit van gehaktballen en damhertjes.

dinsdag 6 februari 2024

Weer die boeren

Ik groeide op onder de walm van legbatterijen en varkensstallen. Waar de boeren de gemeenteraad domineerden, waar de schoolmeester-annex-bankier ouders via hun kinderen onder druk zette en waar de pastoor een demonstratie op touw zette om te voorkomen dat er een crèche in ons huis werd ingericht. Boeren herkende je aan hun dikke mercedessen en hun grote valse waakhonden aan veel te korte kettingen. Ze hadden ook geweren.

Eerst waren er nog korenvelden en kleine akkertjes tussen de weilanden, maar tegen de tijd dat ik naar de middelbare school fietste waren er enkel nog mais en bieten. En altijd waren de boeren de baas.

Daar begreep ik als kind niks van, want die boeren hadden werkelijk niets wat hen superieur maakte. ’s Zondags na de kerk zaten ze in het dorpscafé te roken en drinken. Met carnaval bemanden ze de prinsenwagen. Af en toe viel er een boerenzoon van een trekker en die verloor dan z’n been. Boeren waren spreekwoordelijk reactionair en door geen jongere serieus genomen.

Ik begrijp het nog steeds niet, al zijn de traktoren groter en de acties extremer. Zijn wij nou werkelijk collectief zó bangelijk dat we elke asbestfik interpreteren als een teken dat ‘de mensen niet gehoord zijn’ en dat we al mea culpa roepend schielijk het beleid voor het welzijn van heel Nederland maar weer intrekken?

Ook als het niet zozeer om intimidatie maar om identiteit en nostalgie gaat vind ik het onbegrijpelijk. Zo cool zijn industriële veeboeren toch niet? Ze nemen ons alle recreatieruimte en natuur af, ze worden over onze ruggen rijk, ze geven ons stank, Q-koorts en Parkinson. Ze vergiftigen onze groenten en ze vervoeren dieren in benauwde veewagens naar Italië.

Waarom laten politici zo hun oren hangen naar terreurboeren? Waarom slepen politieagenten hen niet aan hun haren van de snelweg af?

zaterdag 6 januari 2024

Politieke cultuur

 "Waar staat dat?" vraagt iemand die geen inhoudelijk argument heeft. Iemand die focust op formele regels en feiten in plaats van de betekenis. We doen het nu met z'n allen: gaat de PVV zich aan de Grondwet houden? Daarmee gedragen we ons als peuters die de wereld proberen te begrijpen door alles letterlijk te nemen.

Toen ik twintig jaar geleden voor het eerst een verkiezingsprogramma van de PVV las zag ik hoe slim en gevaarlijk het was. Waar het Groenlinksprogramma een gortdroge ambtelijke notitie van tachtig pagina's was waar je over elk zinsdeel zou kunnen discussieren, stond er in het pamfletje van de PVV niet één stelling, redenering of voornemen. Het was een aaneenschakeling van insinuaties en frames. Het gaf de haters een gevoel van herkenning maar niets waar je een rationeel debat over kon voeren.

Wat er mis is met extreem-rechts is niet dat ze onmiddellijk de rechtsstaat af willen schaffen of opposanten willen vervolgen - dat komt later pas. Het begint met een derde van het electoraat van het rijkste en gelukkigste land ter wereld dat doodsbang is om de eigen verworvenheden te verliezen en dat niets gunt aan mensen die anders zijn dan zijzelf. Het begint met politici die trots hun gebrek aan fatsoen etaleren en die andere partijleiders consequent uitschelden. Niets is zo ondemocratisch als het onmogelijk maken van debat, door ruzie te zoeken en tegenstanders te intimideren.
Het begint met het verkiezen van een Kamervoorzitter, de functionaris die de omgangsvormen in het parlement moet bewaken, die zich in speeches en op sociale media heeft ontpopt tot een gemene pestkop tegen zwakkeren.

Democratie heeft gemeenschapsgevoel en samenwerking nodig, het algemeen belang boven een eigen belang kunnen plaatsen - het beroemde 'over je schaduw heen stappen'. Democratie heeft hoffelijkheid en respect nodig, is het niet voor de persoon of de mening van de ander dan toch minstens voor diens menselijkheid, functie en inzet. Democratie heeft debat nodig, het naar elkaar luisteren en inhoudelijk ingaan op elkaars punten. Om te kunnen debatteren moet je niet alleen elkaars taal spreken en verstandig willen argumenteren, deelnemers aan het debat moeten het als een serieus spel beschouwen en niet als een oorlog.

Uiteindelijk is het de politieke cultuur die een democratie draagt, niet de Grondwet of het recht. De constitutie is een kwestie van gedrag en het is de vraag of je dat in een regeerakkoord kan vastpinnen.

vrijdag 29 december 2023

de liberale staat

Wij leven in een liberaal regime, een democratische rechtsstaat gebaseerd op het ideaal van een samenleving van vrije burgers. De staat heeft macht en individuen moeten tegen misbruik van die macht beschermd worden door de machtsuitoefening aan banden te leggen. Dat lukt door de regering te laten controleren door de volksvertegenwoordiging (democratie), door wetten die op de juiste, democratische, manier tot stand zijn gekomen boven elke procedure en elke functionaris te plaatsen en door onafhankelijke rechtspraak (recht). Wie zichzelf boven de wet plaatst is corrupt of crimineel en wordt door de staat bestraft. Daarmee is recht in een liberale democratie de voorwaarde voor vrijheid, hoe je die vrijheid verder ook definieert.

Het liberalisme van J.S. Mill draaide om gewetensvrijheid, uitingsvrijheid, persvrijheid als voorwaarden voor een kwalitatief stevig publiek debat. Een andere voorwaarde was burgerschap en dat impliceerde bij Mill autonomie en verantwoordelijkheid. Goed geinformeerde, verstandige volwassenen zouden in een openbare ideeënstrijd tot de meest rationele besluiten komen.

Voor neoliberalen draait het vooral om de economie, om vrije concurrentie en om de vrijheid om te ondernemen en vrijheid om je kapitaal aan te wenden zoals jou goeddunkt. Neoliberalen geloven dat vrije markten dankzij de onzichtbare hand van het prijsmechanisme tot optimale verhoudingen van prijs en kwaliteit leiden zodat er genoeg is van alles voor iedereen. De taak van de overheid is vooral om die werking van markten te waarborgen. Daarnaast biedt de overheid bescherming tegen marktfalen, externaliteiten, onevenwichtigheden in machtsverdelingen.

Sociaal-liberalen zien meer risico’s in een kapitalistische economie doordat ze meer oog hebben voor scheve machtsverdeling, dus zij leggen meer nadruk op rechtvaardige (her)verdeling van kansen en inkomens. Dat vraagt om een actieve staat die niet alleen sociaal beleid voert maar vooral gelijke behandeling verzekert door middel van het borgen van fundamentele (mensen)rechten. Ieder mens, ongeacht zijn of haar inkomen of vermogen, gezag of kennis, overtuigingen of geloof, heeft dezelfde rechten en de staat is er om ervoor te zorgen dat ieders rechten daadwerkelijk worden gerespecteerd. Door de staat en ook door anderen – bedrijven, werkgevers, buren.

Er zijn ook nog libertariërs, voor wie vrijheid een kwestie is van de afwezigheid van belemmeringen om dat te doen wat hem of haar goeddunkt. Voor libertariërs vormt de staat een bedreiging van individuele vrijheid omdat zij uitgaan van een zero sum game: meer vrijheid voor de één betekent minder vrijheid voor de ander. Een staat is er dan ook alleen maar om de begrenzing van al die individuele koninkrijkjes te markeren – jouw vrijheid reikt tot daar waar het de mijne in de weg gaat zitten.