woensdag 22 augustus 2012

Ambtenarentaal

Ambtenaren schrijven. Zoals meubelmakers zagen, sporters zweten en leraren uitleggen, zo kunnen ambtenaren het schrijven niet laten. In hun nota’s en memo’s laten ambtenaren zich kennen.
En dat geeft vaak een verontrustend beeld van de moderne ambtenaar. Niet alleen wemelt het in stukken, geschreven door academisch geschoolde en hoog geplaatste ambtenaren, van de spelfouten (d’s en t’s blijken ontzettend moeilijk). Niet alleen zijn nota’s vaak slecht gestructureerd, wordt er geen punt gemaakt, is de logica van de tekst zoek. Schrijvers hebben kennelijk schijt aan de lezer, die al die slordigheid en onduidelijkheid maar moet slikken.
Het ergst is het moderne politiek-managerial-ambtelijke jargon, de ambtenarenturbotaal, en het wereldbeeld dat daar onder schuil gaat. Een voorbeeld: in ambtelijke notities wordt er altijd ‘gecommuniceerd naar’ iets of iemand ‘toe’. De rest van de wereld gelooft nog dat communiceren iets te maken heeft met interactie en tweerichtingenverkeer, maar voor de overheid is het gewoon een chique woord voor zenden. Er is ook niks mis met zenden, overheid en samenleving staan niet altijd op gelijke voet en er zijn zat situaties waarin er éénzijdig vanuit de overheid iets opgelegd, uitgelegd, toeglicht of voorgelicht moet worden. Ambtenaren vinden het alleen heel akelig om dat zo onomwonden vast te stellen, ze voelen zich ongemakkelijk bij die hiërarchische positie van de overheid.
Dat komt dan weer door een beperkte opvatting van het begrip democratie. In een democratie zijn allen gelijk, en is de overheid instrument van ‘het volk’. Op het eerste gezicht zou je makkelijk kunnen geloven dat er daarmee geen verticale verhoudingen meer zouden mogen bestaan. Maar ‘het volk’, de samenleving, is niet hetzelfde als de optelsom van alle – gelijke – burgers, het is meer, en het is iets anders. Een cake is niet een eenvoudige optelsom van suiker, eieren en bloem, en zo is de samenleving een construct van burgers die mede door en dankzij de overheid een samenleving vormen. Dat kan alleen door het abstracte begrip ‘overheid’ boven individuele burgers, groepen burgers, particuliere organisaties, te plaatsen. Juist in en door de overheid is het hele volk vertegenwoordigd, en in een democratie staat het volk in bepaalde situaties boven individuen.
Dat is overigens precies de reden dat de rechtsstaat onlosmakelijk verbonden is met democratie: de grondrechten van individuele burgers moeten wel gegarandeerd zijn. ‘Het volk’ van een hogere orde dan individuele burgers, geldt in de rechtsstaat tot op zekere hoogte. Als het gaat om mensenrechten, om integriteit van lichaam en geest, dan zijn de belangen van het individu van een hogere orde dan de wensen van het volk.
Dat zouden ambtenaren misschien ook eens naar de burgers toe kunnen communiceren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten