zaterdag 9 november 2019

Toezicht, bewaking, overzicht

In onbeholpen engels probeer ik te vertellen dat ik voor toezicht werk. Supervision, surveillance, oversight? Het dwingt me om goed te doordenken wat het toezicht van mijn werk eigenlijk is. Surveillance gaat volgens mij over continue controle, bijna bespieden, monitoren. Kramers vertaalt het met 'bewaking' en dat is het in ieder geval niet. Oversight doet me denken aan een opzichter op een bouwplaats, aan de baas zijn en alles coordineren. Overzicht hebben, liefst vanaf een hoge uitkijkpost. Grappig om te ontdekken dat het ook wijst op een 'onoplettendheid', een vergissing. Supervision benadrukt het meta-aspect van het zien, observeren en dat komt toch het dichst bij het Nederlandse overheidstoezicht.
Maar het handhaven (enforcement) is bij ons onlosmakelijk verbonden met toezicht, het actief er voor zorgen dat de naleving of overtreding die je observeert in het gareel komt, dat ondertoezichtstaanden zich aan de normen conformeren, dat de maatschappelijke orde weer ordentelijk is. Daarmee wordt toezicht toch iets minder ongevaarlijk dan het enkele observeren suggereert.
Bovendien is er een grote beweging gaande waarbij het toezicht niet alleen de elders vastgestelde normen bewaakt, maar ook zelf verantwoordelijkheid neemt voor normstelling. Toezichthouders worden regulators, autoriteiten die beleidskeuzes maken. De fictie dat dat enkel en alleen aan de politiek is voorbehouden wordt steeds meer ontmaskerd als een fictie. Dat betekent dat de ouderwetse manier waarop we democratie vorm hebben gegeven, op de schop gaat. Het idee dat er een soort eenvoudige cyclus is van verkiezingen, politieke doelstelling, vertaling in regeringsbeleid en daarna uitvoering en handhaving van dat regeringsbeleid met politieke verantwoording en controle als sluitstuk, moet echt op de schop. Is de kern van democratie dat de meerderheid bepaalt wat we gaan doen? Of is het de controle door de meerderheid van de macht? De kaderstelling van de machtsuitoefening: binnen welke grenzen en onder welke voorwaarden is het geoorloofd staatsmacht in te zetten?
Om serieus politieke controle uit te oefenen moeten we af van het idee dat er een eenvoudige verantwoordingspiramide is met een bewindspersoon aan het hoofd, die als enige functionaris verantwoordelijkheid draagt voor alles wat zich onder haar of zijn bewind afspeelt. Als er maar één punt is waar alle verantwoordelijkheid samenkomt, en ook maar één manier waarop die verantwoordelijkheid zichtbaar gemaakt kan worden namelijk door aftreden, dan moet het parlement steeds de ernst van een fout afwegen tegen het belang van het totale bestuur waarvoor die bewindspersoon er is. Omdat een fout zelden ernstig genoeg is om er een compleet ministerie om te arresteren, worden de meeste fouten uiteindelijk door het parlement geslikt. Het publiek ziet dat politieke controle en verantwoording eigenlijk illusies zijn.
Verantwoordelijkheid en verantwoording afleggen zouden dus wel wat gedifferentieerder mogen. Dat kan je doen door op z'n Amerikaans allerlei functionarissen rechtstreeks te laten verkiezen, maar daarmee ondermijn je het parlement. Alternatief zou kunnen zijn om te accepteren dat niet-verkozen functionarissen eigen politieke verantwoordelijkheid dragen, die niet is afgeleid van die van de minister. Maar daarmee ondermijn je de regering.
Ik ben er nog niet uit hoe het moet, maar ik geloof wel dat er iets moet veranderen. Om te beginnen met modernisering van ons parlementair bestel, dus het opvolgen van de aanbevelingen van de commissie-Remkes.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten