Ik ben een lastige medewerker: kritisch, normatief, dwars.
En ook al compenseer ik m’n lastigheid met positieve energie en flink
doorwerken, het is voor grote bureaucratische organisaties en managers die zo
goedkoop mogelijk resultaten willen zien behoorlijk irritant om zo’n luis in
eigen pels te hebben. Juist daarom gaf me dat altijd vertrouwen in de overheid:
als mensen zoals ik goed betaald worden om te zorgen voor het interne
tegendenken, als we de ruimte krijgen om de kwaliteit van het werk te verbeteren,
dan is er kennelijk waardering voor ambtelijk vakmanschap en verlangen naar
zorgvuldigheid, rechtvaardigheid en deskundigheid.
Het blijkt andersom ook te werken. De strategiedirectie van
het ministerie waar ik voor werk wordt opgeheven en mijn dwarsdenkende collega’s
en ikzelf worden eruit gewerkt. Als we protesteren krijgen we te horen dat we
geen meerwaarde leveren. Het is namelijk niet zichtbaar dat wij zorgen voor
snellere of goedkopere productie. We scoren niet, we beheersen geen budgetten.
Het enige wat we doen is adviseren, verbinden, verrassende inzichten
veroorzaken, anderen helpen hun rol optimaal in te vullen.
Ik dacht altijd dat dat kenmerkend was voor een
kwaliteitsorganisatie. Individuele medewerkers betekenen niet zoveel, hoe goed
ze ook in hun werk zijn en hoe gemotiveerd en energiek ze ook werken. Pas door
de organisatie, het samenspel van specialisaties, processen en procedures, de
variëteit aan perspectieven en werkwijzen en de diversiteit van ideeën en
ervaringen, wordt de som heel veel meer dan de optelsom van de delen.
De Nederlandse overheid is een fantastische
kwaliteitsorganisatie. Ik ben er enorm trots op dat ik daar deel van uit mag
maken en dat ik er aan bij mag dragen. Maar nu ik aan den lijve ondervind dat sommige
topmanagers over lijken gaan om hun ego overeind te halen, dat kortzichtige
leidinggevenden alleen nog kijken naar individuele productie in plaats van de
functie die een medewerker in het grotere geheel vervult, en dat kennis,
inzicht en zorgvuldigheid sowieso als last worden ervaren, nu begin ik me een
beetje te schamen. Plaatsvervangend, dat
dan wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten