dinsdag 20 september 2022

Gelukszoeker

Mijn vriend is weg. Hij wilde niet illegaal in Nederland blijven en we hebben niet kunnen ontdekken hoe hij een nieuwe verblijfsvergunning zou kunnen krijgen. Ondanks telefoontjes naar de IND, advocaten, eindeloze speurtochten over het internet. We vermoeden dat er wel wegen zijn maar die zijn ofwel ondoorgrondelijk, ofwel onbegaanbaar. Hij heeft het opgegeven om Nederlands te leren op z’n zestigste, nu alles en iedereen onmiddellijk engels tegen hem praat. En als freelancer lukt het hem niet om het type businessplan te schrijven dat volgens de advocaten nodig is.

Acht jaar geleden kwam hij op avontuur vanuit AustraliĆ«. Hij had een baan en een visum bij een Nederlands-Frans ict-bedrijf en al gauw huurde hij een appartement, maakte vrienden, kocht een fiets en ging op cursus. Hij besteedde geld aan boodschappen, uitgaan en kunst en hij mantelverzorgde mij toen ik niet kon lopen. Een onopvallende, aardige, betrokken inwoner van Den Haag die duidelijk wat toevoegt aan de Nederlandse economie en samenleving. Maar toen hij ontslag nam bij het bedrijf en als zzp-er de bugs uit andere software ging halen, verloor hij z’n verblijfsvergunning. Hij zou al drie jaar geleden uitgezet zijn maar door corona kon hij niet weg – z’n vaderland liet hem niet binnen.

Maar nu de wereld weer open is moet ie dus opzouten. Ik verlies een vriend, hij verliest z’n woonplaats, Nederland verliest een ict-er en consument.

zondag 11 september 2022

Lelijk Nederland

Ik moet altijd een beetje huilen van al dat afval in de bermen. Zelfs beesten maken hun eigen leefomgeving niet zo smerig, en al het leven dat tegen de klippen op probeert te groeien en dartelen gaat er ongenadig aan kapot. Ergens is het ook wel weer te begrijpen, want mijn god wat is Midden-Limburg afzichtelijk lelijk. Alles: de bedrijfsgebouwen waar het helemaal mee vol staat, de wansmakelijke voortuintjes vol grind en Ikeabuddhas en groene, rode of grijze nepmetalen brievenbussen. De koperen of bruinglazen voordeuren, groene rolluiken, overal hoge hekken en dikke pooierbakken. Smalle fietspaadjes vol gaten. De stank van varkens ondanks de enorme luchtverversingsinstallaties, manshoge mais. Bramen en brandnetels.




 

Deze keer zag ik in Limburg geen omgekeerde vlaggen meer, de landverraders wonen kennelijk meer tussen Woerden en Stompwijk. Daar is het zo mogelijk ook nĆ²g lelijker, met tuintjes vol betonnen kleuters en kabouters en zwart-plastic vierkante vijvers naast gigantische kassen. En kasten van huizen, zonnepanelen op het dak. Grote lap grond er omheen met gifgroen strakgemaaid gras, prieeltje, paar SUV’s op de oprijlaan, en dan zo’n anti-Nederland vlag in de mast. Laat ze hun mest in Rusland uit gaan rijden.

maandag 5 september 2022

Ronald Meester, Klaas Slooten, Kan dat geen toeval zijn? Een kritische blik op statistische bewijsvoering

 

Als scholier was ik dol op wiskunde-B maar ik had een bloedhekel aan A, statistiek. Ik begreep er niks van, had een stomme leraar, en ik zag er het nut niet van in. Met z’n allen stemmen over de juiste uitkomst van een ‘som’, dat kon niet waar zijn. Ook tijdens m’n studie vond ik het vak statistiek nogal vervelend ook al bleek het niet echt zo heel moeilijk. Ik kon vooral niet onthouden welke conclusies je moest verbinden aan welke uitkomsten, maar ik kon in ieder geval de sommetjes maken. En ik begreep het belang: zonder statistiek geen wetenschap, zonder wetenschap geen kennis.

In de leerkring van de Algemene Rekenkamer kregen we les van de huisstatisticus, en die heeft me wel de ogen geopend. Ja het is lastig maar het is toch echt cruciaal voor wetenschap ĆØn politiek en beleid om statistiek te begrijpen – wie niet snapt hoe kennis tot stand komt kan uitspraken niet wegen.

De assistent-statisticus liet ooit eens vallen dat er tegenwoordig met Bayesiaanse statistiek werd gewerkt. Wat me daarvan bij is gebleven is het idee dat je nog tijdens je onderzoek leert en de statistische bewerkingen verbetert. Ik had geen benul hoe dat dan in z’n werk zou gaan, maar het leek me vooral bijzonder relevant voor de voortdurende berekening van risico’s. Ik dacht dat risicorekenaars steeds bij elke innovatie en bij elk incident of melding van een mogelijk gevaar hun berekeningen aan zouden passen. Eigenlijk hoop ik dat nog steeds.

Dus toen ik de recensie las van een boekje voor amateurs over de merites van Bayesiaanse versus klassieke statistiek kon ik niet wachten om het te lezen. Dat is me niet gelukt. Dat ligt niet aan de auteurs. Het boekje is erg goed opgezet, de teksten zijn goed geschreven, de voorbeelden zijn aansprekend en de uitleg is keurig stap voor stap en logisch. Denk ik, want ik raakte ergens op tweederde zo de draad kwijt dat ik de laatste hoofdstukken alleen nog maar heb doorgebladerd. De formules had ik al veel eerder overgeslagen en zonder die vergelijkingen, en zonder echt grondig begrip van de kansberekening waarop de uitleg is gebaseerd, is het toch niet bij te benen.

Ik ben er gewoon te dom of te lui voor, of allebei. Dat is balen, want wat dit boekje me wel weer heel duidelijk heeft gemaakt is hoe ongelooflijk schadelijk het kan zijn als we geen begrip van statistiek hebben. We goochelen met z’n allen met significantieniveaus in betrouwbaarheidsintervallen alsof het niks is, en we zijn overtuigd van de bewijsvoering als er ergens een nulhypothese is verworpen. Maar weinig leken begrijpen hoe je de ene tegen de andere hypothese af kan zetten en dat, als je dat doet, tegenovergestelde uitkomsten veel waarschijnlijker kunnen zijn dan die uit een klassieke berekening komen. Lucia de B niet schuldig aan moord, mondkapjes wel een beetje effectief.

Het is vooral goed om er weer eens aan herinnerd te worden dat statistische onderbouwing niet bijdraagt aan ‘bewijs’ maar enkel aan waarschijnlijkheid. We baseren er vrijwel alle overheidsbeleid op dus het kan geen kwaad om dat breed onder de aandacht te brengen.