Ik
ben bijna verrast door m’n eigen woede en angst vanwege de boeren. De winkelstraten
vol gigantische tractoren, luid getoeter en gebrul tot laat in de avond, voordringende
pummels bij de balie, modder en mest en kots op de kapotgereden fietspaden en
opgestoken middelvingers, galgen, doodskisten en ongelooflijk domme nonsens van
boeren die het niet met de feiten eens zijn. Alleen de ouderwetse,
subsidieverbruikende bio-industrieboeren welteverstaan, de duurzamere types die
jarenlang geïnvesteerd hebben in de ontwikkeling van milieu- en
diervriendelijker productiemethoden en die daar gigantische financiële risico’s
bij hebben gelopen omdat zij nauwelijks werden gesubsidieerd, die zijn hier
niet op het Malieveld.
Toch is het dat niet, of
niet alleen. En ook niet de verstoorde opluchting, dat na decennia van zorgen
om het milieu, om het verlies van natuur, vervuiling van water, lucht en bodem
en verspilling van energie het tij eindelijk lijkt te keren. Eindelijk wordt er
gedemonstreerd voor het klimaat. Eindelijk spreken rechters uit dat de staat
onze leefomgeving dient te beschermen. Eindelijk pakken zelfs CDA en VVD het
thema op. Ik was echt opgelucht dat klimaat en milieu eindelijk mainstream
onderwerpen lijken te worden. En die boeren, die proberen dat met alle geweld weer
de doofpot in te duwen. Tot mijn verbijstering hebben ze ook nog succes.
Maar uiteindelijk hebben
mijn woede en angst niet met de boeren te maken, maar met de politiek. Het
onsmakelijke opportunisme van Wilders en Baudet. De lafhartigheid van premier
en ministers. CDA en VVD die opzichtig over de boeren heen slijmen. Nauwelijks
een politicus die z’n medevolksvertegenwoordigers of z’n onderzoeksinstituten verdedigt.
En al helemáál geen enkele politieke leider die de boeren tot de democratische
orde roept, die aan het volk uitlegt dat het algemeen belang botst met het
deelbelang van de agro-industrie, die de rechtsstaat verdedigt en boeren,
Turken, gele hesjes en ander gespuis met macht en gezag duidelijk maakt waar de
grenzen van de vrijheidsrechten liggen – namelijk daar waar de rechten en
vrijheden van anderen geschonden worden.
Net zoals ik decennia
gehoopt heb dat er ooit serieus werk van milieubescherming zou worden gemaakt,
zo verlang ik ook al weer twintig jaar naar democratische educatie. Niet alleen
op scholen en in lezingen moet voortdurend uitgelegd worden wat democratie
behelst, waarom het goed is, en hoe vrijheid, gelijkheid en broederschap door
de regels van de rechtsstaat worden beschermd. Maar vooral moeten leiders het
laten zíen, voorleven en luid protesteren als er minderheden of afwijkende
individuen worden bedreigd.
Ik zie het
tegenovergestelde gebeuren. En dat maakt me niet alleen woedend, het maakt me
ook heel erg bang.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten