Een kind weet wat recht is: vrijheid en gelijkheid. Zelfs rhesusaapjes schijnen het concept ‘recht’ te kennen, en te associeren met gelijkheid. In de tientallen jaren kritiek op het communisme is ook duidelijk geworden dat gelijkheid alleen nooit recht oplevert; vrijheid is een essentieel onderdeel.
Gelijkheid en vrijheid zijn rare, paradoxale, begrippen. Ze lijken tegengesteld aan elkaar, immers gelijkheid van eenieder vereist het beperken van de vrijheid van eenieder, zodat niemand zijn eigen vrijheid gebruikt om die van een ander te belemmeren. En vrijheid verhoudt zich maar moeizaam met gelijkheid, als gelijkheid alleen verkregen kan worden door de dwang om zich te voegen naar anderen.
Gelijkheid kan alleen bestaan als er diversiteit is. Het meest tegengesteld aan gelijkheid is homogeniteit en conformisme. Alleen bij de gratie van verschillen, vooral gelijkwaardige verschillen, bestaat politieke gelijkheid. Niemand moet voldoen aan een soort standaard-beeld, niemand moet zich conformeren aan iets ‘hogers’ of waardevollers dan hijzelf is. Gelijkheid betekent vooral dat verschillen politiek irrelevant zijn. Of je nu man of vrouw, oud of jong, geel of roze, boer of professor bent, je hebt gelijke rechten en verplichtingen, je bent op een gelijke manier burger. Verantwoordelijkheden hangen samen met je relevante mogelijkheden, niet met je irrelevante kenmerken.
Vrijheid is al net zo paradoxaal pas aan de orde als er grenzen, kaders, zijn. Kaders geven een referentie: vrijheid om iets te doen of te denken; bevrijding van beperkende belemmeringen. Onbegrensde vrijheid is leegte, betekenisloos en daardoor onvrij. Een ruimtewandelaar in het heelal die niet meer aan z’n schip verbonden is, kan alle kanten op en is daardoor gevangen in de leegte.
Alleen als er gelijkheid is, is er vrijheid. Ongelijkheid betekent macht van de één over de ander, en dat is onvrijheid voor beiden. De ondergeschikte kan geen eigen keuzes maken, maar ook de machthebber is niet langer autonoom. Hij is gebonden door de logica van z’n macht, verliest de vrijheid om op voet van gelijkwaardigheid met anderen te communiceren.
Als recht vrijheid/gelijkheid is, kan er alleen sprake zijn van een toestand van recht bij een democratie. En van een democratie is slechts sprake als er recht heerst. Het is nog niet zo onlogisch hoor, het idee van de democratische rechtsstaat.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten