vrijdag 19 mei 2017

Strenger straffen



Op één en dezelfde dag laten Rutte en Zijlstra weten dat iemand pas schuldig is als schuld bewezen is, en biecht Teeven op dat hij advocaten heeft tegengewerkt. Teeven is kennelijk niet erg integer; hij heeft zijn positie als staatssecretaris voor het landsbelang misbruikt om zijn kleine politieke gelijk te halen.

Het plaatje van de VVD wordt steeds duidelijker. Integriteit, wettigheid en conformiteit zijn bij die partij synoniemen.
Voor de rest van de wereld gaat strafrecht over wettigheid. Alleen als je de wet ernstig hebt overtreden, en als dat wordt bewezen in een eerlijk proces, waarin je je mag verdedigen en waarin je jouw versie van de gebeurtenissen mag geven, zal de Staat je veroordelen. Je loopt dan tegen de macht van de Staat aan en die zal je, namens heel Nederland, bestraffen.
Integriteit is een kwestie van moraliteit, van eerlijk zijn en altijd de belangen van anderen voorrang geven ten opzichte van je eigenbelang. Het is niet genoeg om de letter van de wet na te leven zodat je niet gepakt kan worden. Integriteit is een deugd, en hoe meer mensen integer zijn hoe beschaafder de samenleving.

Het probleem van Teeven is dat hij eigenlijk vindt dat burgers zich dienen te conformeren aan de normen van de VVD. Wie er anders over denkt, of zich afwijkend gedraagt, is verdacht. En voor Teeven is een verdenking genoeg om hard op te treden, zodat hij de samenleving kan beschermen tegen echte en vermeende gevaren. Zoals de waard is vertrouwt hij zijn gasten: iemand die andere overtuigingen heeft zou zich wel eens gelegitimeerd kunnen voelen om macht, dwang of geweld te gebruiken.
In dat wereldbeeld is het recht er niet om iedere burger te beschermen tegen machtsmisbruik door de Staat, maar is het een slim instrument om ‘eigen volk’ te beschermen tegen alles en iedereen die anders zijn. Teeven heeft kennelijk geen vertrouwen in de politieke democratie, waarin tegenstellingen en conflicten gekanaliseerd worden zonder geweld.

maandag 8 mei 2017

Vrijheid van meningsuiting



Waarom zijn het steeds de racisten en islamofoben, de homofoben en seksisten, de schelders en bedreigers, de anti-intellectuelen en de kunstverfoeiers die zich op de vrijheid van meningsuiting beroepen? Die in elke kritiek een perfide vorm van politieke correctheid zien en die zichzelf altijd verdedigen met 'het was maar een grapje'? Die nog nooit strafrechtelijk in hun vrijheden zijn beknot maar die wel alle illegale en immorele methoden uit de kast halen om de vrijheid van anderen tot moes te knuppelen?

Als beschaafde instellingen en overheden niet langer geassocieerd wensen te worden met een vuile beerput die zich tot voor kort tegen kritiek verweerde met de bewering dat ze satire bedreven terwijl ze nu ineens een relevant opiniemedium zouden zijn, wordt op geen enkele manier iemands vrijheid van meningsuiting beknot. Vrijheid van meningsuiting betekent dat je niet opgepakt en gestraft kan worden door de staat voor een uiting. Het betekent dat er geen inval op je redactie gebeurt, met inbeslagname van al je spullen en intimidatie van je personeel.

De overheid moet zeker waarborgen dat er diversiteit is in het media-aanbod, en als het even kan ruimhartig subsidies uitdelen aan allerlei journalisten en kunstenaars die zich op alternatieve manieren uiten. Dat is iets anders dan een plicht voor bedrijven of de overheid om elke pulp, elk platform voor zatlappengebral, elke propagandasite financieel te ondersteunen.

Ik stel voor dat Defensie en de Belastingdienst voortaan adverteren in Opzij en op Nieuwwij.

zaterdag 6 mei 2017

Bevrijdingsdag



Rechtsen en links-populisten raken hevig geïrriteerd over verwijten van racisme of waarschuwingen over de rechtsstaat. Misschien is dat wel terecht en misschien zijn de verwijten en waarschuwingen onterecht of overdreven. Zeker is het dat zulke verwijten niemand overtuigen en standpunten niet dichter bij elkaar brengen.
Wie probeert redelijk te zijn en pogingen doet om de polarisatie te verminderen keert zich dan ook tegen de verwijten. Rechtsen en populisten moeten gehoord worden; schrille Godwins zijn kleren van de keizer; waar blijft de zelfkritiek.

Er is minder begrip voor de vraag waar die waarschuwingen vandaan komen. Misschien omdat het zo vanzelfsprekend is.
Gisteren, Bevrijdingsdag, viel me weer op hoe gratuit al dat gevier van onze vrijheid klinkt. Deelnemers beseffen hoe waardevol onze rechtsstaat is en hoe essentieel het bestrijden van discriminatie is. Op 5 mei mogen de parallellen met fascisme wel.

Maar ik vraag me af of de parallellen met het sluipende, subtiele proces van afglijden naar het fascisme, net zo zichtbaar voor iedereen zijn. Het afnemende respect voor instituties als de rechter, het parlement, de wetenschap, onafhankelijke media. Toenemende tolerantie voor selectieve berichtgeving. Hyperconsumentisme en maakbaarheidsgeloof: ieder individu vindt dat hij recht heeft op vanalles. Seksisme. Afkalvende solidariteit. Afbraak van privacy en steeds verdere inperking van vrijheid in de publieke ruimte. Onverschilligheid over bedreigingen, intimidatie en geweld. Twijfelachtige integriteit van gezagsdragers. Surveyleiderschap van politici, die electoraal scoren belangrijker vinden dan besturen.

De kranten staan weer vol met verhalen van slachtoffers en helden, en hier en daar verraders, collaborateurs en oorlogsmisdadigers. Het is veel lastiger om het verhaal te vertellen van de naïeve meerderheid die zich vergaand liet meevoeren in de propaganda van sterk leiderschap, veiligheid door homogeniteit, ongecontroleerde macht, oppositie als volksverraad en problemen verbinden aan personen en groepen.

Wie alarm slaat over risico’s voor de rechtsstaat, ziet het om zich heen gebeuren en gelooft dat mensen het zelf niet zien. Ze zijn blind, naïef, en ontdekken pas veel te laat dat ze daarmee niet onschuldig zijn maar medeplichtig.
Het alarm is daarmee een verwijt en daardoor zetten mensen hun hakken in het zand. Er wordt gealarmeerd om de rechtsstaat te verdedigen, maar juist dat alarm tast de saamhorigheid aan. En een rechtsstaat zal niet bestaan zonder saamhorigheid – we zijn met z’n allen afhankelijk van elkaar.

maandag 1 mei 2017

Fraudebestrijding



Het kabinet dwingt integriteit af met keiharde handhaving. Iedere uitkeringstrekker, belastingbetaler, verzekerde die niet superinteger blijkt te zijn als hij een dag te lang op vakantie gaat, het heitje voor karwijtje niet opgeeft, of zo verliefd is dat hij praktisch bij z'n partner wóónt, krijgt onverbiddellijk het lid op de neus. Boetes, kortingen, aanmaningen en desnoods gijzeling. Met daarnaast het totale verlies van controle over het eigen leven. (Commerciële) hulpverleners, incassobureaus en overheidsinstanties bepalen voortaan wat de 'frauderende' burger mag en moet en welke kansen hij nog krijgt.

Behalve natuurlijk als het om integriteit op serieuze schaal gaat. Als het om miljoenenvoordelen gaat dankzij slimme truuks en een liberaal gebruik van je netwerk, dan is er nog maar één maatstaf voor integriteit: de vraag of een wet overtreden is.

Strenge wetgeving maken waarin geen enkele vergissing van een sloeber ooit nog vergeven wordt, en tegelijk zoveel mogelijk wetgeving afschaffen die rijke ondernemers in de weg kan zitten bij het nog rijker worden, dat is meten met twee maten. En meten met twee maten is al helemáál niet integer.