Sinds we Wilders laten definiëren wat vrijheid is, onze
nationale identiteit overlaten aan bekrompen provincialen en Zijlstra kunst en
geschiedenis heeft afgeschaft in naam der markt, zijn we collectief vergeten
waar onze culturele wortels liggen. Ineens zijn we ‘christelijk’ of zelfs ‘joods-christelijk’
– het anti-semitisme van de afgelopen eeuwen is kennelijk vergeten en vergeven.
Eén van de meest geseculariseerde landen ter wereld is
vooral schatplichtig aan Verlichting en Franse revolutie. Vrijheid, gelijkheid
en broederschap en de fundamentele rechten van de mens hebben ons minstens zo
sterk gevormd als kerk en bijbel. We kunnen trots zijn op de strijd tegen
standen en vooral voor gewetensvrijheid. Nederland is nota bene rechtstreeks
ontstaan door een claim iets anders geloven dan machthebbers of meerderheid.
Geen brandstapel meer voor ketters.
De revolutionairen hadden het goed door: aangezien iedereen
gelijk is kan niemand zijn geloof of overtuigingen aan anderen opleggen.
Niemand heeft een betere claim op een hogere waarheid dan een ander. Alleen
theoriën die met objectieve feiten bewezen worden gelden als waar, maar bij de
wetenschappelijke methode hoort ook de voorlopigheid van die waarheid.
Niks judeo-christelijk, maar rationalisme en relativisme.
Vrijheid is niet alleen de vrijheid van denken, het is ook
de vrijheid om te kiezen voor christelijke waarden als naastenliefde en
nederigheid, geen stenen werpen en balken in eigen ogen zien, slachtoffers en
kinderen op het voetstuk van de onschuld en waardering voor goede daden in
plaats van het juiste soort mensen. Die waarden zie ik de schreeuwende nationalistische
testosteronbommen nog niet aanhangen, hoe joods-christelijk ze zichzelf ook
noemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten