Holland is misschien niet zo’n literaire schrijver, en in
Rubicon wordt de geschiedenis minder geromantiseerd dan op de omslag wordt
beloofd, toch vind ik z’n beschrijving van het einde van de Romeinse
republiek meesterlijk. Het gaat niet zozeer om jaartallen en gebeurtenissen, en
ook niet helemaal om een paar hoofdrolspelers, maar vooral om de beleving, de
cultuur en de publieke opinie, die er in die tijd kan zijn geweest. Misschien
is het projectie van onze belevingswereld op de burgers van toen, Holland maakt
in ieder geval geloofwaardig dat vrije burgers zich langzaam maar zeker de
dictatuur in hebben laten luizen. Uit angst voor burgeroorlog, anarchie,
wetteloosheid en vooral normloosheid gaven mensen er de voorkeur aan om door
een despoot bestuurd te worden, vooral omdat ze erop vertrouwden dat zowel
Caesar als Augustus hen beschermde tegen oorlog en barbaren, en de constitutie
in ere hielden.
Het is allemaal enorm herkenbaar, maar de verschillen tussen
toen en nu springen ook in het oog. De republiek heeft bijna vijfhonderd jaar
bestaan, kom daar nu maar eens om. Vijfhonderd jaar geleden was er in Europa
nauwelijks sprake van een volk van vrije burgers en bescherming van eigendom.
Aan de andere kant draaide de Europese economie niet op slavernij en plundering
van exotische rijken.
De Romeinse republiek lijkt – mijn kennis rijkt niet verder
dan wat Holland me vertelt – gebaseerd op mores en veel minder op gegarandeerde
instituties. Zolang de schijn opgehouden werd, konden instituties gecorrumpeerd
en geperverteerd worden. Het recht was beperkt en de rechtsbescherming was
primitief.
Hoe dan ook, voor een historisch geinteresseerd politicoloog
een lekker vakantieboek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten