maandag 15 september 2008

externe inhuur door roulerende topambtenaren

Onder de toplaag van roulerende overheidsmanagers zitten duizenden inhoudelijke ambtenaren. Beleidsmedewerkers, adviseurs, onderzoekers enzovoort, die jarenlang voor dezelfde organisatie werken. Deze academisch of juist praktisch geschoolde ambtenaren zijn vaak uiterst betrokken bij hun werk, en ze beschikken over de kennis en ervaring die nodig zijn om het overheidshandwerk te doen: beleidsnota’s schrijven, wetsvoorstellen maken, maatschappelijke groeperingen consulteren en voorlichting geven.

De overheid beschikt ook nog eens over een schat aan eigen onderzoeksinstituten, waar informatie en kennis die rechtsstreeks van belang zijn voor politiek en beleid, worden vergaard. Bij inspecties, adviesraden en onderzoeksraden en -afdelingen werken honderden mensen die er voor kunnen zorgen dat de top geïnformeerde beslissingen kan nemen.

Niet alleen Jouke de Vries vergeet deze groep ambtenaren, die het primaire proces van het Haagse uitvoeren, ook de ambtelijke top lijkt niet in de gaten te hebben wat een schat aan kennis en advies ze in huis hebben. Hoe anders is te verklaren dat er zo verschrikkelijk veel extern wordt ingehuurd, terwijl de ‘consultants’ gewoon in dienst zijn?

De vraag is natuurlijk waarom de ambtelijke top deze nogal stille kracht over het hoofd ziet. Kennen ze door het duizelingwekkend rouleren hun eigen organisaties niet meer? Hebben ze minder vertrouwen in ambtenaren dan in commerciële consultants, omdat ze zoveel meer affiniteit hebben met het bedrijfsleven dan met de publieke dienst? Is het misschien veel eenvoudiger om een externe adviseur met een enkele opdracht de organisatie in te sturen, dan om zich bezig te houden met het lastige managen van zo’n organisatie?

Leverden ze maar werkelijk prestatiegegevens op! Dan zou zichtbaar worden of de ABD-ers werkelijk topmanagers zijn. Dan blijkt of ze het voor elkaar krijgen een organisatie zodanig te sturen, te beheren en te faciliteren, met andere woorden te managen, dat het iets oplevert waar politiek en samenleving iets aan hebben. Dan kunnen ze hun organisaties verdedigen tegen de aanvallen vanuit de politiek, waar men dagelijks méér beleid wil en minder ambtenaren.

donderdag 11 september 2008

Ambtenarenruggen

Politici kunnen makkelijk scoren over de ruggen van ambtenaren. Roep dat er teveel zijn, dat ze lui zijn of zich Kafkaësk gedragen, dat ze vooral veel last voor de burgers veroorzaken. Ambtenaren kosten een hoop belastinggeld en ze besteden het ook nog eens aan rare luxe programma’s voor zichzelf: zakkenvullers!
Niemand neemt de moeite om eens uit te zoeken of er nou werkelijk teveel ambtenaren zijn, of bureaucratie en lasten niet veroorzaakt worden door de scoringsdrift van politici, of goed personeelsbeleid bij de overheid misschien leidt tot een hogere kwaliteit van het beleid.

Neem nou een futurcentrum van rijkswaterstaat, waar de geesten los gemaakt kunnen worden, of neem nou zoiets als de ov-kaart. Als je een contract met de openbaar vervoerbedrijven afsluit om alle rijksambtenaren een ov jaarkaart te geven, sla je ik weet niet hoeveel vliegen in één klap. Het is voor de overheid lekker goedkoop, want je bent van de reisdeclaraties af. Niemand hoeft meer uren te besteden aan het invullen van z’n declaraties, of aan het uitbetalen, controleren, archiveren. Duizenden minuten hoeft niemand meer in de rij voor de kaartjesautomaat te staan. Ambtenaren zijn ook blij met de prettige employee benefit, het is voor hen niet alleen gemakkelijk, maar ook een leuke extra omdat ze met zo’n ov-kaart ook privé kunnen reizen. Het milieu wordt gediend want niemand stapt nog in een auto als dat niet echt nodig is, en daarmee worden meteen ook de files rond Den Haag aanzienlijk minder. Maar het belangrijkste voordeel is ongrijpbaar: ambtenaren die makkelijk reizen zullen eerder geneigd zijn om de wereld in te gaan, kennis te nemen van meningen en ontwikkelingen en wensen buiten hun kleine wereldje van hun afdeling, contacten te leggen, mensen en organisaties aan elkaar te koppelen.

Maar nee, zulke doelmatigheid bekt niet lekker. Voor een politicus is het makkelijker om verontwaardigd schande te roepen over belachelijke uitgaven, dan om uit te leggen dat het werkelijk bereiken van je doelen op een efficiënte manier goed doordachte maatregelen vergt. Het verhaal zou veel te complex worden voor de simpele goegemeente, die op zoek naar een gemeenschappelijke vijand zich blij tegen ‘de ambtenaren’ keert.

Verwachten diezelfde mensen wel dat het overheidsapparaat zich het vuur uit de sloffen loopt om hen te bedienen?

vrijdag 5 september 2008

Opstaan voor de rechter

Advocaat Enait begrijpt er niks van. Als er gevraagd wordt respect te tonen door op te staan, is dat niet voor een persoon die een beter of belangrijker mens zou zijn dan een ander. Je staat op voor de rechter, uit respect voor de functie. Het maakt helemaal niet uit wie de functie bekleedt, wat voor mens dat is. In een rechtsstaat is het van groot belang dat men de rechter respecteert, en dat dat respect steeds weer wordt betoond. De symboliek van toga en opstaan is juist nodig om de gelijkwaardigheid van mensen, die beschermd wordt door de neutrale rechter, te bevestigen.