zondag 22 mei 2011

Leven

Een meisje in een te strakke roze legging. Twee jongens met peperdure enorme baseballpetten en laaghangende spijkerbroeken. Een witte dame die in de zon rozerood aan het roosteren is. Een witte gans die dom snaterend, borst vooruit, de leiding geeft aan een vrouwtje. Het is de vitaliteit die ik zo mooi vind, de energie die erin zit, al dat leven en al die wezens die er het beste van proberen te maken. Krekel vindt dat ik een romantica ben, hij zal wel gelijk hebben. De gans klapt morgen misschien tegen de voorruit van een vrachtwagen, de verbrande vrouw heeft pijn en het lelijke eendje wordt door haar klasgenoten gepest. Maar nu genieten ze van de zon en ik geniet van hen.
In de krant las ik een interview met een meneer van 93 die ervan baalt dat hij dood gaat. Dat al z’n kennis, emoties, foto-albums verdwijnen, vergeten worden. Niet meer bestaan. Ik vond het ontzettend rot voor hem, maar ik bedacht ook dat ik het anders zie. Ik zal het interview met hem vergeten, en ik zal worden vergeten, en toch heeft zijn leven op een minuscule manier het mijne geraakt, en raakt mijn leven een heel miniem onmeetbaar klein beetje het leven van anderen. Enzovoort. We zijn de compost waarop het leven doorgaat, nieuwe mensen opbloeien en verdwijnen, nieuwe werelden ontstaan en vergaan.
Opnieuw romantiek, constateert Krekel tevreden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten