zondag 11 oktober 2009

Dick Jansen, Kiezen voor Wilders uit morele armoede

Hier een stuk dat ik niet zelf heb geschreven maar waar ik zo volkomen achter sta dat ik het graag publiceer:

Een compliment voor de NRC-redactie met een onderzoek naar de achtergronden van de PVV-achterban. Maar worden we nu werkelijk zoveel wijzer? Er klinkt veel rancune door, veel behoefte aan een sterke man, maar waar die behoefte nu precies vandaan komt, daar komt het onderzoek niet aan toe. Terwijl de laatste verkiezingsuitslagen in dezelfde krant daar wel een helder aanknopingspunt toe biedt. De PVV werd de grootste partij in Limburg, Zeeuws-Vlaanderen, de kop van Noord-Holland, Oost-Groningen, Lelystad, Volendam. Dat is van immens belang. Want: “It’s the economy stupid” zoals Bill Clinton zei.
Wil je meer weten over de motivaties van de PVV-er, dan moet je niet alleen luisteren naar wat hij zegt, hoe relevant ook, maar wat hij is en waar hij woont. En hoe hij is opgegroeid en opgevoed. Let bijvoorbeeld op de overstap van SGP naar PVV: dat duidt op een opvoeding in een autoritair milieu. En meestal is het een man, ja: dat heeft ook betekenis. In een feminiserende samenleving met een onderhandelingscultuur verliezen deze kiezers hun houvast. Als daar een al jaren groeiende economische onzekerheid overheen komt, en er is een populist aanwezig die het boek Woede en Tijd van Peter Sloterdijk goed gelezen heeft en als een administrateur de woede voedt en onderhoudt, dan is het voor zo’n rattenvanger gemakkelijk scoren. Ik ben geboren in Zeeuws-Vlaanderen, kom er nog steeds en heb kunnen waarnemen hoe de teruggang al twintig jaar geleden zichtbaar werd. En ik ervaar ook dat in de Randstad, laat staan onder Haagse kaasstolp, geen notie bestaat over wat zich in Axel, Venlo, Lelystad en Wieringerwerf afspeelt.

De wereld waarin de PVV-er is opgegroeid en opgeleid was homogeen blank, overzichtelijk, gebaseerd op een continue economische groei die zekerheid verschafte voor hypotheken een consumptieve leningen. De als bij natuurwet stijgende huizenprijzen creëerde daarbij een extra waarde die doorgaans ook geconsumeerd werd. Het manifesteren van de toegenomen welvaart in uiterlijkheden als woning en auto werd doel op zich om de maatschappelijke status te bevestigen. De eenzijdigheid van de beroepsopleidingen die uitsluitend gericht waren op utilitaire principes en niet op de overdracht van culturele waarden heeft deze drang tot consumentisme versterkt: deze groep beschikt niet over andere middelen om maatschappelijk succes uit te drukken dan door de manifestatie van consumptie. Geld is in alle interviews als een permanente achtergronddreun aanwezig. Daarin wijkt zij af van de doorsnee kiezer. Zodra er bedreigingen zijn van deze welvaart is deze groep dan ook als eerste vatbaar voor populisme. De komst van moslims vanaf de jaren zeventig was niet eerder een probleem, tot Fortuyn en later Wilders hen als zondebok aanwees. Deze populisten wisten de meeste aanhang te verwerven in gebieden waar amper moslims wonen en die al ruim voor de kredietcrisis met teruggang te maken kregen: niet de stedelijke achterstandsgebieden maar de krimpregio’s in de uithoeken van het land, vissersplaatsen, de nieuwe polders. De focus van de landelijke politiek en media op moslims en de problemen die in enkele wijken in de grote steden bestaan leiden tot een gevoel van miskenning. Het is opvallend dat nu pas een minister (Eberhard van der Laan) krimp als een probleem erkent. In Duitsland en Frankrijk is de leegloop van het platteland en de teruggang van het geboortecijfer al veel langer een belangrijk politiek item. Het leidt immers tot regionale economische neergang. Huizen blijken onverkoopbaar, gezinnen trekken weg, de zorg wordt uitgehold, het onderwijs verschraalt: jong-bejaarden zijn mantelzorgers van de hoogbejaarden, thuiszorg wordt vervuld door onervaren jonge vrouwen en mannen tegen lage betaling uit Roemenië, Congo en Zuid-Amerika, ouderenvervoer door onervaren bedrijven en onervaren chauffeurs omdat ook in deze sectoren marktwerking zo nodig moest worden ingevoerd en kwaliteit een mindere rol speelde dan de prijs. Een rechtstreeks gevolg van het tot op de dag van vandaag doorwerken van het utilitaire denken. De rekensommen beheersen de zorg. Stuk voor stuk punten op de agenda van Wilders.

Het algehele gevoel van aantasting van zekerheden die vanaf de wederopbouw na de 2e W.O. onaantastbaar leken, opgeteld bij de extreem sterke focus op één bevolkingsgroep in de grote steden, het na de secularisering ontbreken van andere zingevende waarden dan consumptie en het verloren gaan van zingevende verbanden tussen hoger en lageropgeleiden zoals voorheen binnen de zuilen leiden tot de huidige politieke verwarring. De PvdA kan deze groepen niet meer aan zich binden omdat zij geen zekerheid kan geven over de welvaartsgroei in de toekomst, hoe amechtig Bos dat ook probeert. Ook de eenzijdige focus op de problemen met enkele groepen binnen de moslimgemeenschappen stoot de PVV-er eerder van de partij af dan dat zij er aantrekkelijk door wordt. Het gevoel van miskenning, van niet gezien worden, is de andere rode draad in de interviews. Niet toevallig sneerde Wilders bij de Algemene Beschouwingen over al die miljarden die in de Vogelaarwijken verdwijnen. Geld wat aan de neus van zijn achterban voorbij gaat.
De VVD kan deze groepen ook niet binden. Wiegel had kans gezien om deze groepen naar binnen te halen door het benoemen van de welvaartsgroei van deze groep als een persoonlijk succes. Nu blijkt de VVD met haar afkeer van communitarisme maar een pleitbezorger van individualisme geen schuilplaats van de bedreigden te zijn die toch hunkeren naar een gemeenschappelijkheidsgevoel zoals de zuilen dat vroeger boden. En dan ook nog de AOW verhogen: weer pist deze groep miskenden naast de pot!
De SP heeft op zich alles in huis om deze groep aan zich te kunnen binden, maar slaat de plank waarschijnlijk mis door haar arbeideristische imago omdat de PVV-er zich als middenklasse beschouwt. Zie de schampere opmerkingen over ordinaire vrachtwagenschauffeurs. Een te sterk afzetten tegen zakkenvullers kan dan ook averechts werken bij de redelijke verdienende (lagere) middenklasse voor wie de nieuwe rijken een rolmodel zijn.
GroenLinks en D66 zijn vanwege hun hoge intellectuele gehalte per definitie voor deze groep niet aantrekkelijk. De nadruk van GroenLinks op minder consumptie vanuit duurzaamheidsoverwegingen stoot deze groep sowieso van zich af. D66 is te liberaal en niet gericht op gemeenschapsvorming om deze groep aan te spreken. Ook hebben zij geen duidelijk uitgesproken visie op de rol van de overheid. Zij zijn wat Charles Taylor noemt de procedurelen: rationalisten die hun opvatting over overheidsinterventies laat afhangen van het verwachte resultaat van de interventie. Dus niet de vooropgestelde visie of moraal bepaalt het standpunt, maar de uitkomst van een utilitair proces. Voor mensen die houvast zoeken is een dergelijke procedurele benadering veel te abstract. Prietpraat.
Kortom: deze groep is politiek dakloos geworden. En een potentieel electoraat voor populistische gelukszoekers. Het is verbazingwekkend dat de Haagse politiek de strijd aanbindt met Wilders om zijn platte retoriek, maar niet omkijkt naar de achterliggende motivaties van zijn achterban. Stimuleren van economie in de krimpregio’s, wegwerken van achterstanden in de zorg, juist daar, mensen via opvoeding, onderwijs en voorlichting wapenen tegen ondermijnende effecten van de commerciële beeldcultuur die leidt tot hyperconsumptie (roofbouw op de planeet) en verlies van waarden. Schenk geen aandacht aan Wilders, maar aan zijn achterban! Veel aandacht.

Dick Jansen
Wethouder GroenLinks Amsterdam-Westerpark

Geen opmerkingen:

Een reactie posten