zondag 4 augustus 2019

Stangneth, Het kwade denken


Ik heb zelden een boek gelezen dat zo slecht, onleesbaar, onbegrijpelijk, lelijk geschreven is en dat toch de moeite van het lezen waard is. Maar wat een worsteling! Zin na zin is onnodig lang en ingewikkeld, vol tangconstructies en bijzinnen. De ideeën en boodschappen zijn van hetzelfde laken een pak: laag op laag op laag, waardoor het niet te volgen is wat de auteur eigenlijk wil zeggen. Bijna niet. Ze baseert zich op Kant en Ahrendt om de relatie tussen kennis, moraal en vrijheid uit te werken. Zoals ik haar boodschap begrijp: alle mensen zijn gelijkelijk begiftigd met rede, en dat schept de plicht tot moraliteit: de mens en menselijk leven altijd als doel te stellen. De rede biedt echter vrijheid, want het biedt keuzemogelijkheden.
Nazis en andere extremisten, ook de hedendaagse, verwerpen het denken en ze verwerpen het idee van kennis, van objectieve feiten. Ze maken elke redenering verdacht en elke stelling is volgens hen een subjectieve mening. ‘Goed’ is volgens hen traditie en gemeenschap, gewoon doen wat hoort, gewoon gehoorzaam zijn aan autoriteiten. Niet zelf denken. Mensen houden niet van onzekerheid en vinden het daarom wel fijn als ze niet hoeven redeneren en geen eigen verantwoordelijkheid hebben voor hun morele oordelen.
Tenminste, dat denk ik dat de boodschap is. En dat is dan jammer want dat is niks nieuws. Ik had graag meer begrepen van Kants stelling dat de mens van nature ‘slecht’ is, vanwege die vrijheid, en van Ahrendts banaliteit van het kwaad. Maar Bettina Stangneth is, ook al behandelt ze de belangrijkste thematiek, een enorme afrader.