zondag 30 september 2018

Het nieuws moet op papier

Er zijn meerdere redenen waarom je dagelijks een papieren krant moet lezen. Vooral natuurlijk omdat het prettig is, bijna fysiek aangenaam. Alleen al de kleine verrassing van de krant op de deurmat. Ook het omslaan van een pagina is veel spannender dan met vette vingers scrollen over een hard scherm.

Een papieren krant kan veel moeilijker op basis van Big Data-analyses aan mijn voorkeuren en onbewuste keuzes aangepast worden, dan de nieuwsberichten die ik via m'n ip-adres binnenhaal. Het zou misschien in de toekomst wel mogelijk worden, als je tenminste de krantenjongen ook adequaat nudget om het juiste exemplaar in de juiste brievenbus te douwen, maar het lijkt me een ingewikkelde missie. Dus voorlopig vertrouw ik erop dat iedereen met een abonnement een identieke uitgave ontvangt, niet op het laatste moment aangepast aan de wensen van duistere machten die mij met allerlei subliminale boodschappen op willen zadelen.

Wie gewend is om in realtime voortdurend updates te krijgen zal de de tijd niet meer nemen voor beschouwingen. De papieren krant vertraagt de informatiestroom enigszins. Dat helpt. Het helpt om kalm te onderscheiden wat urgent, wat belangrijk en wat interessant is. Het helpt om journalisten toe te staan onderzoek te doen. Het helpt nieuws in context te zien en om rustig te reflecteren over achtergronden en verbanden.

Als ik mijn papieren krant uit heb, zelden op de dag waarop ik 'm ontvang, kan ie onderin de kattebak of om een plantje met kluit dat ik iemand meegeef. Of ik stop 'm bij een vriend zonder abonnement in de bus, zodat hij de cultuurbijlage kan spellen.

zondag 16 september 2018

Predictive policing, privacy en preventie



Natuurlijk wordt privacy op grote schaal geschonden met predictive policing aan de hand van Big Data als er persoonsgegevens in die Big Data worden gebruikt. En het is ook waar dat vooroordelen, racisme en seksisme in de algoritmen kunnen worden ingeprogrammeerd, zodat onterechte discriminatie veel moeilijker te achterhalen valt als er automatisch verdachten worden geselecteerd. De kwaliteit van de data hangt ook maar net af van de gevoeligheid van sensoren en de vraag of formulieren foutloos zijn overgetypt in spreadsheets.

Maar het griezeligste van Big Data voor criminaliteitspreventie wordt het als het wèl heel effectief is. Als de algoritmen goed zelflerend zijn, als de data correct zijn, als de foutmarges heel klein worden. Want als de computer met zekerheden boven de tachtig procent verdachten aanwijst op grond van patronen in de combinatie van kenmerken en gedrag, moet je er niet aan denken dat iemand toevallig in hetzelfde patroon valt en ‘toch’ niet criminele bedoelingen heeft. Zo’n ongelukkige zal zijn onschuld moeten bewijzen, en hoe bewijs je bedoelingen?

Het probleem is niet Big Data of preventive policing an sich en het is ook niet het begrijpelijke verlangen naar preventie. Het probleem is de combinatie, en de gemakzucht van al die mensen wiens privacy geschonden worden maar die niet door de politie worden lastiggevallen omdat ze buiten de verdachte patronen vallen, en de combinatie van preventie met efficiency en bezuinigingen, en de menselijke neiging om risico’s vooral aan personen te verbinden.

Predictive policing aan de hand van Big Data op grond van locaties, tijdstippen en gebeurtenissen is geweldig. Dankzij wetenschappelijk onderzoek, slimme algoritmen en grote rekenkracht van computers kan gedifferentieerd worden waar en wanneer risico’s op criminaliteit het grootst zijn. Er zullen meer zakkenrollers op de outlet van Roermond af komen dan op een kerkdienst in Weert, en misschien wel vooral op zaterdagmiddag en mogelijk neemt het risico extra toe als er tegelijkertijd een scoutingfeest wordt georganiseerd aan de Maas, of als het koud winterweer is. Dat soort patronen zijn goed met Big Data te ontdekken en het is vooral verstandig om de inzet van politiecapaciteit daar op af te stemmen. Misschien is er wèl veel meer politiecapaciteit nodig dan we gewend zijn, om zakkenrollers en winkeldieven op heterdaad te betrappen of snel na hun misdrijf op te pakken.

Als het echter niet meer om locatie, tijdstip en omstandigheid gaat maar om persoonskenmerk (Roemeen) en gedrag (met z’n vieren in een auto) worden waarborgen voor een rechtsstaat direct ondermijnd. Niet alleen het recht op privacy en gelijke behandeling, maar vooral de onschuldpresumptie en het recht op onbevooroordeeld proces.

De politie pakt mensen niet strafrechtelijk aan vóórdat ze verdacht worden van het plegen van een misdrijf. Maar mensen worden wel door politie-agenten staande gehouden, extra gecontroleerd, hinderlijk gevolgd. Grensbewakers kunnen mensen belemmeren. Strafrecht is sinds een aantal jaar uitgebreid met strafbaarheid van slechte bedoelingen. En ondertussen is er geen politiek leider meer die aan het publiek uitlegt dat uiterlijk, etniciteit of nationaliteit geen redenen kunnen zijn voor preventieve maatregelen.