Als een kind zo
opgewonden fiets ik langs tuincentra en dierenwinkels, op zoek naar alle
mogelijke middelen om mijn tuin om te bouwen tot een egelparadijs. Ik hoopte al
jaren op een egel in mijn tuin maar de egelclub vond mijn tuin niet geschikt en
vanzelf kunnen ze er niet komen, dacht ik. M’n tuintje ligt aan de binnenkant
van een huizenblok, volgens mij is er geen enkele mogelijkheid om er te komen
behalve dan door een woonhuis heen. Dat zou dan via een katteluikje moeten denk
ik maar dat lijkt me wel gruwelijk gevaarlijk voor een stekelbeestje. Om nog
maar te zwijgen van de Bezuidenhoutseweg of de Juliana van Stolberglaan en nog
een paar straten die je over moet steken als je vanuit een wat natuurlijker
gebied komt, de brede stoepen met honden en katten.
Maar toch zat er
gisteravond eentje. Ik hoorde wat geschuifel toen ik iets uit m’n tuinhok haalde
en omdat ik in het donker alleen maar zag dat het iets veel groters dan een
muis was, holde ik naar binnen om een zaklamp te halen. Ik was vooral bang voor
een rat, of voor een gewonde vogel waar ik dan iets mee zou moeten. Maar het
was een egel! Eentje die alle slakken en engerlingen van me mag hebben. Als ik
nou een fijn winterhuisje voor ‘m maak en dagelijks voer en water ververs dan
wil ie misschien wel tot gezinsuitbreiding overgaan.
Ik vul het waterpistool
extra bij om de katten weg te spuiten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten