vrijdag 1 mei 2015

Nepal




De fotootjes die ik in ’92 met een pocketcameraatje maakte en in Kathmandu zo goedkoop mogelijk liet ontwikkelen helpen nauwelijks om herinneringen boven te halen. Op de fotoos zijn we zo jong, ik en Mina (de discussies over de engelse spelling van haar naam!) en Pramod, zo ver weg van wie we nu zijn. Maar ik weet nog hoe fijn de geluiden waren als je in de bergen was, en hoe fris de vroege ochtendlucht. Wat vee, geruis van bladeren, soms een fluitje van iemand die geiten hoedde. Dat is wat het woord vreedzaam betekent, zulke geluiden.
Ik heb er veel geleerd, over mezelf, m’n beperkingen. Die bleken niet zozeer fysiek te zijn, ik heb maar weinig nodig al had ik er wel schreeuwende behoefte aan om me te kunnen wassen en schone kleren aan te trekken na zweterige dagen lopen door Nuwakot. De dal-bhat kwam me soms de neus uit maar ik had al gauw een samosastalletje in het oude centrum van Kathmandu ontdekt zodat ik m’n frituurbehoefte kon bevredigen. En Mina liet me zien waar je mithai kon krijgen, snoep van buffelmelk met veel suiker en kardemom, ik ben er nog steeds verslaafd aan. De kou, het moeizame lopen of dagen aan een stuk opgepropt in een tjokvolle jeep over wegen vol potholes hobbelen, zelfs het net te kleine bed kwam ik allemaal wel te boven. Alle ellende die ik zag was vooral studie-object en zo exotisch dat ik er emotioneel voldoende afstand voor had om het op te nemen. Kleine meisjes die als seksslavinnen verkocht werden, vrouwen met aids die uit hun gemeenschap werden verstoten, kleine kumari’s die voorbestemd werden voor een eenzaam en onmenselijk leven, Tibetaanse vluchtelingen die werden vermoord en de slavernij in de tapijtweverijen en ver weg in de westelijke Terai. Ik had veel te weinig kaas gegeten van de Nepalese wereld om het allemaal te kunnen duiden, het is een wonder dat het me lukte toch af te studeren. Het was frustrerend om Nepali te praten als een peuter, maar gelukkig leidde het vooral tot hilariteit.
M’n persoonlijke beperkingen hadden heel onverwacht te maken met m’n culturele hangups. Ik had veel privacy nodig. Ik werd ontzettend ongeduldig van het totale gebrek aan planning. Ik wist niet om te gaan met de familieverhoudingen in m’n gastgezin. En ik moest af en toe fietsen.
Wat een prachtig, schitterend, wonderbaarlijk land. Wat hebben de Nepalezen die ik ontmoette me ongelooflijk goed ontvangen, gastvrij en tolerant voor mijn vreemdheid. En wat waren ze extreem arm en primitief. Dat zag er toen nog wel romantisch uit, nu weet ik hoe onbeschrijflijk de ellende moet zijn voor mensen die al bijna niks hadden en die dat dan ook nog verliezen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten