Het ligt al een tijdje te wachten op een blogje maar met dit boek is dat niet erg. De geschiedenis van de mensheid in vijfhonderd pagina's, daar hoef je je niet mee te haasten. Maar met mijn geheugen wel, dus toch maar even bedenken wat ik vind.
De centrale boodschap vind ik erg fijn, en ook de enorme moeite die Diamond neemt om aan die aan te tonen. Het zijn de natuurlijke omstandigheden die de menselijke ontwikkeling hebben bepaald. Verschillende omstandigheden leidden tot verschillende ontwikkelingen en die verschillen hebben er toe geleid dat de mensen van eurasiatische oorsprong alle anderen voorbij zijn gestreefd, overwonnen hebben, onderdrukken. Bij elke confrontatie tussen mensen van eurasiatische oorsprong en anderen delfden die anderen het onderspit, ongeacht hun kennis of rijkdom of aantal of politieke systeem.
Die eurasiatische 'superioriteit' vindt z'n oorsprong volgens Diamond in de veeteelt, en die herleidt hij ook weer terug naar landbouw en dat dan weer naar klimaat, ligging en topografie. Er zijn maar weinig grote beesten die uberhaupt tembaar zijn, en als je eenmaal beesten hebt getemd dan bouwen generaties mensen ook weerstand op tegen besmettelijke ziekten. Het helpt verder dat de vruchtbare halve maan in het middenoosten middenin een enorme landmassa ligt waar je duizenden kilometers oost-west kan reizen, dus zonder extreme klimaatwisselingen.
Tot zover vind ik het interessant en ook leerzaam. Er blijft een knagend gevoel dat het allemaal te hermetisch is, te weinig ruimte laat voor andere theorien, voor andere interpretaties van archeologische en antropologische vondsten. Maar ik weet veel te weinig van archeologie om zelfs maar een idee te hebben over mogelijke alternatieve verhalen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten