woensdag 31 december 2014

Knallen



Ik besef dat het niet erg consistent is, maar ik ben dol op vuurwerk. En dan niet van die lullige, overgeorganiseerde steriele shows, dat netjes tussen half tien en kwart over tien – want de kindertjes moeten wel op tijd naar bed – een professioneel bedrijf enorme vuurpijlen de lucht in schiet, op de maat van muziek uit grote speakers en met het publiek op veilige afstand. Tuurlijk is dat veiliger, milieuvriendelijker en beter voor zielige huisdieren dan de traditionele ongeorganiseerde herrie. Dat is nou juist het punt: het is carnaval, oud-en-nieuw, gereguleerde anarchie.
Vooral in Den Haag, van oudsher de stad van de Chinezen in Nederland en ook van lastige jeugd, van confrontaties met het gezag en van achterstandswijken en asociale tokkies, wordt er in de dagen voor oud-en-nieuw overal in crescendo geknald tot het tussen twaalf en twee ’s nachts klinkt en ruikt als een compleet bombardement. Oorverdovend en spannend. Als je geen last hebt van oorlogstrauma’s is het kermis, net echt maar niet echt.
Zelf ben ik te zuinig en te schijterig om ook vuurwerk af te steken, en het is een heel avontuur om door de stad te fietsen terwijl vervelende jochies rotjes naar m’n hoofd gooien. Maar ik ben blij dat ons aangeharkte landje een uurtje per jaar even niet door de voorzichtigen, de bangen, de gedisciplineerden wordt geregeerd.

donderdag 25 december 2014

Papierloos kantoor

Op de radio iemand die razend enthousiast over het vermaledijde papierloze kantoor is, zelfs hun gat mogen ze niet meer met papier afvegen. Duurzaam, volgens hem. Kosten die computers geen stroom dan?

woensdag 24 december 2014

Betalen voor je eigen straf



“De vervuiler betaalt” was onze leuze na decennia waarin bedrijven grote winsten konden maken door veiligheidsrisico’s en milieuvervuiling af te wentelen op anderen. Economen hadden een grote blinde vlek voor ‘externe’ kosten en effecten, en het schuim moest op de beken staan, hele bossen moesten verzuurd ontbladeren, voordat er democratische meerderheden belangstelling kregen voor het collectieve goed van een schoon milieu. De puzzel van ogenschijnlijk strijdige belangen van werkgelegenheid en winst in een vrije markteconomie, en van bescherming van de natuur, kon mooi worden opgelost door de natuurbelangen in die markteconomie te integreren: de vervuiler betaalt. Het prijsmechanisme, vraag en aanbod en druk op innovatie kunnen uitstekend werken als vervuiling een kostenpost in de productie is en als producenten zulke kosten doorberekenen aan consumenten, in plaats van werknemers.

Zoals wel meer progressieve, sociale, ideeën kan ook dit principe worden geperverteerd en omgedraaid in een manier om zwakkeren bescherming te ontzeggen, burgers hun rechten te ontnemen en repressie door de staat te versterken.
In België schijnt het gebruikelijk te zijn dat terugkerende buitenlanders die eerder – tegen hun zin, met dwang – het land zijn uitgezet, geacht worden de rekening te betalen voor die uitzetting. Inclusief de kosten van verblijf in een uitzetcentrum. In Nederland wordt al een paar jaar gezonnen op mogelijkheden om veroordeelden te laten opdraaien voor de kosten van hun detentie. Om verkeersboetes te betalen moet je ook even de administratiekosten voldoen. De vervuiler, de crimineel, de overtreder, betaalt! Had ie maar geen misdrijf moeten plegen, had ie maar niet zonder visum naar ons land moeten komen. Het kost de samenleving, de belastingbetalers, hopen geld om zich te weren tegen criminelen en illegalen tenslotte.

Een groot verschil met het vervuiler betaaltprincipe is dat de mensen waar het om gaat weliswaar wetten overtreden, maar ze maken geen winst.
Om hen terug in het gareel te dwingen, om de wet te handhaven, beschikt de staat over zwaardmacht: de overheid kan macht, geweld en dwang inzetten tegen burgers die zich niet voegen naar de wensen van de democratische meerderheid. Dat plaatst die deviante burgers niet buiten de orde, ze blijven burgers met alle daaraan verbonden rechten. De dwang die de overheid tegen hen uitoefent, door ze op te sluiten of het land uit te zetten, richt zich heel precies op het handhaven van specifieke wetten, niet op het geheel buiten de samenleving plaatsen van de mensen waar het om gaat.

Door individuele burgers de kosten te laten dragen voor handhavingsacties die gericht zijn tegen hun wetsovertreding, ontken je aan de ene kant dat wetshandhaving een collectief goed is waarvan de kosten door de samenleving als geheel gedragen moeten worden, en aan de andere kant doe je net alsof die specifieke burgers niet bij het collectief horen.
De vervuiler betaalt is een fantastisch principe als het gaat om de bescherming van collectieve belangen tegen de winstbelangen van individuele bedrijven. Maar pogingen om alle kosten van gedrag dat door de meerderheid als onwenselijk wordt beschouwd, te verhalen op individuen, ontkennen het idee van een samenleving met collectieve belangen en dus ook collectieve kosten.

zondag 21 december 2014

Yasmina Reza, Gelukkig de gelukkigen



Een leuk boekje, vlot geschreven en goed vertaald. Een stuk of twintig perspectieven op relaties, ze hangen samen door de personages maar in feite staan ze helemaal los van elkaar. Zelfs thematisch: sommigen hebben hun leven goed voor elkaar, anderen zijn eenzaam of ongelukkig. Ik herken mezelf, en mensen om me heen, in veel van de figuren. Gelukkig tot tevredenheid: aan de hand van dit boekje stel ik opnieuw vast dat het beter is om vrij en ‘alleen’ te zijn dan jezelf aan iemand te verbinden, als die iemand het niet waard is om je zelfstandigheid voor op te geven.

donderdag 4 december 2014

Constructief



M’n chef had een afkeer van ge-ja-maar, volgens mij vergiste hij zich. Een goeie ambtenaar is een echte ja-maarder. Loyaal en kritisch tegelijk. Ja, we gaan er alles aan doen om de minister te bedienen. Maar: geen vernieuwing alleen maar omdat het nieuw is. Maar geen beleid verzinnen alleen maar omdat dat nou eenmaal is wat we doen. Maar geen geld besteden om het budget voor 31 december uit te putten. Maar geen wetten maken alleen om er doortastend uit te zien.
Een goeie ambtenaar is er nou juist voor om ja maar te zeggen, voortdurend. Zorgen dat voortdurend vragen gesteld worden bij aannames, veronderstellingen en vanzelfsprekendheden. Zorgen dat altijd de legitimiteit van voorstellen tegen het licht wordt gehouden. Zorgen dat keer op keer verschillende belangen gehoord worden zodat open afwegingen kunnen worden gemaakt. Blinde vlekken, vooroordelen en mythes opsporen.
Ja-maren is niet tegenwerken. Het is stevige fundamenten leggen.

zondag 30 november 2014

Sinterklaas



Voor mij heeft de traditie van Sinterklaas minder met die man-met-baard-en-mijter en zwarte Piet te maken, ook al zorgde ik lang geleden wel degelijk voor een vers geschilde wortel en wat hooi voor de open haard, zongen we uit volle borst boven onze gezette schoenen en was ik hevig bezorgd dat zwarte Piet in de schoorsteen bekneld zou raken. In ons huis ging het ook niet werkelijk om de kadootjes, ook al lagen er altijd bizar grote stapels doordat we geen lootjes trokken en iedereen dus dingen kocht voor iedereen, alleenstaande oom en tantes incluis. M’n hippie-ouders haalden wel allerlei nare psychologische experimenten met ons uit door ons op te voeden tot antimaterialistische niet-hebberige altijd tevreden braveriken en tegelijkertijd de spanning maximaal op te voeren rond die obsceen grote berg pakjes, maar ik meen dat ik m’n opvoeding toch redelijk te boven ben gekomen.
De traditie van surprises knutselen en ‘gedichten’ schrijven ging denk ik vooral om het aandacht hebben voor elkaar, een beetje moeite doen voor elkaar. Met liefde en voorpret iemand plagen met z’n gevoeligheden.
Eigenlijk gaat de zwarte-Pietendiscussie daar misschien ook wel over. Ik geloof zeer dat de anti-Pieten misleid zijn en dat de traditie van een donkere engerd niet uit racisme voortkomt. Maar ik geloof ook dat er racisme is, en dat het voor de slachtoffers daarvan pijnlijk is om geassocieerd te worden, of zich geconfronteerd te zien, met de figuur van zwarte Piet die meestal eng is of anders wat dommig.
Witte autochtone Nederlanders reageren verongelijkt en defensief op het racismeverwijt, ze voelen zich aangevallen en beschouwen de anti-Pieten als vijanden van hun fijne traditie. Het lijkt verdorie wel oorlog. Als de essentie van de Sinterklaastraditie in naastenliefde en compassie zit, in het iets voor een ander over hebben en even aandacht aan een ander besteden, dan zouden de traditionalisten er ook voor kunnen kiezen om de anti-Pieten met begrip en erkenning tegemoet te komen. Erkennen dat mensen vaak slachtoffer van racistische vooroordelen en stereotyperingen zijn, en dat dat bijzonder vernederend en pijnlijk is. Proberen te begrijpen hoe zwarte Piet er uit ziet voor iemand met een donkere huid. En de grootheid van een goedheiligman opbrengen om net zo lang te sleutelen aan de uitingsvormen van een bijzonder eigen, Nederlands culturele traditie dat de oude traditie in een veranderende samenleving nog jaren mee kan.
Het wordt tijd dat witneuzen een beetje integreren in de 21e eeuw.

zondag 23 november 2014

Gelijkheid

Gelijkheid = de vrijheid om deviant te zijn. Afwijken van de norm zonder dat dat gevolgen heeft.

Ook als ik aan de norm voldoe, ook als ik in de voordelige positie verkeer, is mijn vrijheid beperkt als er geen gelijkheid is. Mijn vrijheid hangt af van de gelijke behandeling van anderen.

ingroep uitgroep



Zelden gaat een babbeltje met m’n sportmaatjes dieper dan een grapje en een knipoog, of een opmerking over de eeuwige herhalingen op discovery channel. Heel af en toe is er een trigger voor commentaar op niet-witte of niet-hetero of niet-autochtone mensen. Ik heb er altijd spijt van als ik iets uitlok in die richting, want elke keer weer word ik verbijsterd door het venijn. Waarom voelen laag opgeleide witte heren zich makkelijker met mij verbonden dan met laag opgeleide bruine mannen? En op welke manier zou hen een beetje respect voor anderen kunnen worden bijgebracht? Het helpt niet genoeg om gewoon samen te sporten en te kletsen; achter de rug om van buitenlandse of nichterige maatjes blijkt ook daarover een hoop weerzin.
Voor m’n sportvriendjes is het vanzelfsprekend dat zij zelf de norm zijn, en ze voelen zich kennelijk bedreigd in hun cultuurreservaat. Met valse grappen, roddels en giftige praatjes bevestigen ze hun status als ‘echte Nederlanders’ en ‘echte mannen’.
Het zijn schatjes, en het is leerzaam om discriminatie in werking te zien, maar echt begrip heb ik nog niet. Natuurlijk besef ik dat er nog een enorme afstand is tussen zulke misplaatste superioriteitsfantasieën, en onvervalst racisme en genocide. Maar een holocaust komt wel voort uit dezelfde sentimenten.

zaterdag 22 november 2014

Holland, Rubicon



Holland is misschien niet zo’n literaire schrijver, en in Rubicon wordt de geschiedenis minder geromantiseerd dan op de omslag wordt beloofd, toch vind ik z’n beschrijving van het einde van de Romeinse republiek meesterlijk. Het gaat niet zozeer om jaartallen en gebeurtenissen, en ook niet helemaal om een paar hoofdrolspelers, maar vooral om de beleving, de cultuur en de publieke opinie, die er in die tijd kan zijn geweest. Misschien is het projectie van onze belevingswereld op de burgers van toen, Holland maakt in ieder geval geloofwaardig dat vrije burgers zich langzaam maar zeker de dictatuur in hebben laten luizen. Uit angst voor burgeroorlog, anarchie, wetteloosheid en vooral normloosheid gaven mensen er de voorkeur aan om door een despoot bestuurd te worden, vooral omdat ze erop vertrouwden dat zowel Caesar als Augustus hen beschermde tegen oorlog en barbaren, en de constitutie in ere hielden.
Het is allemaal enorm herkenbaar, maar de verschillen tussen toen en nu springen ook in het oog. De republiek heeft bijna vijfhonderd jaar bestaan, kom daar nu maar eens om. Vijfhonderd jaar geleden was er in Europa nauwelijks sprake van een volk van vrije burgers en bescherming van eigendom. Aan de andere kant draaide de Europese economie niet op slavernij en plundering van exotische rijken.
De Romeinse republiek lijkt – mijn kennis rijkt niet verder dan wat Holland me vertelt – gebaseerd op mores en veel minder op gegarandeerde instituties. Zolang de schijn opgehouden werd, konden instituties gecorrumpeerd en geperverteerd worden. Het recht was beperkt en de rechtsbescherming was primitief.
Hoe dan ook, voor een historisch geinteresseerd politicoloog een lekker vakantieboek.

maandag 17 november 2014

Duw ze de jihad in

Vrijwel ieder mens wil graag bij de gemeenschap horen. We zijn immers sociale dieren. Sociaal zijn is geen keuze: het is ons aangeboren. Eén van de kenmerken van ons sociaal-zijn, is dat we ons conformeren aan de normen in onze groep. Een groep kan alleen een groep blijven, als de leden zich aan elkaar aanpassen. Heel veel gedrag en heel veel opvattingen, ook van moderne, rationele, mensen, komt voort uit onze perceptie van de norm.
Dat roept twee vragen op: hoe leiden we normen af, en bij welke groep horen we?
Ieder mens hoort, afhankelijk van allerlei zich ontwikkelende factoren, bij verschillende groepen. Opvoeding, culturele omgeving en aangeboren kenmerken zullen deels bepalen wie je peers zijn, maar ook hobbies, belangstelling, opvattingen, mode, toevallige ontmoetingen, rolmodellen, media, smaak, vriendschappen, volwassenheid, woonplaats, gebeurtenissen. Je kan op maandagmorgen vooral horen bij klas 3B, op maandagavond bij voetbalvereniging FC doorzetters en bij het ontbijt bij de familie Khan. Als je door de bouwvakkers op de hoek wordt nagefloten hoor je tot de groep ‘jonge vrouwen’, als een agent je zomaar om je identiteitsbewijs vraagt hoor je waarschijnlijk tot de groep ‘allochtonen’.

In het verleden, in een eenvoudige, overzichtelijke en stabiele maatschappij, vielen veel verschillende groepen samen: in je dorp, je etniciteit, je geloof en je sportclub kwam je voortdurend precies dezelfde mensen tegen. Je was in hoge mate gebonden aan plaats en kenmerken – geslacht, leeftijd, huidskleur. ‘De samenleving’, of ‘het volk’, was een homogene groep mensen die op allerlei dimensies elkaars peers waren.
De normen in een groep staan niet in een boek om uit het hoofd geleerd en overhoord te worden. Mensen leiden af wat kennelijk een norm is, uit gesprekken, uit het gedrag dat ze van anderen waarnemen, uit uitingen van groepsgenoten. Als je tien kiekjes op facebook hebt gezien van een mooi opgemaakte maaltijd, dan weet je wat mooi eten is. Als je vriendinnetjes beginnen te gniffelen zodra een jongen in een rok langsloopt, weet je dat een rok voor jongens raar is.
Zelf draag je bij aan het bepalen van sociale normen, en aan het vaststellen van je groepen: wie hoort waar bij op welke grond? Dat is een iteratief proces: groep en norm beïnvloeden en bepalen elkaar. Door middel van roddelen, lachen om grappen, het delen van zorgen (‘wat zou jij doen...?’), discussiëren, babbelen en uitwisselen bekennen mensen zichzelf tot een groep en stellen ze vast wat de normen zijn.
Daarom heeft het een energiebesparend effect op veel mensen, als ze horen dat hun buren minder gas verbruiken dan zijzelf. Daarom hangen meer mensen hun handdoek op als ze lezen dat andere hotelgasten in diezelfde kamer dat ook deden. Daarom betalen meer mensen hun belasting op tijd, als hen verteld wordt dat de meerderheid op tijd betaalt. Voor sociale dieren zijn maar kleine duwtjes nodig.
Je kan je voorstellen dat groepsnormen ook afgeleid worden uit boodschappen die je voortdurend via de media en van opinieleiders hoort. Of dat er normen geimpliceerd worden door overheidsbeleid.

Stel: je voelt je moslim, omdat je door je ouders islamitisch bent opgevoed, al je vrienden moslim zijn en iedereen om je heen je benadert als een moslim. En stel dat er in de seculiere samenleving waarin je leeft weinig bekend is over islam. Je krijgt geen les op school over islamitische waarden of normen, je leert geen Arabisch lezen, het is ongebruikelijk om naar de moskee te gaan, er zijn weinig mensen die gezaghebbend uitleg kunnen geven over Koran of sunna. En dan komt er opeens een politieke beweging op, die tien jaar lang stelt dat islam anti-westers en gewelddadig is, en dat Nederlanderschap en islamitische vroomheid niet samen kunnen gaan. Dan begin je toch te begrijpen dat je kennelijk anti-westers moet zijn om een goeie moslim te kunnen zijn?
Je ouders, geen filosofen of mystici die dag in dag uit met geloofszaken bezig waren maar gewoon bouwvakkers en ziekenverzorgers, hebben het nooit met je over jihad, geloofsstrijd, gehad. Sinds de opstand tegen Assad zie je vrijwel dagelijks op het nieuws dat jihad kennelijk synoniem is voor terreur, voor het opensnijden van witte kelen. Van islamitische leraren begrijp je jihad een religieuze plicht is.
We doen er nog een schepje bovenop: we publiceren onderzoek waaruit zou blijken dat de meerderheid van je peers, andere Turkse jongeren, Syriëgangers als helden beschouwen. Ook al is het niet waar, we blijven het op radio en tv voortdurend herhalen.
Wat is de sociale norm voor iemand die zichzelf als moslim identificeert?

Als Nederlandse overheid zijn we hard bezig onze islamitische jeugd te vertellen dat ze alleen goeie gelovigen zijn als ze zich bij IS aansluiten. We hebben ze al wijsgemaakt dat ze geen echte Nederlanders kunnen zijn en dat ze moeten kiezen tussen hun geloof of hun burgerschap. De impliciete boodschap van het afnemen van iemands paspoort is dat je tegenstander van radicale sunnieten moet zijn om bewegingsvrijheid te verdienen.

Wullie en zullie

Het is zoals Bas Heijne schreef: iedereen wordt onder druk gezet om ‘mee te doen’, maar zwarten, moslims en Marokkanen horen er nooit helemaal bij. Je kleur moet wit zijn, je grootouders waren bij voorkeur protestant-christelijk of anders toch katholiek of desnoods joods, en je moet autochtoon zijn tot in de tiende generatie.
Als je in dat plaatje past, ben je er nog niet. Wees geen nicht, geen kunstliefhebber, zit niet in een rolstoel. Als vrouw heb je een streepje achter, ben je bejaard dan tel je niet meer mee, en doe niet zo raar door genuanceerd te denken.
Zouden die eersterangsburgers, die elite van autochtone geseculariseerde goedverdienende gezonde mannen met hun pappadagen en hybride lease-auto, zich niet een beetje eenzaam voelen?
Om me heen hoor ik ze nog steeds luidkeels grappen ten koste van anderen maken. Een grapje is toch onschuldig en als je er niet om kan lachen heb je geen humor. Demonstreren tegen zwarte piet, dat is niet grappig, dat is het verpesten van een kinderfeest. Maar alledaags seksisme, kom op zeg, niet van die lange tenen!
Ze twijfelen er geen moment aan dat zij de norm zijn. Ze bepalen de politiek, ze bepalen de economie, ze bepalen de cultuur: waarom zouden ze niet de toon aangeven? Vooral bepalen ze wie er acceptabel is en wat kan worden getolereerd. Ze bepalen zelfs wat je niet mag denken, laat staan zeggen: begrip voor radicalen, verveling met de MH17, wantrouwen tegen goeddoeners of afkeer van Boer-zoekt-vrouw. Foute opvattingen, Fout denken, Fout in de volgende oorlog. Meningsvrijheid geldt alleen voor echte Nederlanders.

zondag 16 november 2014

Verantwoordelijk met je gegevens omgaan



Als ik cybercrimineel was dan wist ik het wel. Ik zou identiteiten oogsten, en doorverkopen aan mensensmokkelaars, wetsontduikers, bankrovers, fraudeurs en stalkers. Het is de ideale markt: er liggen miljarden identiteiten min of meer voor het grijpen, en de vraag is ook al bijna eindeloos. Namen, usernames en wachtwoorden, paspoorten, adressen en geboortedata, biometrische gegevens (foto, vingerafdruk, dna), handtekeningen, alles heeft z’n prijs. En de nauwelijks beveiligde voorraden stapelen zich op: bij webwinkels, clubs, overheidsdiensten, in de toeristenindustrie en bij ieder bedrijf dat om een kopietje paspoort vraagt, dienstaanbieders die zich met een creditcard laten betalen, telefoonmaatschappijen en abonnementaanbieders. Iedereen laat minstens een paar keer per dag identificatiesporen na, en voor een slimme hacker moet het niet al te moeilijk zijn om die sporen te verzamelen.

Vroeger betaalde ik met een paar munten voor de toegang tot het zwembad, en dan trok ik volkomen anoniem m’n baantjes. Bij de sportschool werd m’n toegangspas elke maand opgeladen, zodat electronisch kon worden uitgelezen tot welke datum ik (cash) had betaald. Dankzij een foto op de pas werd voorkomen dat we met z’n tweeen om de beurt binnenkwamen.
Het zwembad registreert tegenwoordig m’n naam en adres, voordat ze me een toegangspas geven waarmee ik mezelf naar binnen kan laten zodat er geen dame meer achter de kassa meer op een knopje hoeft te duwen om de deur open te doen. De sportclub wil, in een misplaatste poging tot hipheid, m’n vingerafdruk aan m’n lidmaatschap koppelen. Iedere kledingboetiek, kapper, sigarenboer of supermarkt vraagt me om m’n naam en adresgegevens zodat ze hun marketinginspanningen kunnen verfijnen. De NS en translink willen weten wie ik ben, waar ik heen ga en waar ik woon.
Je mag hopen dat al die verzamelaars van persoonsgegevens er zorgvuldig mee omgaan en m’n identiteit supergoed beveiligen, maar het lijkt me een illusie om te denken dat er geen hacker meer bij kan.
Misschien steekt er wel op dit moment een FARC-strijdster de grens naar Colombia over met mijn paspoort; probeert een Rus de bank wijs te maken dat ik geld naar hem over wil maken; of zoekt een griezel die me bij de sportschool heeft gezien uit waar hij het openstaande raampje naar mijn slaapkamer kan vinden. Misschien ook niet; ik heb m’n tientallen wachtwoorden en pincodes immers goed verstopt…

zondag 9 november 2014

Herfstgeluk



In de verte komt een gigantische v-formatie aan. Ik schat zo’n honderd ganzen. Ze vliegen zo hard dat ze al snel weer uit beeld verdwijnen.

vrijdag 31 oktober 2014

Tweedeling



Sinds we ontzuild zijn en daardoor het stemgedrag van het Nederlandse electoraat niet meer begrijpen, zijn politicologen maar ook beleidsadviseurs en politici naarstig op zoek naar nieuwe maatschappeljike indelingen van het volk. Een goeie indeling zou de samenleving zoveel overzichtelijker maken.
Niet alleen beleidsmakers, ook veel burgers hebben wel behoefte aan een paar logische categorieën waarmee ze zichzelf en anderen kunnen identificeren: de geitewollensokken hippie en de sigaarrokende dikke directeur doen het niet meer. En zelfs een wat vager en algemener verdeling tussen conservatief en progressief, of tussen rechts en links, werken voor geen meter.
Wetenschappers zouden graag logische categorieën hebben: wederzijds uitsluitend, alles dekkend (daartoe neme men de ‘rest’categorie) en bij voorkeur evenwichtig in de zin dat kenmerken langs dezelfde dimensies worden bepaald: opleiding, of inkomen, of gezagsgetrouwheid.
Jaren geleden produceerde Motivaction een schema dat niet voldeed aan die wetenschappelijke logica. Het ging echter om een schema gericht op mediaconsumptie, en het is maar zeer de vraag of het relevante groepslabels bood voor alle soorten van beleid of identificatie.
Toch zaten ze volgens mij wel op een zinnig spoor: Nederlanders (en vermoedelijk ook anderen) passen niet keurig in onderscheiden hokjes, er zijn méér soorten Nederlanders dan in een simpel modelletje is te beschrijven. Bovendien: als de ene groep hecht aan een voor hen belangrijke waarde, hoeft er niet persé een andere groep te zijn die aan de tegenovergestelde waarde hecht. Zo denk ik dat hoogopgeleiden die groot belang stellen in competentie geen tegenspeler vinden in lager opgeleiden die incompetentie bejubelen. Ik zou gokken dat lager opgeleiden zich niet zo druk maken om competentie en hun aandacht meer richten op de vraag hoe sociaal of zorgzaam iemand is. Competentie en zorgzaamheid sluiten elkaar niet uit.
Ik geloof ook niet dat er een sociaal-culturele scheidslijn door Nederland loopt waarbij aan de ene kant gezagsgetrouwe, en aan de andere kant vrijzinnige, burgers staan. Ook burgers met vrijzinnige of liberale opvattingen over ethische kwesties – de bekende abortus, euthanasie en drugskwesties – hechten aan de wet. Juist uit de liberale hoek wordt het vaakst gehamerd op de rechtsstaat, aan het primaat van de wet boven de macht. In hun beleving is gezag gebaseerd op wet en recht, niet op actie en effect.
En wat bijna alle categorieën, groepen en individuele burgers gemeen hebben is het belang van integriteit en het verwerpen van corruptie en misbruik van bevoegdheden. Dat maakt heel Nederland ‘gezagsgetrouw’.
Ik denk dat er een sociaal-cultureel verschil te zien is tussen communitaristen en liberalen. De vraag met wie je solidair bent, om wie het recht draait, hoe je je positie in de samenleving bepaalt, maakt verschil. Er zijn mensen die zichzelf vooral zien als deel van de gemeenschap, de groep, die een notie hebben van ‘volk’ of ‘natie’ en die in wij-zij-onderscheid denken. Aan de andere kant staan individualisten die zich identificeren als burgers in een rechtsstaat en voor wie het mens-zijn bepalender is dan hun etniciteit of de plaats waar ze thuis zijn.
Het gaat niet om een scheidslijn maar om een continuüm, met uitersten en middenposities. Extremistische communitaristen zullen zich tegen buitenlanders verzetten en zullen hun culturele normen aan anderen op willen leggen, extremistische libertairen zullen het collectief of de overheid als de vijand beschouwen en sociaal, moreel gedrag verwerpen. Er zijn ook tolerante communitaristen, die vooral anderen willen helpen en nieuwsgierig zijn naar anderen, en er zijn ook aardige liberalen die enorm lopen te mantelzorgen.
Zuilen, categorieën en groepen zijn sociale constructen. Ze bestaan omdat we vinden dat ze bestaan. Als iemand met een concept komt dat aanslaat, kan het een nieuwe werkelijkheid worden. Dat heeft voordelen, het maakt de communicatie in een samenleving en in de politiek efficiënt en het biedt handvatten voor beleid. Maar het heeft ook nadelen: het wordt voor mensen bijna onmogelijk om aan de algemeen aanvaarde categorisering te ontsnappen. Je wordt in een groep ingedeeld en je wordt benaderd als lid van een groep.


maandag 27 oktober 2014

Terreur

Niet elke gek die met een bijl zwaaiend “God is groot” roept is een jihadist. En niet elke strijd is moslimterrorisme. Ik hoor al jaren van ‘strijd tegen kanker’, ‘strijd tegen armoede’, innerlijke strijd, schoolstrijd en bloed aan de muur in bestuurskamers. Mijn naam verwijst naar strijd en oorlog, maar eigenlijk ben ik een conflictmijdend meisje. Jihad betekent strijd, en toen ik me lang geleden in de islam verdiepte kwam ik interpretaties tegen van het begrip jihad, en de verplichting om ‘jihad te voeren’, die vooral veel leken op gebed en meditatie, op het overwinnen van de duivel in jezelf, op het zuiveren van je eigen geest. Dat neemt niet weg dat er ook gewoon de platte interpretatie was van het ter hand nemen van zwaarden en andere wapens, en met geweld het ware geloof afdwingen. Een beetje zoals de kruisvaarders, inquisitie en imperialisten de oproep tot het brengen van de blijde boodschap interpreteerden.
Maar daar gaat het me niet om. Het gaat om onze collectieve neurose om elke gestoorde aandachtzoeker maximaal te bevredigen door wereldwijd nieuwsbulletins te onderbreken, militairen in te zetten, wetten aan te scherpen en complete bevolkingsgroepen te strippen van hun burgerrechten zodra een idioot, geïnspireerd door cartoons van Wicky de Viking en new age gezangen van salafisten, zich al schietend stekend en gillend voor de camera’s stort. Als ie maar niet vergeet om Allah aan te roepen tijdens z’n grote optreden, het moet wel een beetje geloofwaardig zijn nietwaar. Aansluiten bij de heersende overtuiging dus, het beeld dat islam en grotesk geweld één op één met elkaar verbonden zijn.

Als wij niet in staat zijn het onderscheid te maken tussen berekenende, systematische killers met een politiek doel en de slimheid om aan de middelen te komen om hun doel te bereiken, psychiatrische probleemgevallen, en de categorie lone wolves a la Breivik, Van der Graaf en Mohamed B. zullen we ze niet erg effectief kunnen bestrijden. Alledrie de soorten griezels niet.

Wat we nu doen is bommen gooien op de psychiatrische gevallen, die eigenlijk hulp nodig hadden, en veilige sociale werkplaatsen. De bommen ontploffen in het gezicht van iedereen die op hen lijkt, dankzij het terzijde schuiven van recht op privacy, gelijkheidsideologie en onschuldpresumptie. Met strenge passagierscontrole, visaweigeringen, stoere agenten in militaire outfit en wetgeving die voorbereidingshandelingen strafbaar stelt maken we onszelf minder vrij. Terreur: het werkt.

donderdag 16 oktober 2014

Liefde




Bij het graf van twee die er maar kort waren overweeg ik de vergankelijkheid. De betekenis van bestaan en vergaan. Wat er overblijft is een verhaal, een vleug. Ik ben blij dat die steen er staat.

vrijdag 3 oktober 2014

Genieten



Het is zalig herfstweer, zacht en zoet. Verstopt achter m’n zonnebril en m’n muziek fiets ik over de Horstlaan, genietend van de lucht over m’n huid. Een vrouwtje, volledig gehuld in een abaya, fietst me tegemoet. Ze heeft een brede bevrijde lach op haar gezicht.

woensdag 24 september 2014

Jij hebt misschien niks te verbergen

Er is een aantal redenen waarom je je zorgen zou moeten maken om je privacy, vooral als je niks te verbergen hebt. Solidariteit, macht en recht, alweer.

Als je autochtoon, hoog opgeleid, gezond, politiek doorsnee bent en in een doodgewone buurt woont is het makkelijk om je nergens druk over te maken. Jouw premies worden niet verhoogd, jij krijgt alle superknalleraanbiedingen, je mag kiezen naar welke school je kinderen gaan en door welke dokter je je laat behandelen. Je zal zelden door een agent worden staande gehouden en al helemaal niet gefouilleerd. Als je op vakantie wil, boek je gewoon je reis en nevernooit maak je mee dat iemand je een strobreed in de weg legt. Er komt geen kinderbescherming bij je aan de deur om je kroost te heropvoeden; je wordt niet preventief opgesloten tijdens nationale festiviteiten; niemand stelt je voor de keuze om pillen te slikken of in een cel te belanden; je bankrekening is altijd toegankelijk en je internetaansluiting blijft werken. Je hoeft niet aan te tonen dat je vaker dan je lief is alleen slaapt; je mag gul en zorgzaam zijn zonder verdacht te worden van zwartwerken. Kortom, je ervaart de wereld als vriendelijk, makkelijk, en veilig.

Waarom zou je je druk maken over je privacy?

Omdat je bedrijven en overheden de middelen in handen geeft waarmee ze anderen, die niet autochtoon, hoog opgeleid enzovoort zijn en die de verkeerde postcode als een ster op hun jas hebben, kunnen discrimineren.

Omdat je zoveel macht aan bedrijven en instanties overdraagt, dat je op enig moment zal moeten aantonen dat je zo gezond en gewoon bent, niet hebt zwart gewerkt, niet illegaal hebt gedownload en niet van plan was om de wet te overtreden. De bewijslast is jouw probleem.

Omdat jouw lage verzekeringspremies van nu ten koste gaan van de zekerheid van minder fortuinlijken en dus ook van jezelf, als je onverhoopt toch ziek, werkloos of berooid zou raken.

Privacy – de blinddoek van Vrouwe Justitia - is een kwestie van solidariteit. En solidariteit is de basis van een vreedzame, veilige en eerlijke samenleving.

donderdag 18 september 2014

Sociale media en privacy

Sinds een paar jaar hoor ik regelmatig dat sociale media de pest voor privacy zouden zijn. Dat is natuurlijk ook wel zo: facebook, google en andere sociale media-aanbieders oogsten alle persoonsinformatie die gebruikers genereren, en verkopen dat door aan bedrijven die er hun marketing en soms hun prijzen op baseren. Volgens die bedrijven ‘bieden’ ze ‘maatwerk’, volgens verontruste activisten begluren ze consumenten en maken ze mensen volkomen afhankelijk. Heel kwalijk allemaal, maar volgens mij toch niet het echte privacyprobleem. Sociale media veroorzaken dit fenomeen niet, ze faciliteren het. En de manier waarop de persoonsinformatie wordt verzameld en gebruikt levert wel scheve machtsverhoudingen op, maar de macht van commerciële bedrijven zou nog steeds begrensd kunnen worden door recht en wet.

Een grotere bedreiging van privacy komt uit de hoek van overheden en uitvoerders van publieke taken, die grote hoeveelheden intieme informatie over burgers verzamelen om er besluiten op te baseren. Overheden gebruiken nou juist niet zozeer de sociale media maar vooral allerlei eigen surveillancesystemen. Met camera’s en sensors wordt het doen en laten van mensen gevolgd, betaalregisters en contactgegevens worden gekopieerd en vooral worden steeds meer registers en gegevens zodanig aan elkaar gekoppeld dat er een hoop intieme informatie aan specifieke individuen gekoppeld kan worden. Kennis is macht, is een oude wijsheid, en overheden vergroten op deze manier hun macht.

Nog ernstiger wordt het als er inbreuk op fundamentele rechten van bepaalde burgers wordt gemaakt; bepaald op grond van die informatie over hun doen en laten, hun denken en hun geloven. Dáár zit het werkelijke privacyprobleem: alle burgers zijn gelijk maar sommigen zijn wat minder gelijk, vanwege kenmerken waar de overheid eigenlijk helemaal geen belangstelling voor zou mogen hebben. Pak je je koffers om op reis te gaan, bid je vijf keer per dag naar het oosten en heb je je laatdunkend uitgelaten over de westerse cultuur, dan verspeel je al gauw het recht om je eigen kinderen op te voeden.
Vrouwe Justitia had altijd een blinddoek om, zodat ze alleen de relevante feiten zou wegen. Er is alleen sprake van recht als de algemene wet wordt toegepast, geen aangepaste beoordeling op grond van een persoonlijke inschatting van de vraag of een burger wel braaf voldoet aan subjectieve normen van goed gedrag.

Sociale media veroorzaken geen privacyschendingen. Het privacyverlies dat mede mogelijk wordt gemaakt door sociale media leidt de aandacht af van het werkelijke probleem: als mensenrechten niet langer voor alle mensen in gelijke mate gelden, verliezen we de vrijheid om te zijn wie we zijn.

donderdag 11 september 2014

Terreur

ISIS is gruwelijk, walgelijk, angstaanjagend en verschrikkelijk. Guantanamo Bay ook. 9/11 was shocking. Ehhh wat hadden we daarvoor ook weer? De westerse steun voor Saddam Hussein, voor Khadaffi, voor Saoedi Arabie... O ja en de bestrijding van 'communisten' met de smerigst denkbare middelen. En o ja de verdediging van het communisme met vuile methoden. Gaat lekker zo.

woensdag 10 september 2014

Het gezag



Een politie-auto scheurt met minstens 70 door de Elandstraat. Ik kijk achterom om te zien wat ie doet en ja hoor, vol door het rood. Stom geluk dat er toevallig niemand het kruispunt oprijdt. Geen zwaailicht, geen sirene. En straks natuurlijk weer gewoon boetes uitdelen aan fietsers zonder licht. Sukkels.