Het komt wel eens voor
dat plofkipetende vleeseters mij de maat nemen over mijn vegetarische eetgewoonten.
Ze vinden het raar dat ik kaas eet, overdreven dat ik geen vis eet, hypocriet
dat ik alcohol drink. Ik ga er niet op in – wat ik wel en niet eet en waarom,
is mijn zaak.
Dat doet me sterk denken
aan atheïsten die moslims de maat nemen. Een gelovige mag niet aan zijn geloof
refereren, mag niet de taal van zijn religie gebruiken, want volgens de atheïsten
gelooft hij verkeerd.
Mensen die zich in geen
enkele religie verdiept hebben, die niets weten van de theologie of sociologie
van verschillende godsdiensten, wiens volledige kennis over islam gebaseerd is
op de frames van islamhaters, nemen gelovigen de maat. Voor godsdiensthaters en
voor godsdienstextremisten bestaat maar één uitleg over wat het betekent om
gelovig te zijn, terwijl beide soorten mensen gelovigen sowieso als achterlijke
sprookjesvertellers wegzetten.
In Nederland, het meest
seculiere land ter wereld, gebruiken we ‘judeo-christelijke’, dus etnische, wortels
als stok om moslims mee te slaan. Niet liberalisme en gewetensvrijheid, niet de
Verlichtingsidealen en niet de constitutie vormen het referentiekader van
mensen die nauwelijks de leer van Mohamed of Jezus kunnen bevatten, maar
etniciteit.
Als we Nederlandse
populisten de maat zouden nemen, zouden ze dan blijk geven van een grondig
begrip en oprechte overtuiging van het liberalisme? Zouden ze hun grote
voorgangers kunnen volgen, kunnen leven naar hun eigen leer?
Ik geloof er niks van.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten