Swaab krijgt hatemail omdat hij ons met ‘we zijn ons
brein’ de illusie van vrije wil (en dus verantwoordelijkheid) af zou nemen.
Afgezien van de vraag of hatemailschrijvers überhaupt wel een brein hebben,
denk ik dat het niet precies klopt. Ik denk dat mensen die schrikken van Swaabs
stelling vooral bang zijn voor de dood – als je persoon, je ego, je identiteit
zó stoffelijk is dan is het dus ook weg als je brein vergaat.
En ik denk dat het misschien helpt om niet over
illusies te spreken maar over constructen. Natuurlijk bestaan de wil,
bewustzijn en identiteit bij de gratie van goed doorbloede hersenen en de
manier waarop hersencellen reageren op de omgeving. Dat betekent niet dat zulke
ervaringen niet ‘echt’ zouden zijn, ze zijn juist echter dan ooit want
materieel. Het betekent ook niet dat ze eigenlijk overbodig zijn. Wat het wel
betekent is dat Swaabs stelling aangevuld moet worden met de wereld, de
omgeving, met waarneming en met emoties. We zijn niet alleen ons lichaam, dat
het brein in leven houdt. We zijn vooral ook wezens met zintuigen, in contact
met alles en iedereen om het lichaam heen.
De wisselwerking tussen omgeving en brein is wil, zelf,
bewustzijn. Of dat ‘vrij’ is doet er niet toe, levensbeschouwelijk. Misschien
juridisch, maar al het recht is sociaal construct en daarom niet minder
waardevol. Zonder sociale constructen kunnen mensen niet alleen niet
samenleven, we kunnen eenvoudig niet zonder leven. Geen interactie, geen
breinvorming. Geen brein, geen mens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten