vrijdag 24 augustus 2012

Politiek van minderbedeelden

“Het is allemaal niks die regering. Ze hebben niks gedaan. Al jáááren doen ze niks.”
“Wat zou je dan willen dat ze doen? Wat wil je?”
“Ik wil gewoon goed leven.”
“Ja? En wat moet de regering volgens jou dan doen om te zorgen dat je een goed leven hebt? Op welke partij stem je?”
“Ik stem niet. Het is toch allemaal niks.”
“Dus je vindt de regering waardeloos, er moet iets gebeuren, maar je neemt niet eens de moeite om te stemmen? Kan je niet iets verzinnen wat zou moeten gebeuren?”
“Nou, de PVV heeft wel goeie ideeën. Ik heb niks tegen buitenlanders, ben zelf met een Surinaamse getrouwd. Maar verder hebben ze wel goeie ideeën.”
“Zoals wat?”
“Stoppen met ontwikkelingshulp.”
“Geniaal. We zijn zo ongeveer het rijkste land ter wereld, maar er kan natuurlijk altijd meer bij. Laat ze maar verrekken hè. Wat ga je met dat geld doen dan?”
“Ja we zijn wel een rijk land, maar we zijn dus gewend aan die luxe he.”
“Ach ja, en die lui in de ontwikkelingslanden die zijn best gewend aan honger en armoe.”
Afijn, zo ging het maar door, vermoeiender dan het gewichtheffen. Dom van mij om te zeggen dat ik het dom vond, daar win je geen zieltjes mee. Maar eerlijk, het gesprek werd nog véél stompzinniger: 60% had op de PVV gestemd, de Eerste Kamer houdt alles tegen voor het in de Tweede Kamer komt, wie in de Tweede Kamer niet slaagt gaat gauw in de Eerste zitten enzovoort. Misschien moeten we toch een inburgeringsexamen eisen voordat mensen mogen stemmen…

Bondgenoot

Schokkend relaas van de martel- en moordpraktijken door de VS (waar wij nog altijd mensen aan uitleveren): hier het artikel in Tomdispatch

Controlestaat

Op het journaal werd een geavanceerd systeem van grenscontrole met camera’s en ANPR gepresenteerd (amigoboras). Onmiddellijk werd van alle kanten verzekerd dat het zo’n onschuldig systeem is, wie niets te verbergen heeft, heeft niets te vrezen; booswichten hebben geen recht op privacy; dankzij de voorselectie van verdachte auto’s en personen hoeven brave burgers niet langer lastiggevallen te worden. Dat zo’n voorselectie discriminatie is merkt niemand op. En dat de voorselectie gebaseerd moet zijn op informatie over verdachte èn brave burgers, zodat ook de privacy van die braverikken uitvoerig geschonden is, verzint ook niemand.
Wikileaks is er druk mee:

TrapWire, a software system designed to work with camera systems to help detect patterns of pre-operational surveillance, that can be focused on critical areas to help cut through the fog of noise and activity and draw attention to potential threats.
While ordinary CCTV cameras are often 'passive' and monitored by humans, TrapWire-connected cameras, such as 'pan-tilt-zoom' cameras, are able to track people, along with license plate readers, called Automatic Number Plate Recognition (ANPR) from place to place.

En hier een overzicht van Privacyfirst over amigoboras.

donderdag 23 augustus 2012

verkiezingstijd: het ambtenaar bashen is weer begonnen

Fijn zo’n minister. Spies weet niet hoe snel ze mee moet glibberen en glijden met het gemakzuchtige RTL4-nieuws, waar ze bij gebrek aan journalistieke kwaliteiten drie maal per week een schandaal fabriceren om hun kijkertjes van wat spektakel te voorzien.
Niemand wist hoe met de Caribische eilanden binnen het koninkrijk om te gaan; we hebben de schuld van ons koloniale verleden, er is nauwelijks serieus en integer bestuur op de eilanden, geen instelling voldoet aan Nederlandse normen maar ze moeten wel als volwaardige Nederlandse publieke organen worden behandeld. En dan wemelt het er ook nog van de drugssmokkelaars en ander tuig, dus niet alleen BZK en de zaaksministeries moeten alle zeilen bijzetten om de overzeese onderdelen van het koninkrijk der Nederlanden bij te trekken, ook VenJ probeert met man en macht de criminaliteit te bestrijden en de complete juridische infrastructuur op acceptabel peil te helpen.
“Hoeveel van die reizen zouden niet alleen maar snoepreisjes zijn?” vraagt de slijmerd die de verhaaltjes voor de camera voorleest. Gedverdemme. Zoals iedereen die wel eens voor z’n werk naar het buitenland is geweest weet, is het meestal dubbel hard werken, vindt je baas het normaal dat je regelmatig geen gelegenheid hebt voor een sociaal leven, voor je sport of hobbies, je geliefden alleen moet laten, en leveren cultuurverschillen weliswaar leerzame inzichten en spannende ervaringen op maar ook een hoop frustratie.
Natuurlijk, als je maar genoeg stront gooit zal er wel ergens iets blijven plakken en het klinkt dan ook weinig overtuigend dat het commissariaat voor de media zich op Saba meldt. Maar hoe overtuigend is een lokale bestuurder die zo onschuldig mogelijk in de camera kijkt en verzekert dat hij de Haagse ambtenaren niet nodig heeft? Eén van die bestuurders die sinds de transitie niks anders doen dan traineren en ruzieën met minister Spies over geld, normen, goed bestuur.
Spies, die kennelijk geen enkele loyaliteit naar haar personeel heeft. “Inderdaad, dat moet onmiddellijk minder”. Nou mevrouw de minister, dan heeft u kennelijk tot nu toe ernstig verzaakt, want het is altijd nog de minister die leiding geeft aan de ambtenaren, die zich in de bloedhitte voor het algemeen belang proberen in te zetten.

woensdag 22 augustus 2012

Ambtenarentaal

Ambtenaren schrijven. Zoals meubelmakers zagen, sporters zweten en leraren uitleggen, zo kunnen ambtenaren het schrijven niet laten. In hun nota’s en memo’s laten ambtenaren zich kennen.
En dat geeft vaak een verontrustend beeld van de moderne ambtenaar. Niet alleen wemelt het in stukken, geschreven door academisch geschoolde en hoog geplaatste ambtenaren, van de spelfouten (d’s en t’s blijken ontzettend moeilijk). Niet alleen zijn nota’s vaak slecht gestructureerd, wordt er geen punt gemaakt, is de logica van de tekst zoek. Schrijvers hebben kennelijk schijt aan de lezer, die al die slordigheid en onduidelijkheid maar moet slikken.
Het ergst is het moderne politiek-managerial-ambtelijke jargon, de ambtenarenturbotaal, en het wereldbeeld dat daar onder schuil gaat. Een voorbeeld: in ambtelijke notities wordt er altijd ‘gecommuniceerd naar’ iets of iemand ‘toe’. De rest van de wereld gelooft nog dat communiceren iets te maken heeft met interactie en tweerichtingenverkeer, maar voor de overheid is het gewoon een chique woord voor zenden. Er is ook niks mis met zenden, overheid en samenleving staan niet altijd op gelijke voet en er zijn zat situaties waarin er éénzijdig vanuit de overheid iets opgelegd, uitgelegd, toeglicht of voorgelicht moet worden. Ambtenaren vinden het alleen heel akelig om dat zo onomwonden vast te stellen, ze voelen zich ongemakkelijk bij die hiërarchische positie van de overheid.
Dat komt dan weer door een beperkte opvatting van het begrip democratie. In een democratie zijn allen gelijk, en is de overheid instrument van ‘het volk’. Op het eerste gezicht zou je makkelijk kunnen geloven dat er daarmee geen verticale verhoudingen meer zouden mogen bestaan. Maar ‘het volk’, de samenleving, is niet hetzelfde als de optelsom van alle – gelijke – burgers, het is meer, en het is iets anders. Een cake is niet een eenvoudige optelsom van suiker, eieren en bloem, en zo is de samenleving een construct van burgers die mede door en dankzij de overheid een samenleving vormen. Dat kan alleen door het abstracte begrip ‘overheid’ boven individuele burgers, groepen burgers, particuliere organisaties, te plaatsen. Juist in en door de overheid is het hele volk vertegenwoordigd, en in een democratie staat het volk in bepaalde situaties boven individuen.
Dat is overigens precies de reden dat de rechtsstaat onlosmakelijk verbonden is met democratie: de grondrechten van individuele burgers moeten wel gegarandeerd zijn. ‘Het volk’ van een hogere orde dan individuele burgers, geldt in de rechtsstaat tot op zekere hoogte. Als het gaat om mensenrechten, om integriteit van lichaam en geest, dan zijn de belangen van het individu van een hogere orde dan de wensen van het volk.
Dat zouden ambtenaren misschien ook eens naar de burgers toe kunnen communiceren.

dinsdag 21 augustus 2012

Facebookmoord

Als een joch van veertien een meisje vermoordt, omdat er ruzie was via de sociale media, dan ligt het toch niet aan die media? Als een kind een ander kopje-onder duwt in het zwembad ligt het toch ook niet aan dat zwembad? Kinderen kunnen verschrikkelijke dingen doen, en als alle kwalijke factoren samenkomen gaat het wel eens dramatisch mis. Misschien is het joch psychisch of sociaal gestoord, misschien hebben de ouders het slecht opgevoed, misschien is het zelf slachtoffer van mishandeling of heeft het iets traumatisch meegemaakt, misschien heeft het veel te veel gewelddadige tv en games gezien. Wie zal het zeggen? Voor mij is het onbegrijpelijk dat de media verweten wordt dat ze geweld door kinderen veroorzaken.
Wat ik wel begrijp, is dat communicatie wezenlijk verandert. In emails komen emoties vaak heftig over, vandaar de noodzaak van emoticons en terughaalknoppen. In smsjes sluipen makkelijk verkeerde of te weinig woorden, met allerlei misverstanden tot gevolg. Facebook plagerijtjes kunnen vernederend uitpakken. Maar dat was met oudere media niet zo heel anders: via de telefoon kon je iemand dieper beledigen dan live, een brief kon enorme ontroering wekken, fluisterkringen leidden tot grote hilariteit over de misvorming van de boodschap.
Media zetten niet aan tot moord, maar mensen moeten er wel mee leren omgaan. Inclusief roddelen en ruzieën moeten ze leren hoe ze zich het beste kunnen uiten, en hoe de uitingen van anderen te interpreteren. Niet alleen kinderen, iedereen zal nog moeten wennen en zolang we nog niet helemaal gewend zijn, zullen we flaters slaan, misverstanden oproepen, ergernissen veroorzaken. Een kind dat uit ergernis wordt vermoord, is niet slachtoffer van facebook maar van een gestoord mens.

vrijdag 17 augustus 2012

Burgerschap in de toekomst

Nog nooit hadden we het zo goed, en toch hangen ons apocalyptische rampen boven het hoofd. Ik neem de complete lezing van Matthew Taylor over, ben er van onder de indruk (want het gaat over en verbindt de onderwerpen waar ik me in m'n werk mee bezig hou):

In recent days I have been asking people to sponsor my crazy mountain marathon in Scotland in early June. I am incredibly grateful to those people – especially a very generous RSA Trustee – who have helped me get so close to my target of two thousand pounds toward the Great Room refurbishment. But to prove the dictum, ‘give him an inch and he’ll take a mile’, I am today making an even bolder request. How about reading my longest blog post ever? It is the final draft of a speech I am delivering to a Dutch think tank tonight. Most of it is a reprise of my 21st Century Enlightenment lecture in 2010 but I am always trying to inch these ideas forward and would love to know what readers think of the latest iteration….

I am excited to be giving this talk in a country that was the cradle of the Enlightenment. Although there were many different versions of the enlightenment as a movement, it had at its core three values; autonomy, universalism and humanism or freedom, justice and progress as we might refer to them today. Part of my argument is that we should question our modern interpretation of these values. But it is also apt to be here because the Dutch Golden Age vividly demonstrated the possibility of human imaginations and capabilities taking a leap forward. I believe that now may be time for another important advance in human development.

Necessity, insight and idealism shaped the Golden Age. In the face of the threat of Spanish imperialism and from the sea – not to mention fire and plague – a small emerging country needed to both a sense of national mission and to identify and exploit its distinctive potential in a fast changing world. It goes without saying that the enlightenment was a time of insight in which new ideas changed attitudes and new attitudes cleared the ground for further insight. The early Dutch state gave refuge to Galileo, a man whose scientific insights were seen quite rightly as a profound threat to religious doctrine. And the open inquiring culture of the nation then gave rise to a spirit of invention and ambition. And, as well as necessity and insight, the enlightenment was also a time of idealism, in particular a belief in reason and the possibility of man-made progress.

This evening I want to suggest that once again these ingredients – necessity, insight and idealism – could coalesce to shape what might be called a 21st century enlightenment.

Necessity, so it is said, is the mother of invention. Is there today a necessity for change? There are two answers to this question which cannot be lightly rejected. The first, cogently articulated by Matt Ridley in his book ‘The Rational Optimist’ is simply ‘no’. He celebrates a world where people live longer healthier lives than ever before, where global absolute poverty rates have halved in a generation, where citizens in the rich world enjoy experiences and opportunities unimaginable to their parents let alone grandparents. The average supermarket shopper today can buy better food than the Queen of England would have been served fifty years ago. For Ridley free markets, technological innovation and human ingenuity will solve tomorrow’s problems just as they solved yesterday’s, and this incudes environmental challenges.

On the opposite side is the argument that climate change, resource depletion and wider damage to the eco-system demand immediate and drastic changes in our attitudes and lifestyles.

If the optimists are right we can sit back and enjoy the journey, if the worst case environmental scenarios are accurate then change is likely to be extreme and perilous. But between free market optimism and apocalyptical prediction, I want to make a more modest suggestion; the existence and widening of a gap. This lies between the aspirations most of us have for the kind of world we want to live in, and in which we want our children and grandchildren to grow up, and the future we seem likely to create if we rely on current ways of thinking and behaving. I call this the social aspiration gap.

Let me identify some dimensions of that gap. Take jobs. Over and again in every nation, surveys have found that paid employment is a critical factor not only for people’s finances but also for their self esteem and wider well-being. As the worlds’s population grows we need to be creating something like three billion formal jobs yet the current total is something around one point two billion. Mass unemployment – particularly among the young – now seems endemic in many parts of Europe

What about heath and old age? Putting aside the absence of adequate provision in the developing world, in rich countries the costs of health care as populations age is putting an ever greater burden on public finances and the economy more widely. We all want to enjoy dignity and care when we become old and frail but in a country as rich as the United Kingdom this is denied to many and with years of public sector austerity to come the situation is deteriorating.

Despite the genuine progress made in countries like the Netherlands we are still in the rich world impacting the environment in a way, which were it to be copied by the developing world, would be completely unsustainable.

We want to live in societies which combine freedom and tolerance with shared values and norms and a genuine opportunity for all to succeed. At its most simple we want to live good lives, but in the rich world there has been a facturing of the relationship between prosperity and well-being and surveys show populations ever more pessimistic about the social future.

There are many things which could help to close the gap between aspiration and current trajectory but, surely, one must be change in the ways we, the people, think and act. This can be described in different ways, and the analysis will differ from country to country, but in essence we need citizens better to align aspirations and actions in three domains, the political, the personal and the social.

One thing about which most people seem to agree – it is certainly something which tends to unite the extreme left and right – is that the problem of politics is one of leadership, or its absence. In a sense this is true, but I think it is more accurate to say the problem now is one of followership. Having been encouraged to think of politics as a form of consumerism, we demand what we want – even though what we want can be incoherent and impossible – and then became enraged when we don’t get it.

The UK’s leading opinion pollster has summed this up neatly; ‘what the British people want is simple’ he says ‘they want Scandinavian welfare on American tax rates’. Tax and spend is not the only example. Polls in the UK also show people want power devolved but are also indignant when service standards differ from place to place, that we accuse the state of interfering too much in our lives but the moment anything goes wrong our first inclination is to demand the government does something about it. We condemn politicians for failing to address the long term yet demand that they meet our demands in the short term.

Closing the social aspiration gap requires a political discourse through which we engage with the kind of choices that have to be made on our behalf and also appeciate the degree to which the choices available to leaders depend upon our own willingness to be responsible. For example if policy makers face a trade off point between economic growth and environmental sustainability, where exactly that point falls will depend on the choices we make as citizens and consumers.

In the next few weeks and months Dutch political parties will choose their leaders for the forthcoming election. An attribute we tend to prize in politicians is their ability to convince the public they can meet their demands and solve their problems. Today, instead, we need the opposite; the ability to persuade people that their demands are often unreasonable and that we must find ways together of solving our own problems.

Which takes me to the need for more personally responsible and resourceful citizens. With the funds available to the state limited and with demands on the public purse rising, and in a world where change becomes faster and competition more intense, we simply have to accept greater responsibility for meeting our own needs and building our own capabilities. This means looking after our health, renewing our education and skills throughout life, saving for our retirement. It means being more entrepreneurial, more risk taking. Greater resourcefulness may require a different mindset. There is much discussion around the world about the capabilities we should now be teaching children, for example, instead of educating young people to fit in to a job that already exists we may need to prepare them for a world in which they have to create and recreate their own job.

And in the social domain we need a citizenry that sees civic engagement, volunteering, philanthropy, or simply being a good neighbor – as an inherent part of living a proper adult life. The state and the market will not suffice, we must release the hidden wealth of sociability, solidarity and compassion. At the same time as geographical mobility and changes in family structure are creating an epidemic of isolation and loneliness, more and more evidence underlines the importance of face to face social networks as a source of resilience and opportunity for the individual and the community.

By now you may be asking: so what? If people were better the world would be better; is this anything more than a pious truism? Perhaps the reason something can appear self-evident but yet rarely articulated is that this perspective runs counter to two powerful intellectual perspectives in contemporary political thought, perspectives which also permeate everyday discourse. From a leftist viewpoint a focus on citizens obscures the determining effect of deeper social structure. It runs the risk of blaming the victims of alienation, powerlessness and injustice for their plight. From a free market perspective, the attempt to change people is in danger of legitimising social engineering when all this is needed is for the hidden hand of the market to transform individual utility maxmisation into progress.

Free market thought is underpinned by a simple and mythical theory of human decision-making. Debunking this theory brings me to the second condition for a new enlightenment; insight. The idea of a social aspiration gap suggests a number of areas for new thinking ranging from the way we do politics, to how we educate children to the design of public services and institutions – the kind of questions the RSA explores in its research and development - but running beneath these inquiries is a deeper set of questions; about what makes human beings think and act as we do.

As I have said the model of human behaviour which has come to dominate public discourse and the assumptions of policy makers, especially in the US and UK is that of free market economics. Human beings are seen as rational, perfectly informed and utility maximizing. As an heuristic this idea may have its uses, but as a description of who we are and how we decide it is widely inaccurate. We are often not rational, we are rarely if ever perfectly informed, nor, unless one uses an entirely circular defintion, do we appear to we maximise our utility.

From a variety of disciplines but particularly behavioural economics and social psychology, there is ever more evidence of the complexity of our nature. And what behavioural economists and social psychologists observe in real life and research studies, neuroscientists can correlate with brain activity and evolutionary psychologists can in part explain from deductions about human development. As Daniel Dennett has said we are trying to navigate a fast changing modern world with a prehistorically evolved brain.

Here are some examples of how badly we fit the model of homo economicus:

When it comes to decisions including financial decisions we are driven by what Keynes called our animal spirits. This kind of herd mentality was displayed before the credit crunch but it is endemic in modern markets, something we should have learnt from the experience of 17th century traders in Tulip bulbs.

Reseach shows that our process for making moral judgements seems primarily to involve reason providing a rationale for our instinctive, unthinking response. As Robert Heinlien said ‘man is a rationalizing animal not a rational one’

Generally, the friends we have appear to make more differences to our behaviour than the individual resolutions we make. And by the way the number of active friends our brains can handle may have been set by evolution at the Dunbar number of around 150.

We tend systematically to exaggerate our own virtues and abilities, the vast majority of us think we are above average drivers, we over-estimate the amount go money we give to charity.When bad things happen to us we instinctively blame misfortune but when others suffer setbacks we find reasons in their character.

So bad are we at acting today in accord with our wishes for tomorrow that StickK, a successful web-site in America, helps people keep to commitments like giving up smoking or completing a book by pledging money to their least favourite cause immediately payable if they break their resolution. Apparently the George W Bush memorial library has been the biggest beneficiary of this scheme.

And, as Stanley Milgram and Philip Zimbardo vividly demonstrated, in the right circumstances even the most humane person can easily be persauded to behave like a sadist.

The list of ways we don’t conform to free market’s theories model of homo economicus goes on and on. But two key, related, points stand out. Human behaviour is considerably more instinctive and more social than it feels to us or that modern culture encourages us to believe. This does not require us to abandon the idea of consciousness nor deny the uniqueness that lies in the human species capacity to think about thinking and to make meaning. But individual consciousness is an emergent capacity of a species that is instinctive and social. Plato talked about the wild horse of emotion and the wise charioteer of reason but it is more accurate to see our conscious will as the rider of an instinctive elephant, its choice of route across the jungle highly influenced by the paths laid down by social habits, norms and clues.

New thinking about human nature has important implications for political thought. The challenge to free market individualism is pretty obvious but there are questions too for a liberal left which has tended to view traditon and convention as holding us back.

An important analysis is offered by the economic historian Avner Offer in his book ‘The Challenge of Affluence’. Offer explores that recent fracturing, I described earlier, of the relationship between rising prosperity and well-being in the UK and USA. Why is it that being richer isn’t any more a guarantee of being happier? Offer argues that since the enlightenment, society has developed norms, institutions and processes which help to protect us from some of the cognitive frailties I described earlier, and in particularly our tendency towards self centeredness and short termism. He calls these social inventions ‘commitment devices’ and we could include in them marriage, loyalty to church, trade union or civic association, and norms and rules limiting debt and credit. But as affluence increased in the post war decades and the shrill ideology of consumer capitalism became more dominant we come to see these devices as mere constraints on having what we want and having it now (which, by the way, the economics profession is helpfully telling us will lead to the greater good).

New thinking about human nature has important implications for politics. To an open minded right of centre thinker, a more instinctive and social model of human behavior makes it harder to ignore the impact of social arrangements on individual resilience, opportunity and well-being. To an open minded thinker on the left it leads perhaps to a greater respect for tradition, for social norms, for the importance of values of restraint and even deference.

But these are responses to the way we are now. If necessity says we must change and insight challenges us to develop different models of change, idealism lies in the conviction that human beings can achieve both a higher level of social functioning and greater individual fulfillment.

Perhaps we should see the world today, and the sense that we may lack the tools to solve some of our most pressing problems, as marking a stage between the conditions in which we evolved and the capabilities to which we might aspire.

We evolved in conditions of stable and unchanging social organization in which simple structures of authority and decision making authority. We aspire to wise and responsible self-government yet now find ourselves unwilling to be governed but not yet able to govern ourselves.

We evolved in conditions of homogeneity only knowing people exactly like ourselves and generally responding with suspicion and hostility towards those we did not know. We aspire to live in a world where each person is accorded the same worth and where freedom and pluralism are underpinned by a framework of shared values and mutual respect. Yet now we find – and this is a point I hardly need to make to this audience – that issues of identity, nationalism and conflicting world views are febrile and intractable while our increasing global interdependency has yet to be reflecting in anything resembling global citizenship.

And we evolved in a subsistence economy, where – if we were fortunate – we had what we needed but very little more. We aspire to live in a world where we can live the good life, having in and around us those things which provide the soundest basis for fulfilment and wellbeing. Yet now in the rich world we suffer from various forms of over-consumption. In the memorable phrase of Tim Jackson ‘we spend money we don’t have on things we don’t need to make impressions that don’t last on people we don’t care about’.

Kant suggested that the enlightenment was the moment when the human race entered adulthood. But then we look around today’s world and particularly full of change, confusion, self obsession, resentment sometimes it feels we are stuck in the stage of late adolescence. Whether we grow up depends on many things – some of them perhaps not within our control – but history shows that ideas and their social expression in culture matter. When it comes to the values that might guide us to greater maturity, a starting point is those which were the well spring of the enlightnment.
Autonomy, that each individual should have the freedom to develop their own life (and their own relationship with God) was a revolutionary idea with revolutionary consequences. But in modern culture too often freedom is equated with mere possessive individualism. Instead, reflecting on our human nature, we need a richer idea of autonomy, one which is both self aware – in that it is a state not given to us but that must be earned through reflection and restraint – and socially embedded – in that genuine autonomy is a characteristic of a society not simply an attribute of individual.
Universalism, the idea that all human beings should be accorded dignity and respect, was not of course really universal at all in the 17th century, not if you were poor, not if you were woman and brutally so if you were not European. But since then the rise and rise of human rights – although far from complete – has been perhaps the enlightenment’s proudest legacy. But while the rights project has advanced, have we left human emotion behind, making a proejct of liberation easy to characature as a cage of political corectness? Remember, our evolution bequeaths us a tendency to find difference threatening. So the question how we live together in our communities, in our nations, in a shrinking world of depleted natural resources is not an easy one to answer, particularly as we become less obedient to the paternalism of a well-meaning elite.

The question for the future is not so much the rights of man as the cohesion of humanity. What are the competencies, institutions and frameworks which will provide the foundation of respect and reciprocity necessary for us not just to survive but to thrive in our growing interdependency? To take just one aspect of this challenge, how can we move beyond religious sectarianism and strident atheism to a deeper understanding of the spiritual dimension of life, one which allows those of different faiths and none to focus on what unites rather than divides them?

And finally humanism. The idea that human beings should arrange society in the way that maximises their wellbeing rather than according to the dictates of tradition or scripture. In the face of necessity and with insight into our human nature, can we create a space beyond the logic of markets, science and bureaucracy, a space to develop vivid, concrete and mobilising ideas of what the good society might be and what might be involved for all of us in moving toward it?

Perhaps the economic crisis will pass and health economic growth will return bringing with it full employment and expanding social provision. Perhaps climate change is an exaggerated threat and can be solved with a technological fix. Perhaps conflict betwen identities and beliefs will subside to a grudging stalemate. But perhaps not.

Perhaps a better future now relies on us becoming the people we need to be to create the future we say we want. Perhaps in this quest we can be guided by a more subtle, concrete and modest account of who we are as a species. And perhaps necessity and insight can be joined by idealism.

We have come a long way since the Dutch golden age heralded the emergence of a new world view. But there is further we must go and some of it in new directions. For surely the very essence of progessivsm lies in the conviction that the greatest chapters of the story of human development have yet to be written.

woensdag 15 augustus 2012

Privacy

Artikel over facial recognition door de FBI.
Er is nog niks echt ergs aan de hand, en het is allemaal niet in Europa. Geen reden voor alarm dus, maar dat is nou juist het lastige met privacy issues: de middelen en mogelijkheden die inlichtingendiensten gebruiken veranderen zo geleidelijk dat het niet meteen duidelijk wordt als het mis gaat. Bovendien vindt vrijwel iedereen het in het algemeen een goed idee als informatie en moderne technologie slim ingezet worden om moorden en aanslagen te voorkómen. Al helemaal als er niemand geschaad wordt door die informatie en technologie. Als je geen kwaad in de zin hebt, wat is er dan mis mee dat een agent naar je kijkt, of dat een machine je naam, leeftijd, adres, baan, whereabouts, betalingen, sociale contacten, chatberichten, tweets en blogposts van de afgelopen maanden genereert?
Ik weet het niet. Zolang ik geen duistere plannen heb, foute vrienden of een dubieus verleden, zal ik er waarschijnlijk nooit iets van merken. Als ik geluk heb geeft niemand zich voor mij uit, wordt m'n bankrekening niet geplunderd, schuift niemand me een misdrijf in de schoenen. Zolang ik wit ben, accentloos spreek, nette kleren draag en geen rooddoorlopen oogjes heb, mag ik waarschijnlijk iedere landsgrens over, word ik vast niet overdreven vaak aangehouden, zal ik gewoon in de gelegenheid zijn om te demonstreren, leningen af te sluiten, in beslotenheid met anderen te communiceren.
Dus laat maar gaan die slimme inlichtingen- en opsporingsmethoden. Er is nog niks aan de hand.

dinsdag 14 augustus 2012

Dave Eggers, A hologram for the king

Een moderne antiheld, een open maar deprimerend einde, geen gebeurtenissen want het gáát juist over leegheid en betekenisloosheid, en dat alles tegen de achtergrond van commercie, economische crisis en verplaatsing van economische macht naar Azië.
De Arabieren in het verhaal worden flauw van verveling, maar de hoofdpersoon heeft nog veel minder te beleven. Van ellende vestigt hij al z’n doemhoop dan maar op een vetbult in z’n nek, en als dat ook al geen handig houvast voor z’n depressie biedt dan de dokter maar, die de bult verwijdert.
Ik vond het boek best leesbaar en komisch, maar op geen enkele manier voel ik me verwant met de mislukte middelbare man die niks anders doet dan stijf z’n ogen dichtknijpen en maar hopen dat hij veel geld zal verdienen. Het enige doel van dat geld is schulden afbetalen en z’n dochter naar een dure school sturen, nogal oninteressant. Hij kickt op de nieuwe stad, het bouwen aan iets nieuws en groots, ook al niet mijn grote passie.
Je moet dit boek lezen als je met enige compassie naar hedendaagse Amerikaanse businessmen wil kijken.

maandag 13 augustus 2012

Lange tenen

Een burgemeester die een grapje over Ajax liket (op een varkensvrachtwagen stond ‘Spelersbus’, best geestig) moet z’n excuses maken. De tere voetbalzieltjes zijn weer eens gekwetst. De Bond tegen het vloeken is overstuur van een reclame voor zonnepanelen omdat er humoristisch met het christelijke scheppingsverhaal wordt gespeeld. De politie voelt zich beledigd door het woord ‘miereneuker’, hoogstwaarschijnlijk niet meer dan een constatering.
Maar diezelfde gevoelige types, en nog een paar miljoen anderen, stemmen in september weer op de partij die zo grof mogelijk denigreert en scheldt. Met een partijprogramma dat drieënvijftig pagina’s lang de meest heftige insinuaties en beschuldigingen volhoudt tegen moslims, politici, intellectuelen, oost-Europeanen. Altijd slim ongrijpbaar: de teksten richten zich op ‘de Islam’ en nooit op moslims, op ‘de multikultiwaanzin’ en nooit op specifieke feiten. Maar voor een moslim zal het kwetsend zijn om steeds maar weer de bewering om de oren te krijgen dat ‘de oprukkende islam een bedreiging’ is, dat ‘deze ideologie haaks op de vrijheid staat’.
Wat ik nog het raarst vind, is dat miljoenen kiezers, in een soort masochistische zelfvernedering, enthousiast instemmen met het bashen van volksvertegenwoordigers. Democratie is kennelijk iets voor de vijand. Ben je voor ‘vrijheid’ dan moet je, maak ik uit de voorstellen op, elk democratisch instituut de nek omdraaien. Hoe minder vertegenwoordiging van de kiezers, hoe beter. Met als ultieme wensdroom, geleid te worden door één grote leider, één führer. Op de achterkant van het PVV-programma staat z’n staatsieportret vast.

