Geachte heer Geurts, u schrijft dat er behoefte is aan kennisverbinders, aan generalisten met overzicht. Dat ben ik zeer met u eens, uiteraard want dat is nou precies mijn vak. Al vijfentwintig jaar ben ik voor de overheid, dus in een beleidscontext, kennismakelaar en -vertaler. Ik weet vrijwel niets van heel veel en zie voortdurend interessante links.
Maar die vijfentwintig jaar hebben me ook geleerd dat het niet helpt om makelaars te hebben als er geen vraag is. Ik bedoel niet de instrumentele, ééndimensionale vraag naar methoden om het werk beter, sneller of goedkoper te doen. Die wordt genoeg gesteld.
Ik doel op een oprechte kennisvraag: wat is er allemaal bekend dat op de één of andere manier relevant zou kunnen zijn? Dit is een vraag naar ideeën, inspiratie, kansen voor innovatie. Bij de overheid noemen we dit meestal strategische kennis en het is bijna onmogelijk om uit te leggen waar dat nou goed voor is.
Uw experts en vakgroepen hebben geen tijd voor strategische kennis. Ze hebben toepasbare kennis nodig, meteen, direct. Wie abstractere vragen stelt dwaalt af van z'n taken en van z'n specialisme.
De nodige vragen moeten dan ook ergens anders vandaan komen dan van de practitioners die uiteindelijk hun voordeel met de geleverde kennis kunnen doen.
Bij mij komen de vragen uit mezelf, uit normatieve opvattingen over goed beleid en een goeie overheid. Of ze komen voort uit de visie (ook al normatief) van leiders. Of uit een - opnieuw normatieve - onvrede over de staat van de sector.
Ingewikkeld is natuurlijk dat kennis alleen kennis is als het niet normatief is. Een goeie makelaar moet dus voortdurend schakelen tussen neutraliteit en betrokkenheid, tussen visie en empirie.
Kennisverbinders zijn hoog nodig maar hebben vragen nodig. De vraag zal alleen uit normatieve emoties of opvattingen voortkomen. Het gaat om een medaille met ten minste twee kanten (en het vermoeden van meerdere dimensies...)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten