maandag 21 februari 2011

meer ambtenaren

Kiezers stemmen op partijen die hen beloven de last van de overheid te verminderen door het aantal ambtenaren te verkleinen. Dat gaat allerlei prachtigs opleveren: minder regels, meer vrijheid, goedkoper ambtenarenapparaat.
Binnen de overheidsorganisaties is het ook al doelmatigheid en kostenbesparing wat de klok slaat. Zoveel mogelijk werk moet worden uitbesteed, vermarkt, taken worden afgestoten en werkzaamheden worden naar lager betaalde medewerkers gedelegeerd. Alles wat ‘dubbel’ gebeurt moet worden ‘gesaneerd’ want dubbel is slecht, dubbel is overbodig. Processen en werkwijzen worden geuniformeerd, want dat helpt bij het aansturen, controleren en vooral bij het inwisselbaar maken van personeel. Personeel dat maximaal moet flexibiliseren: werktijden, werkplekken, competentieprofielen, het zijn allemaal elementjes waaruit je een passende medewerker op kan bouwen. Personen, met hun eigen identiteit en expertise passen niet in slanke organisaties. Ze moeten geflexibiliseerd worden, zodat ze optimaal passend worden gemaakt voor de organisatie. Dat is handig, want dan kan je ze allemaal dezelfde shared services aanbieden, allemaal identieke software op hun identieke laptopjes en identieke ladenblokjes waarin ze hun identieke blackberries stoppen. Goedkoop, goedkoop, goedkoop.

Maar zo werkt het dus niet. Kenniswerkers, ambtenaren die vooral hun intellect leveren om de samenleving van dienst te zijn, zijn niet allemaal inwisselbaar. Het is natuurlijk voor managers een hele kunst om te zorgen dat de taken van een organisatie uitgevoerd blijven worden met in de loop der jaren veranderend personeel. Dat is de kunst van leiderschap, werving en selectie, strategie en kennismanagement. Het is gewoon gemakzucht om te proberen alle medewerkers in een mal te gieten.

Ambtenaren werken bovendien ook nog eens op verschillende manieren. De één levert het beste werk als ie in een donker kamertje met een muziekje op de achtergrond uren kan mijmeren of met een vulpen z’n gedachten opschrijft, de ander functioneert optimaal in een team waarin een projectleider precies aangeeft wat er van iedereen verwacht wordt, de derde kletst zich een slag in de rondte en tiept ieder uur een tijdje aan een nota. Uniformering betekent gewoon dat heel veel mensen onder hun beste niveau gaan werken, omdat ze zich aan moeten passen aan werkwijzen die niet de hunne zijn.

Goed beleid ontwikkelen, maken en uitvoeren vereist verder dat een organisatie vol zit met ‘dubbelingen’. Verschillende mensen met verschillende invalshoeken, die wel allemaal verstand hebben van eenzelfde onderwerp en die er ook allemaal tijd in steken, moeten inzichten uitwisselen om te zorgen dat het beleid kwaliteit heeft. Beleid maken is een vak dat inbreng van verschillende mensen vereist.

Maar de domste vergissing van de goedkoop-mantra, is dat het belang van motivatie en betrokkenheid vergeten worden. Ambtenaren functioneren eenvoudig niet als ze niet willen. Mensen worden ambtenaar omdat ze het publiek belang willen dienen, en die motivatie blijft essentieel als ze éénmaal ambtenaar zijn. Het miskennen van hun individuele, hoogstpersoonlijke bijdrage ondermijnt hun motivatie, net als het forceren van mensen in een uniforme werkwijze, als het slecht faciliteren door goedkope en anonieme shared service centres, en als het overbodig verklaren van overleg, samenwerking en reflectie.
Waarom zou je proberen effectief beleid te maken, lastendruk te verminderen, burgers bij je beleid te betrekken, kennis te nemen van de nieuwste wetenschappelijke inzichten, de uitvoerbaarheid van je beleid te toetsen, als je keer op keer alleen maar wordt afgerekend op de productie van een nota waarin de minister naar de mond geschreven wordt? Waarom zou je proberen je bewindslieden te ondersteunen door hun wensen kritisch tegen het licht te houden, te bedenken hoe zij hun politieke ambities op de beste manier waar kunnen maken, als kritiek wordt opgevat als tijdrovende tegenspraak?

Een slimme kiezer vraagt om méér investeringen in ambtenaren.

2 opmerkingen:

  1. Tja.. interessant. In de USA is het spanningsveld tussen de voorstanders van 'small' en 'big' government nog groter, en in Australie zitten we der tussenin denk ik.

    In de ideale democratie vindt 50% van de mensen dat er teveel ambtenaren en regels zijn. De rest roept steeds: waarom doet de regering niks en waarom is hier geen wet voor of tegen?

    Uiteindelijk is 100% ontevreden.

    Wat ik hier interessant vindt, is dat men en masse klaagt over de druk van de 'red tape' hetgeen initiatief smoort en productiviteit doodkuffelt. En dat iedereen tegelijkertijd vraagt, klaagt of roept om meer amtelijke interventie.

    In de economist (geloof ik) stond onlangs een artikel over Egypte na de revolutie. Waarin aannemelijk werd gemaakt dat voor een land waarin 30 of zo % van de werkende bevolking ambtenaar is, de hoop economische vooruitgang laag mag zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Eigenljk probeerde ik hier niet zozeer te focussen op het nogal domme leggen van een relatie tussen het aantal ambtenaren en de last die men van een overheid meent te ondervinden. Ik was vooral weer ns gefrustreerd over de manier waarop management binnen de overheid denkt doelmatigheid te bevorderen. Doelmatigheid betekent zo goed mogelijk effect bereiken tegen zo gering mogelijke kosten, maar meestal wordt die effect-kant vergeten en is iedereen druk bezig met het verlagen van kosten. Dat is al erg genoeg, maar erger is nog dat de manier waarop dat dan gebeurt, helemaal niet kostenverlagend werkt. Ambtenaren dwingen om volgens een bepaald stramien te werken, werkt demotiverend en ongemotiveerde medewerkers leveren gewoon geen werk van topkwaliteit af.

    BeantwoordenVerwijderen