zondag 30 oktober 2016

Vertrouwen in de politiek



Een vriend vraagt me of ik de politiek vertrouw. Daar hoef ik niet over na te denken: ja, want ik zou geen ambtenaar kunnen zijn als het niet zo was. Maar ik blijf er toch over door piekeren. Wat voor vertrouwen bedoelt hij? Gaat het over integriteit of kundigheid of eerlijkheid? Ik antwoord dat ik lang niet alle individuele politici vertrouw, maar gelukkig zijn er meer en die houden elkaar wel bij de les geloof ik. Ik vertrouw dus vooral op het systeem, op democratie waardoor allerlei verschillende ideeën en belangen en invalshoeken in discussie worden gebracht. En op vrijheid van meningsuiting, persvrijheid, bescherming van privacy en onafhankelijke rechtspraak, zodat iedereen met macht wordt gecontroleerd en zich moet verantwoorden.
Wat bedoel ik eigenlijk met integriteit als het om ‘de politiek’ gaat? Politici kunnen zich voor heel verschillende belangen inzetten en dat kan allemaal legitiem zijn. Ik vertrouw erop dat hun persoonlijke belang niet overheerst en dat de meesten geen verborgen agenda hebben. Het partijbelang kan zwaar wegen uit tactische overwegingen: samen sta je sterker en een partij biedt goeie mogelijkheden om macht te verwerven zodat je invloed uit kan oefenen. Invloed om het ‘algemeen belang’ te dienen. En vooral ook: invloed om mee te mogen praten over wat het algemeen belang eigenlijk is. Iemand kan van mening zijn dat het algemeen belang is dat het land bestuurbaar is, of dat er recht heerst; het kan gaan om veiligheid of vooral om welvaart. En dan definiëren politici die waarden vanuit verschillende ideologieën ook nog eens heel verschillend: wat voor een conservatief ‘veiligheid’ is hoeft het niet voor een socialist te zijn. Laat staan dat ze hetzelfde zouden denken over de beste manier om veiligheid te krijgen – moet je er voor zorgen dat iedereen z’n deur stevig op slot doet, of gaat het om het beschermen van vrouwen tegen mishandeling?
Oneindig veel verschillende perspectieven, en praktisch is het niet mogelijk om daar voortdurend met z’n zestien miljoen over te delibereren. Dus laten we het aan honderdvijftig vertegenwoordigers over. Daar vertrouw ik wel op.

woensdag 26 oktober 2016

Feministische islam



Ik zou niet weten of islam inherent seksistisch is en christendom inherent racistisch maar wat ik er altijd van begrepen heb is dat het beide nogal egalitaristische, humanistische godsdiensten zijn dus het zal wel meevallen.

Op de radio hoor ik een verhit debat tussen een paar feministen over islam. Een Hirsi Ali-aanhangster roept haar tegenstandster steeds toe dat ze haar het recht op geloven niet wil ontnemen, maar wat haar betreft zijn is islam een seksistische ideologie. Het komt op mij nogal paternalistisch over om een ander te vertellen of haar overtuigingen wel correct zijn.

Rechtse moslims en ultralinkse seculieren houden allemaal stug vol dat islam, feminisme en liberalisme onverenigbaar zijn. Allebei stellen ze dat je alléén een ‘echte’ of een ‘goede’ moslim bent als je vrouwen onderdrukt, homo’s haat en sexualiteit associeert met geweld.
Zíj menen dat ze het recht hebben om te bepalen wat het ware geloof is en hoe vrome gelovigen zich dienen te gedragen. Discussie van gelovigen onder elkaar is volgens hen niet mogelijk – iedereen die het niet met henzelf eens is, is dus een afvallige. En afvalligen moeten worden bestraft (vinden de rechtse moslims) of gehuldigd omdat ze eindelijk de waarheid begrijpen (vinden de ultralinkse seculieren).

Mijn seculiere, liberale, diepste overtuiging is dat je niemand z’n geloof moet proberen voor te schrijven en dat je meningen, houdingen en gedrag alleen ècht verandert door te overtuigen. En ik juich iedere bevrijdingsbeweging ‘van binnenuit’ toe: revolutie en democratisering kunnen nooit succesvol worden opgelegd.
Bovendien denk ik dat het niet erg handig is van anti-islam bewegingen om juist de ‘foute’ islam te bevestigen in het beeld dat dat de enige ware interpretatie van het geloof is. Lenin meende dat iedere arbeider die tegen het communisme was leed aan vals bewustzijn. Daarmee legitimeerde hij dictatuur en respressie van kritiek. Toen ik als tiener in een minirokje wilde meedemonstreren tegen seksistisch geweld werd mij door lelijke wijven verweten dat ik te sexy was. Waarmee zij zich zonder meer tot het kamp van de verkrachters bekenden.

Ik heb grote moeite met hoofddoeken, omdat ik er een mensonvriendelijke en vrouwonderdrukkende boodschap in zie. Dat is míjn interpretatie, ontstaan nadat verschillende moslimmannen mij verzekerden dat mannen niet in staat zijn hun lust te bedwingen als ze de haren van een mooie vrouw zien. Ik zie hoofddoeken als een zedigheidsitem en als zodanig vind ik het een grote fout. Maar veel moslima’s zelf stellen dat ze de hoofddoek dragen als symbool van hun geloof, een beetje vergelijkbaar met het kruisje om de christelijke hals of de Che Guevara-shirts die hippies dragen. Wie ben ik dan om hen te vertellen dat ze hun eigen geloof niet goed begrijpen?

dinsdag 25 oktober 2016

Beschaafd volk



Sinds Fortuyn Melkert vakkundig afmaakte zijn we collectief bang voor het verwijt dat de elite geen contact met het volk heeft. Niks zo ondemocratisch als dat. En zelfs als de elite (regenten, intellectuelen, rijken, hoger opgeleiden, politici, mensen met een vaste baan) geen kleine minderheid is en het onbegrepen volk geen grote meerderheid, dan nog is het weinig sociaal-democratisch om je niks gelegen te laten liggen aan de zorgen en noden van diegenen die niet tot de elite horen. Het is makkelijk politiek correct praten over tolerantie en innovatie en openheid en diversiteit en risico’s durven nemen, als je niet elk dubbeltje om hoeft te draaien en door je buren wordt uitgescholden in een onbegrijpelijke taal. 

Sinds die avond van Fortuyn en Melkert geven de media maximaal aandacht aan ‘het volk’, aan autochtonen met weinig opleiding, lage inkomens en een armoedige levensstijl. Politici laten maximaal hun oren hangen naar diezelfde autochtonen. En iedereen die wel eens tot de elite gerekend zou kunnen worden maakt in alle toonaarden duidelijk dat hij of zij eigenlijk heus wel heel bescheiden is, een heel volkse achtergrond heeft, hard kan lachen om politiek incorrecte grappen.
Dat levert een nogal beschamend tafereel op. De toon wordt gezet door de onderontwikkelde, primitieve testosteronbommen die claimen dat zij de enige echte vertegenwoordigers van ‘het volk’ zijn. De elite verlaagt zich. De maatschappij vertrut.

Het wordt tijd voor nieuwe verhoudingen. Geen polarisatie van elite en volk (waarbij laag opgeleiden die niet wit en hetero zijn en van voetbal en schattige poesjes houden helemaal nergens bij mogen horen), geen ethisch reveil rond normen en waarden uit de mythische jaren ’50, maar verheffing. Laten we zoveel mogelijk mensen de elite in trekken, laten we politieke correctheid zo gangbaar mogelijk maken.

Opleiden, ontwikkelen, kansen en steun bieden aan iedereen, extra aan diegenen die extra nodig hebben. Dat hoeft niet op de paternalistische manier van de vorige eeuw maar het is ook niet synoniem met het neoliberale loslaten van deze eeuw. Hoe we het ook doen, de boodschap zou moeten zijn dat het nastrevenswaardig is om tot de elite gerekend te worden, dat politiek correct gewoon fatsoen is, en dat iedereen bereid zou moeten zijn om naar een ander te luisteren mits die ander zich fatsoenlijk uitdrukt.

Wat wel en niet fatsoenlijk is bepalen we collectief, democratisch, elite en volk samen. Het zal wel uitkomen op iets als het beheerst kunnen incasseren van grove aanvallen. Wie dat kan, is beschaafd en zo hoort het.

zondag 23 oktober 2016

Eén en één is twee



Gemeenten zijn boos dat ze zich voor niks hebben voorbereid op de komst van honderden asielzoekers. Er zijn gebouwen ingericht, inspraakavonden gehouden, ambtenaren omgeschoold. En nou komen ze toch niet, wegens succesvol buiten-de-deur-houden-beleid.

Kennelijk hebben we een hoop plek voor buitenlanders.

In Libië, Griekenland, Turkije, Italië, Calais, Jordanië, Turkije, Pakistan en andere landen proberen miljoenen ontheemden te overleven. We sturen er geld en vliegende dokters en VN-personeel en wooncontainers naar toe. Wat is er tegen om een paar van die mensen in onze lege azc’s te laten wonen?

zaterdag 15 oktober 2016

Veiligheidsbeleving



Al jaren verbazen politici, ambtenaren en beleidsonderzoekers zich erover dat Nederlanders zich alsmaar niet veiliger willen voelen, terwijl de criminaliteit toch heus daalt. Zelfs wetenschappers en schrijvers houden ons dringend voor dat maar weinig mensen nog een gewelddadige dood sterven, we moeten dus beseffen dat het superveilig is tegenwoordig.

De denkfout is natuurlijk dat veiligheid het één op één spiegelbeeld is van dood en verderf, van criminaliteit en risico.
Dat is het niet. Als veiligheid al ergens tegenover staat, dan is het tegenover willekeur.
Veiligheid is geborgenheid, zekerheid, weten dat anderen jouw vrijheid zullen respecteren.

Alleen als zichtbaar is dat iedereen kan zeggen en denken wat hij wil zonder afgebrand te worden, dat iedereen er uit mag zien en zich mag gedragen zoals ie wil zonder onder druk gezet te worden zich aan de meerderheid te conformeren, kunnen mensen zich veilig voelen. Je voelt je pas veilig als je ziet dat fundamentele rechten worden gerespecteerd zonder aanziens des persoons, als je weet dat je niet wit, autochtoon, goed opgeleid en jong hoeft te zijn om je eigen keuzes te mogen maken en je eigen identiteit te mogen bepalen. Veiligheid is een rechtsstaat waarin vrouwe justitia een blinddoek voor heeft.

We hebben het afgelopen decennium steeds hysterischer rechten beknot, nadrukkelijk onderscheid gemaakt op basis van zichtbare, aan identiteit verbonden kenmerken, steeds meer criminaliteitsbestrijding boven het waarborgen van een rechtsstaat gesteld. Allemaal in naam van veiligheid. Nogal wiedes dat burgers daar bang van worden.

donderdag 6 oktober 2016

Stukje beschaving



Immigranten moeten les in Nederlandse normen en waarden krijgen. Daar hoeft niemand voor naar school; immigranten en Nederlanders krijgen continu en gratis lesjes in onze normen en waarden. Als een politiechef zijn personeel boven het recht plaatst. Als de fractieleider van christen-democraten censuur bepleit en die van de vrijheidspartij een verbod op geloven. Als er brullende testosteronbommen vuurwerk naar een asielzoekerscentrum gooien. Als volksvertegenwoordigers elkaar voor rotte vis uitmaken of de premier vindt dat je maar beter oppleurt of je als een corpsbal moet invechten. Als ogenschijnlijk redelijke buren ineens hysterisch eisen dat sinterklaas een zwarte knecht houdt. Als we collectief snikken voor verdronken peuters maar het niet ‘aan’ kunnen om vluchtelingen op te nemen

Het dagelijkse journaal is een lesje in normen en waarden. Daar helpt geen belofte van welke partij dan ook aan.

maandag 3 oktober 2016

Persvrijheid



Een korte discussie met een Russische kennis, die me vroeg hoe ik wist dat Kim Jong Il een akelige dictator is terwijl ik nooit in Noord-Korea ben geweest, zette me opnieuw aan het denken. Over de vraag hoe je eigenlijk weet of je wel goed geïnformeerd bent, in een wereld waarin vrijwel alle informatie uit de tweede of derde hand hebt. Hoe weet je of de berichtgeving van de media betrouwbaar en correct is? Je kent de journalisten niet, je kan zelf niet verifiëren of berichten kloppen, je weet niet of alle feiten wel zijn meegewogen en of de redactie meer met propaganda dan met informatie bezig is.
Ik vermoed wel dat een Rus slechter geinformeerd is dan ik maar ik kan het op geen enkele manier hard maken. Waarom zou hij mij moeten geloven als ik beweer dat onze media wel en de hunne niet vrij en kritisch en maximaal neutraal zijn? Mijn beeld van Rusland en de persbreidel daar is volledig gebaseerd op artikelen in onze pers. Hij zal zeker stellen dat de Nederlandse pers net zo goed onbetrouwbaar kan zijn.
Toch geloof ik in onze vrijheid en geïnformeerdheid. Dat baseer ik op de variatie aan media en meningen waartoe ik toegang heb. En op het feit dat machthebbers en autoriteiten in onze media kritisch bevraagd worden. En op de openbaarheid over wat journalisten onderzocht hebben en hoe ze hun onderzoek hebben gedaan. En op de ruimte die geboden wordt aan tegenspraak en wederhoor. En op wat ik weet over de belangen en waarden die verschillende partijen hebben, en mijn opvoeding die me daarop alert gemaakt heeft.
Mijn vertrouwen heeft dus weinig met de inhoud van het nieuws te maken, maar is volledig gebaseerd op de randvoorwaarden en processen waarbinnen het nieuws aan mij wordt gepresenteerd. Ik weet niet zo veel over Noord-Korea, maar volgens mij stelt Kim Jong Il heel andere voorwaarden.

zondag 2 oktober 2016

Onze normen



Een rechtsstaat is afhankelijk van een bepaalde mentaliteit en van bepaalde instituties. Uitingsvrijheid, respect voor publieke ambten, recht, ombudsman bijvoorbeeld. Een rechtsstaat is ook afhankelijk van doortastende afkeurende en bestraffende reacties op pogingen om zulke instituties te ondermijnen, bijvoorbeeld met doodsbedreigingen. Daarvoor dient het instituut Openbaar Ministerie – om namens de natie en ter bescherming van het recht onmiddellijk op te treden tegen elke vorm van terreur. Dàt zou een praktische uiting van de waarden en normen zijn die onze cultuur zo superieur zouden maken.