Knielen op een bed violen is prachtig. En tegelijk zo afschuwelijk dat een vriendin het niet uit kon lezen en dat snap ik wel. Ik heb het wel uitgelezen, de hoofdpersoon is sympathiek genoeg om hem zijn verlossing toe te wensen. Zijn hang naar ultracalvinisme is bizar en extreem, maar toch een beetje invoelbaar. Zijn innerlijke gevecht lijkt op een drugsverslaving, de voortdurende strijd tussen z'n verstandige ik en de zucht naar meer, naar een volgend shot. De vertwijfeling van zijn vrouw is al net zo invoelbaar en tragisch. Als ze een ander mens was geweest had ze hem misschien kunnen redden, maar toch ook weer niet want dan had hij niet op dezelfde hulpeloze manier van haar gehouden.
Waar ik helemaal niets van begrijp, is het geloof zelf, en dan vooral de overtuiging dat dit de enige juiste manier van geloven is. De arrogantie, om te denken dat je zo nederig bent maar tegelijk meent te kunnen vertellen wat god denkt, wil, doet. En het absolute verbod op genieten, de verheerlijking van lijden.
Ik vermoed dat er een zekere logica zit in het idee dat je je volledig op god moet richten, je niet mag laten afleiden door andere voorwerpen van liefde of genot. Maar als je het mij zou vragen, zou ik eerder denken dat god die aardse liefde is, dat je juist geacht wordt te genieten van het leven. Maar tja, zo'n katholieke gedachte zal zulke extreme protestanten niet gauw overtuigen.
Het sektarische trekken aan volgelingen, als dealers die nieuwe verslaafde klanten proberen te kweken, is in mijn ogen echt het Kwade. Binnen de sekte zullen de gelovigen vast wel bevestiging van hun gelijk zien in de aanwas met nieuwe leden, maar mensen die slim genoeg zijn om te manipuleren en zwakte uit te buiten zouden ook slim genoeg moeten zijn om te beseffen dat ze levens vernietigen. Maar ja, dat is ook tragiek natuurlijk, het onvermogen om aan jezelf te twijfelen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten