dinsdag 19 december 2023

Discriminatie

Gelijke politieke rechten voor alle burgers is dus een cruciaal fundament van democratie. Maar het is ingewikkelder dan het lijkt, want om te bepalen wie dan wel en niet burgers van dit land zijn en dus gezamenlijk ‘het volk’ vormen, moet je discrimineren tussen mensen.

Er is wel verschil tussen legitiem onderscheid (geoorloofde discriminatie) en illegitieme discriminatie. Sinds de start van ons parlementaire stelsel zijn we afgestapt van het idee dat vrouwen en armen geen volwaardige burgers kunnen zijn. Algemeen kiesrecht betekent dat iedereen met de Nederlandse nationaliteit, of zelfs alle Nederlandse ingezetenen (iedereen die hier legaal woont), stemgerechtigd is.

Zou je niet eenvoudig bepaalde groepen van het Nederlandse burgerschap uit kunnen sluiten? Ja dat kan, maar onder voorwaarden. In de hele wereld krijgen mensen hun nationaliteit automatisch ofwel op grond van de plek waar ze geboren zijn (territoriaal beginsel), ofwel op grond van de nationaliteit van één van hun ouders (afstammingsprincipe). Gelijke behandeling impliceert onder meer dat niet afgeweken kan worden van zo’n principe op de één of andere disriminatoire grond.

Je kan dus niet bij wet bepalen dat kinderen van Nederlandse ouders die crimineel zijn of die in een communistisch land wonen, de Nederlandse nationaliteit speciaal aan moeten vragen. Er is geen ruimte voor de overheid om extra afwegingen te maken. En als iemand eenmaal Nederlander is, dan heeft die persoon ook alle rechten en plichten die daarbij horen, waaronder actief (stemmen) en passief (zich kandidaat stellen) kiesrecht.

Als extra slot op de deur om te voorkomen dat mensen op oneigenlijke gronden van het burgerschap worden uitgesloten of minder rechten zouden hebben dan anderen, hebben we artikel 1 van de Grondwet. Volgens dat artikel moet iedereen in gelijke gevallen gelijk worden behandeld. Om extra duidelijk te maken dat discriminatie absoluut verboden is worden een paar specifieke gronden opgesomd: godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht. Maar ook andere gronden, zoals leeftijd, handicap, opleidingsniveau, herkomst, taal, kunnen alleen aanleiding zijn voor verschil in behandeling als het relevant is en niet om mensen van het burgerschap of van hun mensenrechten uit te sluiten.

Dus je kan wel proberen om per wet te bepalen dat de islam geen godsdienst is maar een extremistische ideologie, om vervolgens extremistische ideologieën te verbieden, en daarna te bepalen dat mensen die zich niet aan de wet houden hun kiesrecht of de Nederlandse nationaliteit verliezen, maar daarin zitte drie stappen die alle drie tegen een democratische constitutie ingaan. Er is vrijheid van godsdienst, vrijheid van denken en vrijheid van meningsuiting, dus ook al noem je een overtuiging een ideologie, hoe extremistisch ook, dan nog zal je het recht van mensen om die ideologie aan te hangen moeten respecteren. Je mag ook niet op oneigenlijke gronden iemands nationaliteit afnemen, al helemáál niet als die persoon daardoor statenloos (zonder enige nationaliteit) zou worden. Het gaat allemaal om fundamentele rechten en gelijke behandeling, als je daar aan komt beëindig je de democratie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten