dinsdag 28 april 2020

Liever een wet dan een verordening


Op twitter wordt woest gereageerd op de aankondiging van noodwetgeving die in de plaats moet komen van de noodverordeningen met samenscholingsverboden en afstandsbepalingen. De twitteraars menen dat zo’n wet het einde van de rechtsstaat betekent.

Kennelijk hebben ze weinig vertrouwen in het wetgevingsproces, of ze begrijpen niet helemaal hoe de rechtsstaat functioneert, of allebei. Vermoedelijk wordt wetgeving als iets heftigers en knellenders en meer rigide beschouwd dan noodverordeningen en handhavingsacties van politie en BOA’s gebaseerd op aanwijzingen van hun superieuren.
Wetgeving is de basis van de rechtsstaat. Het proces van wetgeving is zó ingericht dat de waarborgen voor democratische controle en voor het respecteren van individuele vrijheidsrechten maximaal zijn. Het parlement bespreekt een wetsvoorstel en volksvertegenwoordigers kunnen al hun opvattingen en inzichten over een wetsvoorstel naar voren brengen. Ze kunnen een voorstel wijzigen of afwijzen. De Raad van State geeft advies over de consistentie van een wetsvoorstel met andere wetten en rechten. Adviesorganen, wetenschappers en activisten kunnen hun inbreng leveren. En als een wet éénmaal van kracht is, geeft het de zekerheid dat de regels voor iedereen gelden. Het geeft burgers niet alleen verboden en verplichtingen maar ook inzicht in de grenzen die daaraan zijn gesteld, en in de bevoegdheden van handhavers om de verplichtingen af te dwingen. Het maakt duidelijk welke rechten burgers hebben en het geeft ons een middel om een beroep op die rechten te doen, of op de beperkingen van verboden of verplichtingen, uiteindelijk bij een rechter. De Algemene Rekenkamer kan onderzoeken of een wet werkt. De Tweede Kamer kan de regering ter verantwoording roepen over de toepassing van een wet.

Eén en al rechtsstatelijke waarborgen. Doe mij maar wetgeving, zodat ik zeker weet dat er met verstand en vanuit alle mogelijke perspectieven bekeken is of de maatregelen wel een goed idee zijn.

Als je regeert per decreet, of per (nood)verordening, blijven de regels bijna volledig ambtelijk. Voor burgers is het nogal ondoorzichtig hoe de regels tot stand komen, waar en voor wie in welke situatie ze wel en niet gelden en wat de handhavers wel en niet mogen. Je kan in discussie gaan met een BOA over de inbreuk op je verenigingsrecht of je privacy als hij een boete van vierhonderd piek oplegt, maar verder heb je weinig andere mogelijkheden dan naar de rechter stappen. Die overigens vanwege de coronacrisis maar op halve kracht werkt.

Op twitter kan je goed zien hoe dringend noodzakelijk staatsrecht, maatschappijleer en burgerschapsonderwijs zijn. Als grote groepen mensen werkelijk gaan geloven dat wetgeving gevaarlijker is voor hun vrijheid dan lagere regelgeving, verliest het hele systeem z’n legitimiteit. Dàt is dan pas echt het einde van de rechtsstaat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten