vrijdag 29 januari 2021

Identiteitsfraude

 

Vanuit mijn rechtsstaat- en mensenrechtenbelangstelling stortte ik me een jaar of tien geleden op het onderwerp privacy, vooral in relatie met ict- en cyberontwikkelingen. We ontdekten al gauw dat privacy niet alleen een kwestie is van vrijheid en burgerlijke autonomie, maar ook van veiligheid en beveiliging tegen criminelen. Hoe minder informatie er over een persoon opgeslagen wordt, hoe kleiner de mogelijkheden voor boeven om er misbruik van te maken. En hoe kleiner de kans voor uitvoeringsorganisaties om te discrimineren, maar dat is een ander onderwerp.

Via privacy, ict en andere onderwerpen belandde ik onder meer bij identiteit en eID. Volgens mij is het een kerntaak van de overheid om burgers te voorzien van veilige en betrouwbare mogelijkheden om zich te identificeren, zowel offline als online. Uitgifte van een goed paspoort is cruciaal en dat wordt dan ook grondig bewaakt. Er zijn allerlei waarborgen tegen vervalsing en als je aangifte doet van diefstal wordt dat serieus genomen. Bovendien krijg je een nieuw paspoort, zij het met een boete vanwege je onvoorzichtigheid. Een fatsoenlijk eID met procedures voor als er mogelijk iets mis is gegaan, is er nog niet (eHerkenning voor bedrijven voldoet gewoon niet voor burgers) want dat vond de overheid te duur. Zodat we ons nog altijd legitimeren met email en facebookprofielen.

Als je je met privacy, cyberveiligheid en identiteit bezighoudt, stuit je op horrorverhalen van mensen van wie de identiteit misbruikt is door een ander, of die op de één of andere manier fout in de overheidsregistraties staan. Jarenlange ellende van geplunderde bankrekeningen, boetes en vervolging, weigering van allerlei noodzakelijke diensten en onnavolgbare rekeningen en niets of niemand die helpt. Een correctie bij één instantie helpt vaak niet omdat zowat alle registraties binnen en buiten de overheid aan elkaar gekoppeld zijn, meestal door middel van het BSN. Daar komt bij dat de overheidscapaciteit op het gebied van ict nou net enorm tekort schiet. Burgers die slachtoffer worden, van criminelen of van fouten, staan volkomen machteloos en worden als extra trap na zelf verdacht van allerlei malversaties.

Vanwege mijn bewustzijn van de rampspoed van id-fraude heb ik de afgelopen jaren geschipperd tussen mezelf zo goed mogelijk beveiligen – nooit klantenkaarten aanmaken, nooit persoonsgegevens weggeven voor niet-noodzakelijke dingen, geen kopietje-paspoort op m’n pc bewaren, geen vingerafdruk gebruiken om poortjes te openen, een degelijke wachtwoordmanager gebruiken en oppassen met boodschappen online – en toch een normaal leven leiden. Voor mij hoort daar intensief gebruik van de wonderen der internet bij. Sociale media, blogs, online bankieren en online communiceren met de overheid. Harstikke handig en leuk als je maar een beetje oplet.

Toch wist ik dat het vroeger of later een keer mis zou gaan, omdat bedrijven en instellingen, ook die van de overheid, gewoon onvoldoende privacy by design inbouwen in hun klantsystemen en onvoldoende expertise en aandacht aan beveiliging besteden. Tien jaar geleden hoopte ik dat er op een gegeven moment wel een loketje zou worden opgericht waar slachtoffers van gegevensmisbruik terecht kunnen voor hulp en herstel. Helaas, we zijn de mantra van ‘eigen verantwoordelijkheid’ nog lang niet voorbij en de neoliberale overheid heeft nog lang geen beleid gemaakt om ervoor te zorgen dat ik mijn eigen verantwoordelijkheid kan nemen. Machteloos moet ik afwachten of er in de komende jaren op de één of andere manier gebruik wordt gemaakt van de gegevens die de GGD gewoon op de stoep heeft gezet met een ‘voor de liefhebber’-briefje erbij. Afwachten, en hopen dat als het gebeurt, ik snel in de gaten krijg dat er misbruik is gemaakt. En dat ik dan gehoor vind bij de instantie die niet om mijn handtekening heeft gevraagd omdat ze de combinatie geboortedatum-BSN-adres meestal wel genoeg vinden. En dat schade dan vergoed wordt ondanks de neiging van instanties om de schuld zoveel mogelijk bij slachtoffers te leggen.

 

zondag 24 januari 2021

Léonora Miano, Hoelang nog duurt de nacht

Boeken kunnen toverinstrumenten zijn. Ze maken magische krachten los. Films zijn goocheltruuks, boeken bewegen je geest. Miano voerde me mee naar, in, het leven van de Mutangos. In het hoofd vooral van Ebeise, de oude vroedvrouw die ondanks haar wijsheid de catastrofe van de slavenjacht niet kan bevatten. Voor mij duurde het, net als voor Eyabe, even voordat ik m'n gedachten een beetje kon richten, in het verhaal terecht kon komen. Van de andere kant weliswaar - ik moest juist ontdekken hoe het dorpsleven ergens in Afrika ergens een paar eeuwen geleden werkte. De eerste vijftig, zestig pagina's begreep ik net zo weinig wat er aan de hand was als de personages en op die manier kwamen we bij elkaar. Ik heb als moderne Nederlander geen kennisvoorsprong meer tegen de tijd dat er wat aanwijzingen komen over wat er gebeurd is. Na een vreselijke brand zijn er twaalf mannen verdwenen en hun moeders kunnen geen contact met hun geesten leggen. Hoe meer er duidelijk wordt, hoe gruwelijker het verhaal. Tot het laatste moment wordt nooit duidelijk, begrijpelijk, hoe het zit al is tegen die tijd het dorp, de gemeenschap, de stam wel volledig vernietigd. Toch lukt het Miano om met een glimmertje hoop te eindigen. Gelukkig maar want zodra het boek dicht is, de lezer weer teruggekeerd in de moderne wereld van uitbuiting en racisme, is de zwaarte van het verleden alleen te dragen dankzij dat sprankje.

dinsdag 19 januari 2021

Een deugdelijk ambtelijk apparaat

 

Door de toeslagenaffaire is er eindelijk weer aandacht voor redelijkheid en billijkheid in het recht, voor de menselijke maat in het beleid, voor doelmatige uitvoering, voor evaluatie, kritiek en tegenspraak binnen de overheid en voor rechtsbescherming. Niet alleen politici maar vooral ambtenaren moeten zich verantwoorden over oneerlijke en onredelijke beslissingen. Classificaties als ‘gevoelloos’ en ‘gewetenloos’ zijn niet van de lucht.

Dat zal allemaal waar zijn, en ik heb me zelf in de afgelopen decennia vaak verbaasd over het gebrek aan belangstelling voor echte burgers, mensen van vlees en bloed, in de beleidsvorming. Project na project poogden we om het burgerbewustzijn en de bejegening te verbeteren. Ik heb altijd geloofd dat onderzoek naar de ervaringen, wensen en belangen van burgers een logisch element is van het IAK, het integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving. En met een ‘doenvermogentoets’ hebben we, hoe lelijk dat woord ook is, expliciet gemaakt dat beleidsambtenaren zich rekenschap moeten geven van de leefwerelden van hun doelgroepen.

Maar ik ben ook altijd argwanend geweest over goeie bedoelingen van burgergerichte modes. Van ‘interactieve beleidsvorming’ tot de ‘participerende overheid’, van ‘burgergericht VenJ’ tot ‘menselijke maat’, steeds poogden aardige, gedreven ambtenaren om een directe relatie met burgers te leggen. Ik herinner me heftige discussies over het verschil tussen inspraak en participatie, over netwerken en professionaliteit, over inclusiviteit en het risico dat alleen de assertiefste burgers gehoord worden. Maar weinig over politieke verantwoording of over democratie en rechtsstaat.

Ambtenaren, het ambtelijk apparaat, moeten volstrekt tegenstrijdige, onmogelijke kwaliteiten hebben. Ze moeten neutraal en loyaal de democratisch gelegitimeerde wet uitvoeren. Ze moeten de wensen van de volksvertegenwoordiging vertalen in doelmatig beleid. Ze moeten rechtsgelijkheid en rechtszekerheid bieden. Hun minister, waar het parlement vertrouwen in heeft, ondersteunen. Hun kennis en kunde inzetten om kritisch te adviseren. Tegengeluiden verzamelen en verwerken in beleidsvoorstellen. Contact met ngo’s, brancheorganisaties, uitvoerders, en doelgroepvertegenwoordigers houden. De banden met mede-overheden en Europese commissies verstevigen. Altijd op de hoogte zijn van de laatste wetenschappelijke inzichten. Aandacht vragen voor minderheidsbelangen. Fundamentele rechten en milieugrenzen bewaken.

Zodat de regering verantwoording af kan leggen aan het parlement. Zodat het parlement de regering kan controleren. Door de complexiteit van de overheid en van alles wat de overheid doet en besluit is dat harstikke beperkt, ondanks de vele instituties die het systeem van verantwoording en controle stutten. Maar als ambtenaren zich helemaal onder de politieke aansturing uitworstelen, zich helemaal laten leiden door hun hoogstpersoonlijke geweten, dan blijft er van democratische verantwoording niets meer over. Tenzij we ook in werkelijkheid, en niet alleen maar op papier, gaan evalueren, monitoren, meten, onderzoeken en motiveren. In alle openheid.

zaterdag 16 januari 2021

Neoliberaal cynisme

Decennia verzorgingsstaat heeft ons collectief stinkend rijk gemaakt - de meerderheid heeft nooit echte problemen. Die zelfvoldane meerderheid, die meent dat die welvaart de eigen verdienste is, tolereert geen pechvogels meer. Als je problemen hebt: eigen schuld dikke bult.
Die eigen-schuld-pechvogels hebben hulp of steun of oefenruimte nodig maar we zijn met z'n allen doodsbenauwd dat ze onterecht zouden profiteren. Van de belastingcenten van de hardwerkende Nederlander tenslotte. En dat ze liever lui dan moe zijn, zich onttrekken aan de verplichting om zo snel mogelijk weer zonder steun te kunnen 'bijdragen' aan de samenleving. Want je draagt alleen maar bij als je verdient tenslotte, zodat je kan consumeren, produceren en werkgelegenheid opleveren tenslotte.

Niet alleen de pechvogels worden voor de zekerheid in duimschroeven en dwangbuizen genaaid. Ook de hulpverleners die gemotiveerd zijn om die mensen hulp te verlenen, dus vast veel te ruimhartig zullen zijn, worden aan regels en voorschriften en protocollen en rapportageverplichtingen en dwangbevelen en eisen en grenzen en kaders vastgespijkerd. Ze krijgen zo min mogelijk professionele ruimte om naar eigen inzicht iemand te helpen. Ze moeten ten onrechte verstrekte toeslagen dubbel terugvorderen, uitkeringen weigeren, opleidingen verbieden.

En zo hebben we ingewikkelde en letterlijk onmenselijke (want juridische ict-) systemen opgebouwd die niet alleen onvoldoende hulp bieden maar die schuld en schade juist veroorzaken en verergeren. Mensen worden geen slachtoffers van criminelen of van uitbuiting meer, ze worden vooral slachtoffer van een extreem cynische overheid die drijft op het vrome geloof in commercie, markt en eigen verantwoordelijkheid. Regels en instanties zijn er niet meer om pechvogels te beschermen, ze zijn er om de geslaagden te beschermen tegen de hulpbehoevenden. Terug naar de wereld van Charles Dickens maar nu in een glimmender vorm.

We zullen er weinig aan doen. Het leed van de toeslagenaffaire is binnenkort weer vergeten. Zoals we nooit serieus werk hebben willen maken van integriteit, vanuit de nergens op gebaseerde overtuiging dat Nederlanders vanzelf niet corrupt zijn, zulen we ook geen serieus werk maken van rechtvaardigheid. Geen ombudsfuncties met doorzettingsmacht, geen ruimte voor professionals, geen prioriteit voor doelmatigheid boven rechtmatigheid als het gaat om de rechten en plichten van individuele burgers. Integendeel, we stemmen straks met een flinke meerderheid weer harstikke rechts want de slachtoffers, die stemmen niet meer. Of ze zoemen al demonstrerend in de plakkerige vliegenstrip van PVV of DENK.

zaterdag 9 januari 2021

Het uiten van een mening ook als het zinloos is

 Studie- en verenigingsgenoot en extreem-rechtsonderzoeker Cas Mudde: " uiterst rechts vormt een formidabele dreiging, maar het kan alleen succesvol zijn dankzij impliciete steun van de mainstream uit opportunistische samenwerking dan wel laf stilzwijgen." Sinds talloze studies naar de opmaat naar WOII weten we allemaal dat dit de kern is.
En ik voel me ook aangesproken. Laat tegengeluid horen! Blijf bestrijden dat fascisme normaal is! Schrijf demonstreer spreek schilder!

Toch doe ik nog niet half wat nodig is. Allereerst omdat het echt geen zoden aan de dijk zet om uit linkse hoek te protesteren. Zo voordehandliggend dat het vanzelfsprekend genegeerd kan worden. Daarbovenop het verwijt van de balk in eigen oog - ook links is er populisme, racisme, seksisme en totalitarisme. Ook keurige bestuurders en knappe wetenschappers zijn lang niet altijd integer.
Verder word ik regelmatig ontmoedigd door de overweldigende opgave - extreem-rechts is zó heftig ver verwijderd van alles waar ik zelf in geloof en zó kwaadaardig en zó groot en agressief en ik ben geen David die met een welgemikte slinger de reus velt. Al helemaal niet doordat niet alleen de online social media, maar ook zogenaamd keurige mainstream media zichzelf voortdurend als versterkers aan de voeten van extreem-rechts werpen. Daar kan een enkeling gewoon niet tegenop.
Het besef dat alleen maar tégen zijn, tégengeluid, op geen enkele manier constructief is, helpt ook al niet. En dat het alternatief, uiteenzetten wat er zo goed is aan gelijkheid, vrijheid en broederschap, aan democratische procedures en rechtsstatelijke waarborgen, aan kennis in plaats van geweld en aan beschaving tegenover grofheid, dat wordt iedere keer een saai ambtelijk verhaal.

Regelmatig geef ik het gewoon op. Kan ik alleen maar hopen op rechtse figuren die opkomen voor democratie en recht en beschaving. Op speeches als die van McConnell.
Maar zodra ik me realiseer hoe gepriviligeerd ik ben, hoe gemakkelijk mijn leven is en hoe ik profiteer van de vrijheid en kansen die deze democratische samenleving mij biedt, besef ik dat ik toch weer aan de bak moet. Dan maar in een blog dat niemand leest. Als iedereen de middelen gebruikt die ze heeft, in plaats van lui of gedeprimeerd op ons gat te blijven zitten, dan blijft er hoop. Omdat we dagelijks aan elkaar zichtbaar moeten maken dat er meer mensen zijn die wel degelijk iets over hebben voor het beschermen van onze verworvenheden: gelijkheid, vrijheid, menselijkheid.

dinsdag 5 januari 2021

De waarheid in pacht

 

Een jaar of tien geleden zag je af en toe clickbait voorbij komen op de social media. Absurde nepnieuwsberichten met hysterische koppen en bizarre plaatjes, geproduceerd in voormalig Joegoslavië met het kennelijke doel om online traffic te genereren. Ik vond het een kwalijke zaak maar ik maakte me niet al te veel zorgen. Alleen volslagen idioten zouden, dacht ik, in dat soort nonsens trappen.

Inmiddels worden onze democratische samenlevingen, tolerantie en vertrouwen en de opvoeding van kinderen zwaar ondermijnd door nepnieuws en polarisatie. Communiceren met mensen buiten je eigen bubbels wordt steeds lastiger en allemaal zijn we overtuigd van ons eigen gelijk. Tot mijn afgrijzen zie ik voorheen verstandige kennissen meegaan in de wanen van alternatieve feiten, pseudowetenschap en als journalistiek vermomde insinuaties. Ik zie dat mensen zo weinig lezen en zo matig zijn opgeleid dat ze niet in staat zijn om correcte zinnen te formuleren, laat staan teksten van anderen kritisch kunnen beoordelen. Ik zie dat mensen zo gewend zijn om hapslikklare brokjes tv-amusement tot zich te nemen dat ze menen dat kennis op eenzelfde eenvoudige manier naar binnen kan glijden. Ongefundeerd wantrouwen wordt aangezien voor kritiek. Wie vertrouwt op klassieke informatiebronnen wordt weggezet als ‘closed mind’ of volgzaam schaap.

Grappig genoeg doen maar weinigen zelf empirisch of journalistiek onderzoek, de wappies niet en de silent majority ook al niet. Ik ook niet. Dat betekent dat iedereen vertrouwt op informatie, kennis en inzichten van derden. En op z’n eigen vermogen om te redeneren en om waarheid van leugen te onderscheiden. Terwijl clickbait inmiddels zó slim in elkaar zit dat we allemaal voor de bijl gaan. Algoritmen bepalen wat we geloven, facebook is de nieuwe kerk. Ik heb geen idee hoe we hier nog uit kunnen komen.