woensdag 8 augustus 2012

Belastingperikelen

Op m’n werk probeer ik collega-ambtenaren zo ver te krijgen dat ze in ieder geval de taal van gewone burgers schrijven, en doorgrondelijke formulieren ontwikkelen. Soms lijkt dat een overbodige inspanning; wij ambtenaren onder elkaar lijken in heel gewoon Nederlands te communiceren en we begrijpen elkaar best. Je zou bijna denken dat die burgers ook eens een keertje hun best mogen doen. Laat ze hun school afmaken, inburgeren, een hulpnummer bellen.
Dat zou ik bijna denken, totdat ik zelf weer eens slachtoffer word van ongehoorde ingewikkeldheid en de eis dat iedere burger een soort fiscaal expert is die de Elsevier belastinggids uit z’n hoofd leert. Bovendien: leuker kunnen ze het misschien niet maken maar makkelijker wel, is de verzekering.
Ik heb het nou even niet over dat akkefietje van vorig jaar, waarbij ik – in de zomervakantieperiode – ineens out of the blue, letterlijk, een enorme belastingaanslag kreeg. Toen ik daarover in paniek belde werd ik fantastisch geholpen door een meisje dat uitlegde dat een vooringevuld formulier niet betekent dat de belastingdienst weet hoeveel hypotheekrente je betaald hebt, en dat ik mijn omissie nog gauw even recht kon zetten zodat de vreselijke aanslag weer werd ingetrokken. Dom natuurlijk, ik had niet goed onderscheiden wat de fiscus nou wel en niet van me weet want eigenlijk geloof ik dat ze echt alles van me weten. Maar goed, daar gaat deze niet over. Deze, dat is een brief begin juli, met allerlei onbegrijpelijke tekst maar wat ik wel goed begreep was dat ze een enorm bedrag van me wilden, en dat ik drie weken de gelegenheid had om bezwaar te maken. Drie vakantieweken weer, zouden ze het er om doen? Dus gauw tussen de kampeerspullen en vliegzooi nog even een bezwaarschrift geschreven: drie jaar geleden maakte de salarisadministratie een maand teveel salaris aan me over, dat heb ik binnen twee weken terugbetaald dus waar hebben we het over?
Bij terugkeer van vakantie lag er weer een blauwe envelop. Na drie keer close reading meende ik te begrijpen dat ik gelijk had gekregen. Aan de tekst kon ik geen touw vastknopen maar ergens tussen al die abacadabra stond een sommetje dat uitkwam op nul, dat zag er geruststellend uit. Net toen ik me afvroeg of er nog enige actie van mij werd verwacht, diende de volgende blauwe envelop zich alweer aan: een definitieve aanslag over 2009 met een bedrag waarvan ik een paar keer op en neer naar Australië ben geweest. Nou ja, een keer. Met een goedkope vlucht. Maar toch, de tranen sprongen me in de ogen en verontwaardigd belde ik de belastingambtenaar die dit op z’n geweten had. Hij bleef een half uur onbegrijpelijk vakjargon de telefoon in roepen, van loonheffing tot bruto en netto en nog wat van die ingewikkelde woorden. Ik hoorde hem knikken toen ik uitlegde dat ik altijd gewoon keurig alle formulieren invul die mij worden voorgeschoteld, altijd netjes elke officiële term over geldzaken in het daartoe bestemde vakje overtik, altijd meteen iedere rekening betaal en altijd belastingteruggave onmiddellijk in dank aanvaard en opmaak. En of hij mij in gewoon Nederlands zou kunnen uitleggen of ik werkelijk teveel geld heb ontvangen, ooit, maar nee dat kon hij niet.
Ik geloof nog steeds dat ik hier gigantisch genaaid word door de belastingdienst, maar hij heeft me met z’n fiscaal-juridische praat murw gekregen dus ik dok maar om ervan af te zijn. Ik begrijp niet waarop de aanslag is gebaseerd dus heb ik ook geen idee wat voor soort bezwaar ik zou moeten indienen. Ook een manier om je de burgers van het lijf te houden.

maandag 6 augustus 2012

Zomer is gevaarlijk

Er vallen gewonden als er een feesttent omwaait; kinderen worden met kopersplinters doorboord bij een blikseminslag op de camping; tot ieders verrassing blijkt er zowaar asbest verwerkt te zijn in gebouwen. Het is weer eens komkommertijd. Journalisten hebben niks beters te doen dan klein menselijk leed uitvoerig te verslaan want voor gedegen achtergrondverhalen of onderzoeksreportages zijn ze niet opgeleid. Politici zetten hun zorgelijkste gezicht op en kondigen diepgaand onderzoek aan. Het OM laat zo snel mogelijk weten dat de organisator/eigenaar/verhuurder ‘nog’ niet ‘officieel verdacht’ wordt van een strafbaar feit. Een enkele zes-min-advocaat stelt de overheid aansprakelijk en gans ’t land eist onmiddellijk maatregelen. Regels, certificaten, voorschriften, verboden, keuringen en inspecties moeten er komen.
En straks zijn er weer verkiezingen, en buitelt iedereen weer over elkaar heen om te melden dat de overheid te groot is, dat er teveel administratieve lasten en teveel regels zijn, dat er minder ambtenaren moeten komen en dat er bezuinigd kan worden op overheidsorganisaties. Tuurlijk.

Zie ook deze fijne column van Rik Bolhuis.