De strafrechtimpuls volgt logisch op het toenemende gevoel van onmacht om de wereld in een paradijs te veranderen. Het begint met het verbieden van alles wat onwenselijk is. Bij wet wordt verordonneerd dat vette hap niet meer mag worden aangeboden, dat ongelukken voortaan verboden zijn, dat verdriet en ellende worden uitgebannen.
Na het verbieden komt het toezicht. De overheid moet ervoor zorgen dat mensen zich aan de wet houden, die immers ongeluk verbiedt. Na de ontploffing, als blijkt dat de bedrijven zich weer eens niet aan de pech-weg-regels hebben gehouden, constateren we dat het toezicht heeft gefaald. De regels zijn niet voldoende gehandhaafd.
Dus gooien we er strafrecht tegenaan. Iedereen die niet doet wat we willen in de gevangenis. Of toch op z’n minst een hoge boete. Wie niet horen wil moet maar voelen, dat zal ze wel leren, boontje komt om z’n loontje etcetera. We leven nog steeds niet in het paradijs, terwijl de wet toch duidelijk voorschrijft dat er niks vervelends mag gebeuren, ergo iemand heeft de wet overtreden.
In Australië zie ik een strafrechtcultuur die wat voorloopt op de onze. Daar hangt een meisje tien jaar gevangenis boven het hoofd omdat haar vriendin is verongelukt. Wordt Cameron bijna gearresteerd nadat hij Katharina’s leven heeft gered, omdat hij de senior piloot ter plaatse was.
Maar ook hier, op het beschaafde halfrond, hoor ik vrijwel dagelijks pleidooien voor criminalisering. Hondepoep op de stoep? Strafrecht. Hoge bonussen? Strafrecht. Te weinig sporten? Geef ze een boete. Verkeerde keuzes maken? Uitsluiten, beboeten, straffen.
Daar komt dan nog eens bovenop dat er driftig gestraft wordt zonder strafrecht. Dwangmaatregelen in het bestuursrecht, hoge eigen risico’s, verplichte bijdrages en registratie in allerlei uitsluitingsregisters, gebiedsverboden, toegangsweigeringen, houdverbod voor huisdieren. Het houdt niet op.
Wie bezwaar maakt tegen al dat verbieden en straffen, vindt kennelijk de ellende die verboden wordt niet erg. Nadenken over slimmere manieren om schade te voorkómen, leed te verzachten of te accepteren dat er ongelukken gebeuren, is een vorm van landverraad. Lees de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen: de hemel moet nu eindelijk maar eens op aarde dalen en wie zich niet naar onze wensen wil voegen, zetten we zo lang mogelijk achter de tralies. Alleen bij de SGP gaat het anders: die executeren je gewoon.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten