zondag 6 november 2016

Minachting en respect



De opkomst van extreemrechtse populistische groepen en de popularisering van het gewoon rechtse en extreemlinkse discours komt doordat (of wordt versterkt doordat) de verliezers van globalisering en modernisering, de laag opgeleiden, de onontwikkelden, de democratisch afzijdigen zich niet gehoord en niet gewaardeerd voelen. De ‘elite’, nou ja iedereen die wel goed opgeleid is, belangstelling voor de wereld buiten z’n eigen straat heeft, enige culturele ontwikkeling heeft… iedereen die ofwel een interessante baan heeft, goed verdient en zich niet al te veel zorgen over z’n toekomstige inkomen hoeft te maken, iedere intellectueel, iedere liberaal, iedereen die geëmancipeerd uit een minderheid komt, iedere politiek betrokkene, iedereen die zich spiritueel ontwikkelt, kortom iedereen die zichzelf niet primair als slachtoffer identificeert. Die elite, ietsje groter dan de helft van de bevolking wat toch best een goeie score is voor een elite, zou de verliezers minachten. Op hen neerkijken. Niet serieus nemen.

Hoe moet je losers die zichzelf als slachtoffer zien, die destructief reageren als de staat hen niet onmiddellijk tegemoet komt, die racistisch en seksistisch schreeuwen serieus nemen? Hoe kan je hen niet minachten?

Minachting is niet erg constructief. Het veroorzaakt verdere polarisatie, wederzijds onbegrip en haat, escalatie van agressie, geweld en vernieling. Terug naar het klein houden van de jaren vijftig en zestig wil niemand meer – bij de onderdrukkers horen was nog nooit heilzaam voor leden van de elite.
De enige weg is die van de emancipatie. Verheffing, ontwikkeling. Haal die losers uit hun misère, geef ze goeie kansen en een steun in de rug, bied hen perspectief zodat ze de lol van een vrije en diverse samenleving gaan ervaren. Paternalistisch, de logische reactie op slachtofferschap.

Dat betekent voor ons, voor al diegenen die zich geen zielig slachtoffer voelen maar die ook hard werken, onze onzekerheden en zorgen hebben, door de zure appel heen bijten. Niet alleen moeten we geld en ruimte investeren in de ontwikkeling en emancipatie van de verliezers (scholen, opbouwwerk, kunstsubsidies, publieke media, sportclubs) maar we zullen ook gescheld en geschreeuw moeten incasseren, het zal ook heel veel meer moeite kosten dan we gewend zijn om mensen te overtuigen als je denkt de rechtsstaat te beschermen, en ja we zullen aanzienlijk beter moeten luisteren. Beter luisteren is vooral ook: anders luisteren. Niet je oren laten hangen en meekletsen met de huilende massa. Niet selectief interpreteren wat er op facebook en twitter gebeurt.

Echt luisteren doe je vanuit een normatief kader, je evalueert terwijl de ander zich uit. Wat is goed, wat is niet goed? En kritisch: klopt het, kan het kloppen, wat de ander beweert? Raakt hij zijn traditie kwijt doordat er teveel buitenlanders om hem heen wonen? Gaat het hem om zijn cultuur of om angst voor het andere en mag hij bang zijn?

Ik smacht naar luisterende politici die leiderschap tonen. Die laten zien waar zíj voor staan en wat dat betekent voor de klagende burger.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten