donderdag 28 augustus 2014

Bedreigingen

In één journaal van twintig minuten merkt de nieuwslezer drie keer op dat iemand is bedreigd. Om een mening, om een geloof, om activiteiten die normaal zijn in het rechtsverkeer. Kennelijk ben ik de enige die er nog door geschokt word, het wordt tussen neus en lippen vermeld en ik hoor nooit dat de politie met man en macht achter de griezels aanzit die in het wilde weg medeburgers lopen te bedreigen. Met als gevolg dat dit een heel onveilige samenleving wordt, waarin het gevaarlijk is om je maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen, waarin je ernstige risico’s loopt als je je mening uit of gebruik maakt van je rechten.
Dat was vroeger – toen alles uiteraard beter was – toch niet zo? Twintig, dertig jaar geleden hadden er grote koppen op de voorpagina’s gestaan als er iemand bedreigd was. Was er een compleet rechercheteam op onderzoek uitgegaan om de onverlaat op te sporen.
Het internet, natuurlijk. Maar volgens mij is de mogelijkheid van makkelijke, anonieme, berichten en de stemmingmakerij in honderden echokamers niet de enige oorzaak. Er zijn kennelijk een hoop hufters die zich niet weten te beheersen, die overlopen van agressie en sociale onmacht. Die geen boodschap hebben aan samenleving of democratische rechtsstaat, voor wie hun kleine wereld slechts om hun beperkte ikje draait. Dat lijkt me toch een kwestie van opvoeding, niet van media om je kwaadaardige berichten te verspreiden.
Na de jaren vijftig zijn we met z’n allen zo bang geworden voor de spruitjeslucht van ‘hoe het hoort’ en oppassend en zuinig zijn, is non-conformisme zo hip geworden, dat we doorgeslagen zijn naar hyperindividualisme en überconsumentisme. Het zal best wel dat die cultuuromslag gevoed is door economische zekerheid en Amerikaanse popcultuur, maar verdorie hebben ouders en onderwijzers dan geen enkele verantwoordelijkheid meer om hun kroost wat burgerschap bij te brengen? Zijn ze zo onmachtig om goeie mensen van hun kinderen te maken? Mislukte mensen dus. Je zal er maar zo eentje zijn.

woensdag 20 augustus 2014

Ha-Joon Chang, 23 Things They Don't Tell You About Capitalism

Een anti-neoliberalismeboek vol economische redeneringen en argumenten die voor een geïnteresseerde leek makkelijk te volgen zijn. Goed tegenwicht tegen de Ayn Rand-aanhangers met hun amorele vrije marktideologie. De meeste van Changs stellingen worden door sociaal-democraten en sociaal-liberalen al lang onderschreven, maar meestal op basis van ideologische weerzin tegen grote inkomensverschillen en een ‘recht-van-de-sterkste-economie’. Chang laat aan de hand van economische theorie en historische voorbeelden zien dat de economische nachtwakerstaat niet alleen asociaal is, maar vooral ook economische ontwikkeling belemmert. Volgens hem is er een hoop overheidsinterventie nodig voor een gezond kapitalistisch stelsel waarin de welvaart van landen toeneemt. In drieëntwintig hoofdstukjes laat hij zien dat de economische ontwikkeling van landen geremd wordt door deregulering en volledig open markten; dat de relatie tussen persoonlijke inkomens en productiviteit erg dun is; dat goede sociale zekerheid arbeidsmobiliteit en –flexibiliteit bevordert; dat algemeen aanvaarde overtuigingen als dat meer hoger onderwijs beter is voor de economie onbewezen en zelfs niet-plausibele hypothesen zijn; dat slim protectionisme heilzaam is voor economische ontwikkeling.
Een aanrader voor iedereen die belang heeft bij de economie. Iedereen dus.