We maken al jaren mee hoe de politiek afglijdt en de
democratische rechtsstaat alsmaar verder wordt gecorrumpeerd. De analyses
worden in allerlei verschillende toonaarden herhaald en de gevolgen doemen
steeds zichtbaarder op. Toch levert dit boek scherpere inzichten dan ik al had.
In heldere taal, gebaseerd op politicologische kennis, legt Van der Meer uit
hoe de Nederlandse cultuur van depolitiseren en monisme de kiezers naar extreme
partijen jaagt en afbreuk doet aan het systeem van verantwoording en controle.
Zodat we democratische gelijkheid en rechtsstatelijke veiligheid verliezen,
niet door een coup maar door geleidelijke erosie. Erosie door grove taal en
brute omgangsvormen, door schelden op rechtsstatelijke instituties, door gebrek
aan consequenties als een politicus iets doet of zegt wat democratisch of
rechtsstatelijk volstrekt onacceptabel is.
De media spelen een grote rol door te zoeken naar spektakel
en door simplistische duiding van politieke ontwikkelingen. Kamervoorzitters en
Kamerleden spelen een grote rol door onverantwoord gedrag te tolereren. Van der
Meer wijst met name op de rol van de (voorheen) grote middenpartijen, die zich
zodanig op besturen richten dat ze elk politiek conflict uit de weg gaan, nog
voordat er debat is gevoerd. Zodat kiezers nog maar één pot nat zien en op zoek
gaan naar partijen met standpunten.
“Technocratie belemmert politiek debat. Ze biedt geen ruimte
voor vergezichten of botsende waarden. Technocratie is een compromis zonder
voorafgaande belangen- of waardenstrijd. Nederlanders zijn zeker
compromisbereid. Maar een politiek compromis krijgt pas betekenis wanneer politici
eerst duidelijk maken wat de alternatieven zijn en hoe het compromis ons verder
helpt. (...) Natuurlijk moet de uitvoering van beleid een sterke component
hebben van efficientie en effectiviteit, als er maar aan de keuze voor dat
beleid een waardenstrijd vooraf is gegaan. Maar de omdraaiing daarvan –
politieke keuzes presenteren als een uitvoeringsvraagstuk dat losstaat van een
diepere waardenstrijd – dát is een democratisch probleem.”
en “De electorale democratie wordt uiteraard niet beperkt
wanneer inhoudelijk conflict noodzakelijkerwijs uitmondt in compromis. Maar
wanner dat inhoudelijke conflict niet kan ontbranden omdat al op voorhand wordt
gezocht naar het compromis, verzandt de democratie in compromisme.”
“Politiek werd management dat het gewoon een beetje beter
wilde maken voor de mensen. De politiek die de waarde van waarden ontkent, is
niet in staat tot grotere verhalen, diepere zingeving en weidsere vergezichten.”
Toch is er ruimte voor optimisme volgens Van der Meer, omdat
we een behoorlijk weerbaar stelsel hebben. In Nederland levert het kiesstelsel
evenredige vertegenwoordiging op zodat er weinig drempels zijn voor
tegengeluid. En omdat we geen meerderheidstelsel hebben is het risico vrij
klein op machtsconcentratie bij één partij die daarmee het bestel kan
perverteren, zoals Fidez in Hongarije.
“Autoritair bestuur kan aantrekkelijk lijken als je haast
hebt, maar democratische processen zijn veel flexibeler en dus succesvoller in
onzekere omstandigheden. (...) Dat vereist wel dat democratie bij machte is om
binnen het systeem alternatieven te bieden.”