woensdag 16 oktober 2019

Boerenterreur

Ik ben bijna verrast door m’n eigen woede en angst vanwege de boeren. De winkelstraten vol gigantische tractoren, luid getoeter en gebrul tot laat in de avond, voordringende pummels bij de balie, modder en mest en kots op de kapotgereden fietspaden en opgestoken middelvingers, galgen, doodskisten en ongelooflijk domme nonsens van boeren die het niet met de feiten eens zijn. Alleen de ouderwetse, subsidieverbruikende bio-industrieboeren welteverstaan, de duurzamere types die jarenlang geïnvesteerd hebben in de ontwikkeling van milieu- en diervriendelijker productiemethoden en die daar gigantische financiële risico’s bij hebben gelopen omdat zij nauwelijks werden gesubsidieerd, die zijn hier niet op het Malieveld.

Toch is het dat niet, of niet alleen. En ook niet de verstoorde opluchting, dat na decennia van zorgen om het milieu, om het verlies van natuur, vervuiling van water, lucht en bodem en verspilling van energie het tij eindelijk lijkt te keren. Eindelijk wordt er gedemonstreerd voor het klimaat. Eindelijk spreken rechters uit dat de staat onze leefomgeving dient te beschermen. Eindelijk pakken zelfs CDA en VVD het thema op. Ik was echt opgelucht dat klimaat en milieu eindelijk mainstream onderwerpen lijken te worden. En die boeren, die proberen dat met alle geweld weer de doofpot in te duwen. Tot mijn verbijstering hebben ze ook nog succes.

Maar uiteindelijk hebben mijn woede en angst niet met de boeren te maken, maar met de politiek. Het onsmakelijke opportunisme van Wilders en Baudet. De lafhartigheid van premier en ministers. CDA en VVD die opzichtig over de boeren heen slijmen. Nauwelijks een politicus die z’n medevolksvertegenwoordigers of z’n onderzoeksinstituten verdedigt. En al helemáál geen enkele politieke leider die de boeren tot de democratische orde roept, die aan het volk uitlegt dat het algemeen belang botst met het deelbelang van de agro-industrie, die de rechtsstaat verdedigt en boeren, Turken, gele hesjes en ander gespuis met macht en gezag duidelijk maakt waar de grenzen van de vrijheidsrechten liggen – namelijk daar waar de rechten en vrijheden van anderen geschonden worden.
Net zoals ik decennia gehoopt heb dat er ooit serieus werk van milieubescherming zou worden gemaakt, zo verlang ik ook al weer twintig jaar naar democratische educatie. Niet alleen op scholen en in lezingen moet voortdurend uitgelegd worden wat democratie behelst, waarom het goed is, en hoe vrijheid, gelijkheid en broederschap door de regels van de rechtsstaat worden beschermd. Maar vooral moeten leiders het laten zíen, voorleven en luid protesteren als er minderheden of afwijkende individuen worden bedreigd.
Ik zie het tegenovergestelde gebeuren. En dat maakt me niet alleen woedend, het maakt me ook heel erg bang.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten