Een typisch leesclubboek, want hoewel ik het prettig vond om te lezen, zie ik niet welk punt er met deze Britse ‘Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan’ wordt gemaakt. Ik snap zelfs niet dat het over Daphne zou gaan, zoals de achterflap stelt, anders dan dat zij de verbindende figuur is. Maar als het al ‘over’ iemand gaat is dat Cecil, de dode dandy.
Dat het toch een prettig te lezen boek is, komt door het taalgebruik op niveau (tenminste drie woorden op moeten zoeken omdat ik geen flauw idee had van de betekenis: emb,en nog een paar die ik dan toch weer vergeet) en door de opgeroepen sfeer. Dat laatste werkt als een schilderij van de Haagse school: je kan je inleven, maar het is wel degelijk geromantiseerd en het blijft iets buiten de werkelijkheid.
Van de recensie in the Guardian pik ik The story is a sort of ironic meditation on the evolution of literary memory, dat gaat helpen bij de leesclub. Waar het geheid zal gaan over de eindeloze serie homo’s, terwijl ik toch denk dat dat nou net niet is waar het boek over gaat. Dat iedereen in het boek homo is lijkt me meer een soort toeval, en iets waardoor het gedicht van Cecil een schandalig geheim heeft, maar het krijgt gelukkig niet de centrale aandacht. Gelukkig, omdat die toevalligheid vooral normaliseert, onbelangrijk maakt.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten