donderdag 7 april 2016

Ondemocratische democratie



Het Oekraïnereferendum heeft de bijl aan de democratie gezet. De claim dat alléén een referendum een eerlijke methode is om besluiten te nemen impliceert dat je geen volksvertegenwoordiging wil. Alleen nog maar plebisciet. De claim dat de brallers en de roepers ‘het volk’ zijn diskwalificeert de meerderheid, de genuanceerden en de andersdenkenden tot niet-volk. Dat is waarom populisten er niet mee kunnen leven als ze democratisch verslagen worden, zij vertegenwoordigen immers ‘het volk’. 

Wat ik ook als bijzonder ondemocratisch heb ervaren is de dwang om mij uit te spreken over een onderwerp waarover ik echt geen stelling wilde nemen en waarin ik me niet wilde verdiepen. Dat is precies waarom ik stem op politici die ik vertrouw. En de agressieve en oneerlijke nee-campagne waarin duidelijke leugens werden ingezet om mensen op het verkeerde been te zetten. En het gebrek aan tegenwicht vanuit de regering, die wat mij betreft Geenstijl niet serieus hoeft te nemen maar wel haar eigen standpunt dat nu bedreigd werd. Een regering die haar besluiten niet adequaat verdedigt, door te motiveren en te pleiten om de referendumstemmers naar hun kant over te halen, neemt zichzelf en de stemmers niet serieus.

De ellende is ook nog niet voorbij. De interpretatie van de uitslag is opnieuw ondermijnend voor onze democratie. Het is volstrekt onduidelijk welke boodschap stemmers wilden geven door voor, tegen, blanco of niet te stemmen. Slechte vraagstelling en chaotische campagne hebben er van het begin af aan voor gezorgd dat nu niemand echt kan weten wat de Nederlanders nu eigenlijk willen of vinden.
Discussies over percentages en het serieus nemen van de kiezers en op welke manier laat de regering nou zien dat er naar de samenleving wordt geluisterd zullen cynische burgers bevestigen in het gevoel dat ‘ze’ gewoon doen waar ‘ze’ zin in hebben. Dat kan niet anders, want juist die cynische burgers hebben geen flauw idee hoe je een publieke wens in beleid vertaalt. Een referendum zal er altijd toe leiden dat mensen zich nog minder gehoord voelen, gewoon omdat hun stem onherkenbaar vertaald wordt in de manier waarop het land wordt geregeerd.

Als het referendum iets heeft blootgelegd is het hoe ernstig we inmiddels een volk in verwarring zijn. We willen democratisch ‘gehoord’ worden maar we weten niet wat we willen zeggen.

Rijpkema zoekt weerbaarheid van democratieën in het verbieden van antidemocratische partijen. We hebben nu gezien dat dat niet gaat werken. Ons probleem zit ‘m eerder in populisme, bijbehorende procedures voor directe democratie en spektakelmedia.

8 april


Nou wordt ie helemaal absurd! De initiatiefnemers van het referendum menen dat zij de aangewezen personen zouden zijn om de uitslag van het referendum te interpreteren. Zij gaan wel eens eventjes voorschrijven wat ‘tegen’ (van 61,1% x 32,2% = 19,7% van het electoraat) als antwoord op hun ingewikkelde vraag betekent. Ze zullen precies vertellen hoe het verdrag moet worden aangepast en waarschijnlijk ook nog hoe de onderhandelingen daarover gevoerd moeten worden.

Met het referendum zijn de initiatiefnemers niet automatisch tot een soort volksvertegenwoordigers gekozen. Ze voelen zich overwinnaars, maar niemand heeft op hèn gestemd. En ze zijn al helemaal geen adviseurs van de regering, die namens het Nederlandse volk onderhandelt over verdragen. Die legt verantwoording af aan het parlement, Thierry Baudet bepaald niet.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten