vrijdag 10 februari 2012

Overheid als panacee

Er is iets raars aan de hand. Een algemeen beeld is dat er veel te veel overheid is; dat de overheid zich veel te veel met gewone mensen bemoeit; dat er teveel regels en teveel ambtenaren zijn en teveel bureaucratie. De overheid bedreigt onze privacy, komt tot in huis- en slaapkamer, maakt het ons onmogelijk om zelf te bepalen hoe we willen leven, waar we een dakkapelletje willen aanbouwen of hoeveel goedkope diesel we kunnen tanken.
Maar zodra we iets goed of slecht vinden, zodra we ergens een mening over hebben – en dat kan je aan Nederlanders wel overlaten – moet het wettelijk worden verplicht of verboden. Het moet verplicht zijn om elkaar ‘met open vizier’ tegemoet te treden; het moet verboden worden om vette hap te eten; het moet verplicht worden om zuinig met electriciteit te doen en het moet verboden worden om in luidruchtige groepjes op straat te hangen.
Het lijkt of juridische instrumenten, wetgeving, nog de enige mogelijkheid bieden om een beetje prettig te samenleven. Gewoon vragen of herriejongens op willen hoepelen, opiniestukken schrijven, van de buurvrouw horen hoe je groente klaar maakt, een mevrouw in burka negeren omdat er tegen zo’n lap stof niet te praten valt, is kennelijk niet langer mogelijk.
Niet alleen vertrouwen we meer en meer op die juridische instrumenten, dus op de overheid, om onze omgang met elkaar te regelen. De ge- en verboden richten zich ook steeds op de symptomen van ‘misstanden’. Slachtoffers van een gebrek aan vrouwenemancipatie krijgen een boete als ze het symbool van hun onderdrukking dragen. Kinderen die een goede opvoeding moeten missen worden opgejaagd. Klanten van McDonalds moeten extra betalen voor hun gezondheid.
En wat dan als derde ding heel raar is, dat we ook nog hard pleiten voor ineffectieve wetgeving. We vertrouwen alleen op de overheid om alles te regelen, maar de overheid vertrouwen we ook niet. Professionele beleidsmakers, die weten hoe je effectief beleid maakt, mogen hun werk niet doen. Politici schrijven voor dat ze hun gereedschapskist niet mogen gebruiken, enkel boetes en gevangenisstraffen zijn beschikbaar om beleid vorm te geven. Wie zich niet wil voegen naar het droombeeld dat de meerderheid heeft van ideale medemensen, moet betalen. Met geld of vrijheid.

Het lijkt raar, omdat het een overmaat van vertrouwen en wantrouwen in één is. Maar het is verklaarbaar. Nederlanders zijn gewoon lui. Te lui om zelf te zorgen voor een prettige wereld, om een stoepje te vegen of met de buren te overleggen over het tuinschuurtje. Te lui om na te denken, hun hersens aan het werk te laten zetten door een kritische lezing of een diepgaande achtergrondreportage. Te lui om zich te verdiepen in het functioneren van een overheid, die er wel voor dient te zorgen dat we in Utopia leven. De overheid wordt helemaal niet vertrouwd, het is gewoon de sloof die vanuit het souterrain, onmerkbaar, alle lakens glad moet strijken en alle vloeren moet boenen. Met de handen op de rug gebonden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten