zaterdag 28 maart 2020

Wandelen met m'n moeder

Ik moest bijna huilen van opluchting dus kennelijk was ik toch wel heel erg bezorgd geweest. De laatste keer dat ik mijn moeder had gezien was vijf weken geleden toen ze 77 werd. We zien elkaar wel vaker lange tijd niet en we bellen regelmatig, dus zó bijzonder was het nu ook niet. Bovendien weet ik dat ze harstikke gezond is en dat ze goed voor zichzelf zorgt. Maar ik was panisch voor een verdergaande lockdown en de kans dat we elkaar echt maanden niet zouden mogen zien, om nog maar te zwijgen van het risico dat ze ziek zou worden.
Dus spraken we af op de Strabrechtse heide om twee meter uit elkaar te wandelen. Dat is uitstekend gelukt, mede dankzij de lange bamboestok die ik mee had genomen om goed te zien hoe ver we uit elkaar moesten blijven. Niet mogen zoenen of knuffelen is natuurlijk lastig, maar drie uur in een schitterend natuurgebied wandelen, praten en van de zon genieten maakt het goed te verdragen. Ik neem me voor om dit te blijven doen tot het niet meer mag, of nog liever tot het niet meer hoeft.

vrijdag 27 maart 2020

De thuiswerkblues

Hoe afgrijselijk ons kantoorgebouw ook is, thuis kan ik niet werken. Om alle redenen waar half Nederland nu tegenaan loopt. Ik heb geen plaats om een werkplek in te richten, laat staan een ergonomisch verantwoorde plek. Rugpijn en verkrampte schouders binnen een half uur. M'n buren stampen op de vloer/mijn plafond of draaien keiharde muziek. Van de stress slaap ik slecht. Ik word voortdurend afgeleid door huishoudelijke beslommeringen en ik heb er ook mentaal veel moeite mee om het werk in mijn privéwereld binnen te halen. Mijn hoofd gaat gewoon niet naar werk staan zolang ik thuis ben. Ik heb m'n eettafel half leeggeruimd zodat er plaats is voor twee laptops (de laptop van kantoor doet het niet altijd) en voorlopig heb ik wat spullen maar op de grond gekwakt. Ik mis het dagelijkse ritme van naar kantoor fietsen, mopperen op de waardeloze fietsenstalling, spullen pakken en mezelf installeren achter een bureau. En, zoals iedereen, ik mis m'n collega's. Ook al spreken en zien we elkaar elke dag in een videocall, veel vaker dus dan toen alles nog gewoon was.

Grappig genoeg hebben zelfs de thuiswerkers onder de collega's het er moeilijk mee. Een deel van de collega's heeft al jaren een kantoortje thuis ingericht en is al jaren gewend om het grootste deel van de week thuis te werken. Toch missen ook zij onze live overleggen en kletspraatjes. Iemand even aanschieten. Iets toevallig opvangen. Effe samen een koffietje drinken en belangstelling tonen voor elkaars levens. We spelen het zo goed mogelijk na op onze schermpjes, maar de lol is er toch voor een groot deel vanaf. Niet eerder werd zo merkbaar dat mijn productiviteit toeneemt naarmate ik meer niet-werk-tijd besteed aan collega's.

We ontdekken nu dat efficiënt vergaderen, slim management, korte reistijden en geavanceerde apparatuur weinig waard zijn. Elkaar kennen, elkaar begrijpen, elkaar vertrouwen, dat is uiteindelijk de echt waardevolle basis van het werk.

woensdag 25 maart 2020

Annejet van der Zijl, Leon & Juliette

Van der Zijl gebruikt een lief bijna-Romeo-en-Julia-verhaal om de enorme geschiedenis van de slavernij aan te stippen. Het zijn niet de ouders die de geliefden hun relatie verbieden, maar hun sociale klasse. Prachtig. Zo te zien zorgvuldig gerechercheerd en met oog voor detail beschreven. Zo'n heel dun klein boekje maakt misschien wel meer indruk dan een totaaloverzicht, of een oorlogsverslag, of een stadsjubileumboek.

maandag 23 maart 2020

Coronagedrag


We hebben allemaal inmiddels wel basiskennis over gedragsmechanismen. De meesten van ons hebben Kahneman gelezen en we begrijpen het verschil tussen automatische en overwogen keuzes (waarbij gedrag wordt beschouwd als een aaneenschakeling van keuzes). Dankzij de coronacrisis kunnen we zulke mechanismen mooi observeren bij anderen en herkennen bij onszelf. De variatie in gedragsmotieven is immers enorm afgenomen, waardoor we bijna in een experimentele situatie zitten met z’n allen.
Toen de premier, nadat hij ons in een persconferentie had opgeroepen om geen handen te schudden, zich omdraaide naar Van Dissel en hem volautomatisch een hand en een schouderklopje gaf, viel half Nederland om van verontwaardiging. Ik vond vooral die verontwaardiging nogal suf. Het was heel zichtbaar dat de premier die hand niet uitstak omdat hij het besmettingsgevaar onderschatte, maar doordat hij zojuist gestopt was met z’n bewuste, rationele, overwogen systeem te gebruiken en per ongeluk deed wat hij altijd in zo’n sociale setting doet. Onbewust, automatisch en heel snel. In plaats van verontwaardigd te zijn zouden we ook kunnen zien hoe ontzettend lastig het is om sociaal gedrag te veranderen.

Wat er van ons allemaal gevraagd wordt is ‘tegennatuurlijk’ en daarom enorm lastig. We zijn enorm sociale dieren dus sociaal gedrag zit het diepste ingebakken. Elkaar aankijken als je praat, elkaar aanraken, vooral niet terugdeinzen als er iemand dichtbij komt en doen wat iedereen om je heen doet. Om dat te doorbreken hebben we enorm krachtige prikkels nodig, en het is bekend dat dreiging met straf (boetes), voorlichting, juridische normen die strijdig zijn met sociale normen, of moreel appèl meestal onvoldoende prikkel vormen.

Er is meer voor nodig om te bereiken dat we allemaal minstens anderhalve meter afstand tot anderen bewaren en dat we stoppen met hamsteren. Het zou helpen als de virussen zichtbaar waren en al helemaal als iemand die besmettelijk is er ook besmettelijk uit zou zien. Het zou helpen als iemand in je nabije omgeving ernstig ziek wordt en al helemaal als je dan zou beseffen dat jij zelf daar de oorzaak van zou kunnen zijn. Of als zorgverleners hun vermoeide gezichten rondtwitteren. Volgens mij zou het beste helpen als je iedereen op straat, in winkels, in parken en op het strand met een boogje om elkaar heen ziet lopen. We kunnen elkaar besmetten met gedrag.

zondag 22 maart 2020

Imogen Hermes Gowar, The mermaid and mrs. Hancock

Wat een heerlijk, wat een prachtig, wat een fantastisch boek! Een zalig mengsel van historische roman, bijna-magie, geestig en scherp en het eindigt nog goed ook. Al is het bepaald niet pijnloos. Genieten, dit is waarom lezen, waarom literatuur, het fijnste is wat er is.
Nu ik het uit heb en er een blogje over wil schrijven voel ik me een schoolmeisje - identificatie waarschijnlijk. Als ik een schoolmeisje zou zijn, zou ik moeten vertellen wat het thema is van het boek, en de boodschap, en de spanning. De karakters en de ontwikkeling. Ik zou iets moeten zeggen over de stijl en ik zou moeten argumenteren waarom dit literatuur is, kunst. Dat zou me allemaal nog niet meevallen, vooral omdat ik nog met m'n hoofd in de parfumwolken van de achttiende-eeuwse dames verkeer.
Ik kan nog niet uitmaken of ik nou het meest heb genoten van de taal en de humor, of van het verhaal. Ik heb nog nooit zoiets gelezen (en ik heb toch heus veel gelezen, ook dikke boeken in eenzelfde setting, ook Victoriaanse romans die maar een paar decennia later spelen). Sinds Rushdies Satanic Verses, sinds Atwoods The blind assassin, raakte ik niet meer zo opgewonden van zoiets nieuws. De auteur kan ik alleen maar mateloos bewonderen. Ik hoop dat ze nog veel meer gaat schrijven.

donderdag 19 maart 2020

Vitaal werk


Ik ben een staffer, adviseur. Ik werk voor een interdepartementaal clubje met een strategische rol. Binnen de overheid. Triple overbodig dus, volgens sommigen. Een keerzijde van de opsomming van ‘vitale functies’ in de coronacrisis – er zijn ook functies die je helemaal kan missen. Dat voelt alsof wij er totaal niet toe doen.

En toch blijven mijn collega’s en ik geloven in de zin van ons werk. Dankzij ons is er veel aandacht voor verbetering en vernieuwing van het toezicht en we maken het makkelijker voor toezichtmedewerkers om kennis te vinden en te delen. Allemaal niet erg zichtbaar en al helemaal niet meetbaar.

Maar terwijl de coronaquarantaine ons de indruk geeft dat we misschien overbodig werk doen, maakt diezelfde coronasituatie scherp duidelijk hoe belangrijk het is dat alles in Nederland zo goed georganiseerd is, dat de kwaliteit en veiligheid van productie en processen van hoog niveau zijn, en dat het land op een goeie manier bestuurd wordt. We hebben het in Nederland erg goed voor elkaar en dat betaalt zich nu uit.

Dat goed voor elkaar hebben, dat heeft ook te maken met goed toezicht. Toezicht vervult een cruciale rol in een samenleving waarin mensen er op durven te vertrouwen dat alles en iedereen om ons heen aan minimumstandaarden voldoet. Dat doen we in Nederland al decennia best goed, en het clubje waar ik werk heeft dáár dan weer een rol in. Toch een vitale functie dus…

woensdag 18 maart 2020

Corona


Ik dacht: laat ik nou eens helemaal niets bloggen over corona. Ik heb nauwelijks een mening hierover en ik word helemaal flauw van de onontkoombare besprekingen en artikelen en posts. Het zou weer eens over ander nieuws moeten gaan. Over vluchtelingen of Oeigoeren of Amerikaanse verkiezingen of milieuvervuiling. Maar ik ga òm en voeg mijn onbescheiden meninkje toe aan de miljoenen al dan niet hysterische uitingen over het onderwerp.

Die hysterie, dat lijkt me nou typisch iets voor populisten. Laat je vooral niet leiden door kennis en wetenschap maar liever door angst en woede. Probeer vooral niet met wijsheid belangen en waarden af te wegen maar vereenvoudig de crisisaanpak tot een pakkende kreet: “lockdown!!!!” Zie de infectieziekte vooral niet als nare pech in een niet-maakbare wereld maar frame het als een kwaadaardige aanval op het volk, door naar keuze buitenlanders/rijken/overheden/moslims.

Ik ben bang dat ik me door de hysterie aan populistische kant heb laten leiden toen ik in eerste instantie nogal laconiek reageerde. Daardoor zit ik nu zonder pleepapier…
In mijn ogen zijn het niet alleen de hysterici die het allemaal onnodig moeilijker maken. Waar ik ook een punthoofd van krijg zijn alle politici, ook van sociale partijen, alle pseudodeskundigen, ook uit medische hoek, en vooral alle nieuwspresentatoren die ons de pis lauw maken met hun hoogstpersoonlijke aanbevelingen voor regeringsbeleid. Het helpt niemand om in totale verwarring te raken en om te moeten vrezen voor alsmaar strengere maatregelen als de populaire druk op de regering te groot wordt.

Deze regering lijkt het wel goed te doen eigenlijk. Maatregelen gebaseerd op wetenschap èn op bestuurlijke afwegingen. Erkennen dat er onzekerheid is, dat fouten onvermijdelijk zijn en uitleggen wat ze doen en waarom. Nadelen van de maatregelen mitigeren. Het enige wat ik jammer vind, maar dat is dan weer duidelijk politiek, is dat de extra bestedingen niet naar verplegend personeel en onderwijzers gaan, en ook niet naar innovatie voor duurzaamheid, en ook niet naar het voorbereiden van de natie op een nieuwe werkelijkheid waarin we niet alleen kwetsbaar zijn voor infectieziekten maar ook voor klimaatverandering en ook voor allerlei vormen van extremisme, en ook niet naar goede zorg voor daklozen en werklozen en staatlozen die zonder overheidszorg makkelijk slachtoffer worden van alle ellende die we als samenleving niet willen meemaken.