zondag 9 juni 2019

Horen, zien, ruiken en het klimaat

Op vakantie in het dal van Ager verblijven is geen pretje meer, door de stank van de EU-gesubsidieerde varkensstallen. Een echt stille camping is nergens meer te vinden want er is altijd wel een jongere met een boombox of een luiddruchtige game. Voor het fraaie uitzicht moet je niet rond dorpen gaan wandelen want eerst moet je je door gruwelijk lelijke industrieterreinen vol golfplaten blokkendozen worstelen. En nou staan we ook nog op verzuipen door de stijgende zeespiegel, nooit meer sterren kijken dankzij lichtgevende kassen en reflecterende satelieten, smoren in hittegolf na hittegolf. Om over uitstervende dieren en woekerend onkruid nog maar te zwijgen.

Maar alle opwinding richt zich op het al dan niet geloven van al dan niet alarmistische wetenschappers, en op de ruzie over hoeveel publiek geld we over hebben voor een leefbaar milieu. We beschuldigen elkaar over en weer van naïviteit en hypocrisie en iedereen verschanst zich achter de hoge dijken van het eigen gelijk.

Wat ik onbegrijpelijk vind, is dat we het er niet meer over hebben hoe belangrijk natuur en schone lucht en biodiversiteit voor ons allemaal zijn. Iedereen wil naast een idyllisch kabbelnd bergbeekje kamperen met uitzicht op magnifieke besneeuwde bergtoppen en het getjilp van vogeltjes om z'n tent. En dat we het nog steeds normaal vinden dat vervuiling, verspilling en uitputting met subsidies en belastingvoordelen worden gestimuleerd. Dat ons hele economische model gebaseerd is op zo hoog mogelijke consumptie - zuinigheid kost banen. Dat bedrijven die totaal niet duurzaam of eerlijk produceren het meeste winst maken, dat hun eigenaars en aandeelhouders het rijkst worden van iedereen.

Ik blijf geloven dat er een hoop milieuwinst te halen is zonder consumptie of comfort op te geven, gewoon door duurzamere producten te maken en door zuiniger om te gaan met energie. En ik blijf hopen dat we iets zorgvuldiger met de natuur om zullen gaan, zelfs als er meer mensen met dezelfde aarde moeten doen, gewoon door een wat verstandiger planning van menselijke activiteiten. En ik blijf vinden dat we lusten en lasten eerlijkger moeten verdelen, door juist eco-innovaties te stimuleren en ecoproductie de gereguleerde ruimte te bieden.
Als we dat zouden doen zouden we een stuk minder ruzie hoeven te maken over de vraag of het wel waar is dat de mens oorzaak is van allerlei ellende. Dat doet er nauwelijks toe - de vraag is vooral hoe we zo min mogelijk ellende aan kunnen richten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten