donderdag 21 juli 2016

Burgerschapsonderwijs



We hebben een probleem. Een heel erg groot probleem, het betekent het einde van onze vrede en vrijheid als we niet ten halve keren. Grote aantallen Nederlanders begrijpen helemaal niets van democratie of rechtsstaat. Ze verzetten zich zelfs actief tegen regels, procedures en instituties die een democratische rechtsstaat borgen. Rechtse burgerwachten die asielzoekers in elkaar slaan, neonazis die naar mediterrane kusten afreizen om er ‘economische vluchtelingen’ tegen te houden, Nederturken die opponenten bedreigen, belastingontduikers en subsidiefraudeurs, schreeuwlelijkerds die ramen ingooien en graffiti op woonhuizen kalken.

Het gaat niet alleen om intolerantie voor alles en iedereen die anders is of iets anders wil, of om agressie en geweld. Het gaat er vooral om dat mensen totaal niet zien dat ook hun eigen vrijheid en welzijn – eerlijk behandeld worden, maximaal de gelegenheid krijgen om naar succes te streven, je beklag kunnen doen als je onheus bejegend wordt, erop kunnen vertrouwen dat je niet belazerd wordt – afhangen van de rechtsstaat. Geen rechtsstaat zonder democratie, zonder een zo gelijk mogelijke mate van zeggenschap en publieke verantwoording door regerende figuren.

We hebben elkaar zó lang het verhaal verteld dat het enige wat telt economische voorspoed is (omdat welvaart aantoonbaar correleert met allerlei vormen van welzijn en recht) dat we collectief uit het oog verloren zijn hoe essentieel vrijheid, vrede en recht zijn.

Lessen geschiedenis, Nederlandse literatuur en maatschappijleer zouden weer eens stevig moeten worden opgewaardeerd. Ik heb geen idee wat kinderen tegenwoordig leren, maar ik zie om me heen dat het onderwijs op het punt van samenleven en burgerschap gewoon tekort schiet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten