dinsdag 14 februari 2012
Jaap Jan Zeeberg, Nova Zembla
Een fijn dun boekje dat ik van Matijs heb georven, dat maakte het extra fijn. Paste precies in deze extreem koude week, in m’n pyamaatje onder een dubbele deken met een bevroren neus lezen over meters sneeuw, ijszeeën en berenaanvallen. Het boekje geeft eerst een nogal uitputtende behandeling van alle historische kennis die er is rond de reis van Barents in 1596, dan twee reisverslagen van vóór de fatale overwintering, en dan pas het prima vertaalde (en misschien uitgedunde?) verslag van De Veer over de tien maanden die de twaalf mannen op acht of tien vierkante meter doorbrachten. In het donker, met scheurbuik, zonder voldoende hout om zich te warmen, in bevroren kooien. Als je je er een voorstelling van probeert te maken hoe verschrikkelijk dat moet zijn geweest, lijkt De Veers verhaal extreem onderkoeld, no pun intended. Hij doet zakelijk en precies verslag, gebruikt heel af en toe woorden als gruwelijk maar heeft meestal niet meer dan twee zinnen nodig om mee te delen dat mannen in doodsangst, bijna stijfbevroren, zich een gigantische agressieve ijsbeer van het lijf proberen te houden. Erg indrukwekkend.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten