Ik biecht op: op de fiets word ik een soort PVVer. Vooral als het donker is, regent, hard tegen waait en ik blind met een beslagen natte bril, één hand aan m’n muts en m’n sporttas over m’n achterlicht gezakt kromgebogen rode stoplichten negeer, schuin kruispunten oversteek, aan de linkerkant een stukje spookrij en af en toe een stukje stoep meepak. Andere fietsers geef ik nog netjes voorrang, maar alle auto’s zijn de vijand. Helemaal als er eentje me tot stoppen dwingt omdat hij (door groen) rechtsaf slaat. Binnensmonds vloekend zet ik m’n soppende schoen op de grond. Een dame die uit een uitrit mij pas op het laatste moment ziet kan een serie verwensingen krijgen. Eentje die mij geen voorrang geeft waar ik toch echt rechtdoor ging zou ik het liefst een deuk in z’n dak slaan.
Zo snel mogelijk trap ik door naar een warm droog huis, moeder de vrouw ook al ben ik dat zelf zal warme chocomelk voor me maken. Ik zit veilig binnen en buiten kunnen ze allemaal in de stront zakken.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten