Nussbaum is een fijne filosofe en ze schrijft behoorlijk
leesbaar, maar dit boekje had net zo goed een artikel kunnen zijn en dan was
haar boodschap volgens mij veel sterker uitgekomen. Boodschappen eigenlijk: het
is belangrijk dat juristen, rechters vooral, literatuur lezen zodat ze zich
leren verplaatsen in individuen waardoor algemene regels menselijke betekenis
krijgen; en emoties zijn essentieel om te kunnen spreken van rationaliteit. Ze
besteedt erg veel aandacht aan die tweede boodschap terwijl dat naar mijn smaak
nou echt een mega open deur is. Het lijkt er sterk op dat ze vooral reageert op
mafketels die kennelijk beweren dat emoties geen plaats hebben in rationele
overwegingen. Waar die dan hun morele principes vandaan halen of hoe zij
waarnemingen evalueren is mij niet duidelijk, maar erg interessant is het ook
niet.
De eerste stelling wel: fictie helpt om de oneindige
hoeveelheid verschillen tussen mensen te zien, om te begrijpen hoe bepalend de
sociale context is waarin mensen leven, en juist dankzij die inzichten
democratiseert het. Als iedereen uniek is en als omstandigheden op een
ingewikkelde manier grote invloed hebben op het verloop van een bestaan, dan is
iedereen in z’n menselijkheid gelijk, is niemand ‘beter’ dan een ander. En,
waar Nussbaum ook nadrukkelijk op wijst, mensen zijn geen getallen, geen
uitwisselbare, kwantificeerbare, grootheden. Het verdriet van de één wordt niet
gecompenseerd door de rijkdom van de ander. En niks is zo repressief en
respectloos als het behandelen van mensen als groep of soort, als éénheden
werkuren of functieprofielen.
Ze haalt uitvoerig Adam Smith aan, die het kennelijk
vanzelfsprekend vond om mensen, individuen, met respect te behandelen en voor
wie het ondenkbaar was om werknemers als broedkippen te gebruiken.
Kamel Daoud (nrc 14 mrt 2015): "Wie veel boeken leest, gaat richting democratie, vrijheid en tolerantie. Heb je maar één boek tot je beschikking, of dat nu de Bijbel, de Koran of Mao's Rode Boekje is, dan word je fanatiek."
BeantwoordenVerwijderen