donderdag 22 oktober 2015

Ultra-rechts



Ik spúúg op ze. Op de extreem-rechtse brallers van de NVU. Op de lelijke, domme, stinkende hooligans met hun beperkte verstandelijke vermogens en hun onbeheersbare agressie. Fluimen die zwart werken en frauderen waar ze kunnen, die tramcontroleurs uitschelden en parkeerwachters bedreigen. Die treinstellen vernielen en steden vervuilen, teveel zuipen en meisjes belagen. Die te hard rijden en zich de ziekte roken. Die patatvretend en bierbuikend aan het strand liggen en geen woord over de grens spreken. Die lafhartig brandjes stichten of zich bij een meute aansluiten. Het laagste van het laagste plebs.

Dit is míjn land, ons land, een beschaafd en rijk en redelijk land. De eerste republiek, rijk geworden dankzij avontuur en immigratie. Waar welbegrepen eigenbelang en morele waarden ons tot gidsland maakten. Altijd bovenin de ranglijstjes van gezondheid, geluk, vrijheid en onderwijs. Waar we onze geschiedenis van slavernij, kolonialisme, collaboratie en politionele acties onder ogen proberen te zien en compenseren door bij te dragen aan vrede en groei. Waar we mensenrechten serieus nemen, een overheid van hoge kwaliteit hebben en er vertrouwen is in elkaars integriteit. Daar zijn we trots op, het is ons land en we laten het niet verpesten door achterlijke stumperds die fascistje spelen.

Ik spuug op ze, maar alleen in overdrachtelijke zin. En dat is dan weer te moeilijk voor ze om te begrijpen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten