zondag 1 juni 2025

De vierde macht; Reflecties op een goede overheid

In mijn rekenkamertijd werd wel eens de vraag opgeworpen of beleid effectief kon zijn als de bestedingen niet rechtmatig waren gedaan. Dat vond ik een rare vraag want welk onrechtmatig effect zou een democratische overheid kunnen beogen? Achteraf gezien was het een voorbode van het neoliberale dilemma waar De Jongh in deze bundel naar verwijst: is de staat er om doelen te bereiken? Als dat je beeld is ligt het voor de hand dat je 'de markt' z'n werk laat doen want het prijsmechanisme leidt tot optimale afstemming van vraag en aanbod. Maar de verplaatsing van staatstaken naar markten maakt van burgers klanten. Klanten stellen eisen, die eisen kunnen door een overheid zonder gezag en zelfvertrouwen - markten doen het immers beter - niet worden ingewilligd, klanten stellen vast dat de overheid hen niet bedient en roepen dat die nalatige overheid beter naar hen moet 'luisteren', wat een nette manier is om te zeggen dat de overheid hun wensen in moet willigen. Democratie verwordt door die logica tot plebisciet waarbij het niet meer gaat om het al delibererend bereiken van consensus over het algemeen belang. Leiders worden volgers en politiek is niet meer dan (deel)belangenbehartiging waarin het recht van de sterkste geldt. Instituties die niet 'leveren' wat de meerderheid eist zijn kennelijk incapabel of corrupt.
De auteurs van de bundel zijn het er over eens dat democratie gebaseerd is op solidariteit en morele betrokkenheid. Noties als duurzaamheid, rechtvaardigheid of gelijkheid zijn geen doelen maar voorwaarden voor het uitoefenen van macht. Om zulke voorwaarden 'hard' te maken zijn er instituties nodig die de rechtsstaat maken - Luyten heeft het over de 'regelgestuurde staat' in plaats van de doelgerichte staat. Als alle burgers, meerderheden en minderheden, politiek gelijkwaardig zijn dan is het algemeen belang, de doelen die de staat nastreeft, nooit iets wat als een gegeven vaststaat. Keer op keer, bij verkiezingen, adviezen, debatten, overleggen en stemmingen, wordt opnieuw bepaald wat het algemeen belang is. Het is immers algemeen en niet een digitaal, technocratisch, buiten deliberatie om, vast te stellen grootheid. Algemeen betekent dat het iedereen aangaat, niet alleen een meerderheid.

Dat heeft belangrijke implicaties voor ambtenaren en de vraag wat een goede ambtenaar is. De bundel heeft betrekking op de publieke verhoudingen, als een soort ingewikkelde iq-test opgave:  staat : politiek : overheid : samenleving : ambtelijk apparaat : rechtsstaat : democratie. Hoe moet een ambtenaar zich opstellen ten opzichte van politiek, ten opzichte van beleid, en ten opzichte van wet en regel? Aan wat of wie dient een ambtenaar loyaal te zijn?

Het is een oud vraagstuk waarin nog niemand de plaats van Max Weber heeft ingenomen. Een ambtenaar moet politiek neutraal en loyaal aan diegenen die politiek verantwoordelijk zijn zo goed mogelijk uitvoering geven aan politieke besluiten. De mitsen en maren worden alleen, mede door decennia van neoliberalisme, steeds lastiger te negeren. Oplossingen van het dilemma van de ambtenaar die loyaal aan populistische politiek meewerkt aan het ondergraven van rechtsstaat en democratie worden in dit boekje gezocht in ambtelijke deskundigheid en in ambtseed en ethische programma's in een gerichtheid op 'de bedoeling', 'het algemeen belang' of 'publieke waarden'. Wat pas een oplossing kan zijn als iedereen het er over eens is wat de bedoeling dan is - als er echte democratie is kortom.

Dat is zeker in dit gesprek niet het geval. Boudewijn wijst er op dat het denken over ambtelijke deugden en publieke verhoudingen volkomen geprofessionaliseerd is. Gewone burgers praten niet mee, niet met elkaar, over wat publiek goed en wenselijk is. Het is de vraag of in bubbels levende consumenten nog wel burgers zijn. En zonder verantwoordelijk burgerschap kan er geen democratie zijn.



zaterdag 31 mei 2025

Helmverbod

Ik fiets heel graag. Ik geniet van de buitenlucht van het woon-werk-fietsen. Van het gemak van m'n fietstassen bij het winkelen. Van de vrijheid van het hard van niks-naar-nergens-fietsen. Alleen kan ik sinds de opkomst van fatcars en e(bak)fietsen niet meer ongelimiteerd genieten van de fantastische geasfalteerde paden, uitstekende richtingbordjes en gratis veerpontjes door het hele land. Voortdurend mopperend baan ik me een weg langs trage kuddes ouderen, blokkerende bakfietsen en breed geparkeerde bouwvakkers. Voortdurend kom je brommers tegen op fietspaden waar geen brommers mogen; spookrijdende fietsers; fietsers die hun hand niet uitsteken en dan toch plotseling, zonder om te kijken, afslaan; plotseling naar links zwenkende fietsers; mensen die geen voorrang geven waar ik toch echt van rechts kom op een gelijkwaardige kruising; fietsende en brommende telefoonverslaafden; mensen die een blinde bocht strak links nemen en dan tegen mij schelden als we elkaar daar in volle vaart tegen komen.
Minstens eens per dag maak ik een bijna-ongeluk mee en af en toe ga ik daadwerkelijk onderuit. Meestal blijft de schade beperkt tot wat bloederige schrammen, een kapotte broek en een kras op m'n fiets. Een enkele keer kost het me een dure reparatie.
De veroorzaker is vrijwel zonder uitzondering iemand met een helm op, of een ouder met gehelmde kinderen in de bakfiets. Ik stel dan ook voor om helmen te verbieden.

donderdag 29 mei 2025

Publieke opinie

Democratische controle functioneert bij de gratie van een publieke opinie. De publieke opinie houdt volksvertegenwoordigers bij de les, al was het maar omdat zij herkozen willen worden. De publieke opinie wordt gevoed en gevormd door goeie informatie, door begrip en steun voor de grondbeginselen van de democratische rechtsstaat, en dus door goed onderwijs. Dankzij onderwijs begrijpen burgers aard en belang van democratie en recht, snappen ze wat er voor een vrije en welvarende samenleving nodig is en hebben ze genoeg kennis en kritisch vermogen om informatie te kunnen duiden. En dankzij onderwijs kunnen mensen burgers worden en ontstaat er een samenleving.
Tenzij de maatschappij niet langer het equivalent is van de samenleving, maar gefragmenteerd is in een bubbels die gebaseerd zijn op identiteit en het zich onderscheiden van anderen.
Zelfs in de verzuilde samenleving van weleer deelden Nederlanders een beeld van fatsoenlijke omgangsvormen, van kennis en feiten en wie dat met gezag produceerde, en van een democratie. Ongetwijfeld waren er politieke en identiteitstegenstellingen en een leider kon gezag hebben in de ene zuil en verketterd worden in de andere, net als nu. Maar de instituties van de rechtsstaat werden wel gesteund en dat is steeds minder het geval.

Als we een democratische publieke opinie willen moeten we bubbels doorprikken. Niet toestaan dat kinderen en volwassenen iedereen buiten hun eigen groep als vijand beschouwt doordat voortdurend verontwaardiging, minachting en angst aangewakkerd worden met nepnieuws en desinformatie die maximaal verspreid worden voor winst of ondermijning. Het internet en AI moeten verantwoord worden terugontwikkeld naar technologieën waar de wereld beter van wordt.

zondag 18 mei 2025

Rode lijn

Toen het Amerikaanse 'black lives matter' in Nederland werd overgenomen stoorde me dat. Er is racisme in Nederland maar zwarten hoeven hier niet op dezelfde manier voor hun leven te vrezen als Amerikanen.
De enorme onrust en voortdurende aandacht voor alles Trump stoort me, omdat het afleidt van de ondermijning van de democratische rechtsstaat in eigen land.
En ik ben de straat niet opgegaan tegen de decennia oude apartheid en koloniale repressie door Israel, vooral omdat er heel veel repressie, discriminatie en onrecht in de wereld voorkomen, tot aan etnische zuiveringen aan toe, en ik liever mijn democratische stem gebruik om op een partij te stemmen die daar internationaal diplomatieke actie tegen onderneemt, terwijl het internationale beleid ook altijd een dosis cynisme zal bevatten vanwege handels- en veiligheidsbelangen. Demonstreren tegen foute buitenlanden lijkt mij vooral een uitdrukking van m'n eigen deugdzaamheid en niet zozeer een actie om iets te bereiken. Hooguit is het een vorm van solidariteit die troost zou kunnen bieden.

Maar inmiddels kijk ik er anders tegenaan en zal ik meedoen met de rode lijn die we trekken. De Nederlandse regering is medeplichtig aan de uitroeiing van Palestijnen en de vernietiging van Palestina die al een halve eeuw aan de gang zijn en na 7 oktober ook expliciet beleid werden van de extreem-rechtse regering van Israel. Terwijl Den Haag een bijzondere verantwoordelijkheid, en belang, heeft bij het internationaal recht, wordt het hoofd afgewend van oorlogsmisdaden, misdaden tegen mensheid en menselijkheid, collectieve straffen, illegitieme detentie, martelingen en plunderingen. Om over de wereldwijde ondermijning van rechtsstatelijke waarden met (digitale) wapensystemen maar te zwijgen.

Dus naast het onbeschrijfelijke onrecht en leed van Palestijnen gaat alles wat het Israelische regime doet ons ook direct aan. Een Nederlandse regering moet zich daar luidkeels naleving van Israelisch, humanitair en internationaal recht eisen.

zondag 11 mei 2025

Koelemeijer, De redding

De notie dat iemand redden betekent iemand aan je verplichten, en dat dat allerlei moeilijke gevoelens met zich meebrengt in plaats van eenvoudige dankbaarheid, was ik al eens eerder tegen gekomen. In Shogun van Clavell geloof ik, bepaald een ander soort lectuur dan dit literair journalistieke verhaal. Toch moest ik er steeds aan denken. Door de geweldige manier waarop Koelemeijer de ervaring van beide vrouwen weergeeft kan ik me helemaal inleven in hun ongemak. Ze verweeft het ook nog eens met het wegkijken van omstanders onder het fascisme. Zo roept die ene gebeurtenis belangrijke vragen op, die volgens mij uiteindelijk neerkomen op ‘waarom ik?’.

maandag 21 april 2025

Twee koningen

Monarchie en democratie staan op gespannen voet. De macht kan niet tegelijk bij een koning en het volk liggen. Een koning kan ongecontroleerd, zonder verantwoording af te leggen, regeren, terwijl de essentie van democratie nou juist controle op de macht is. De spanning is opgelost door de regeringsmacht te verschuiven van koning naar ministerraad. De koning behoudt zijn onschendbaarheid maar verliest verantwoordelijkheid: zijn rol is voortaan ceremonieel, zonder macht.
Het stelsel kent sindsdien nieuwe rollen: de regering, gedragen door een parlementaire meerderheid, bestuurt het land en legt daarover verantwoording af. Het parlement, in z'n totaliteit, controleert het bestuur. Daartoe zijn er regels en afspraken: parlementaire minderheden hebben allerlei rechten zodat de Kamer zich min of meer als eenheid tegenover de ministers op kan stellen. Op die manier houden parlement en regering elkaar in balans.

Sinds het aantreden van het kabinet-Schoof is de regeringsmacht echter doorgeschoven naar het parlement. Niet de ministers regeren maar een parlementaire meerderheid. Daarmee zijn macht en controle van de macht in één instantie samen gekomen: de slager keurt zijn eigen vlees. Dat gaat niet alleen ten koste van serieuze controle, het gaat vooral ten koste van bestuur.

Na vorming van een regering die, op basis van afspraken over te voeren beleid, het vertrouwen van een Kamermeerderheid krijgt hebben Kamerleden weer ruimte voor hun verschillen van mening. Fr volksvertegenwoordiging is pluriform, de regering is één. Om het land te besturen moet er 'met één mond worden gesproken' anders krijg je inconsistent en onbetrouwbaar bestuur.

Dat is precies wat we nu in Nederland zien, nu de macht naar een Kamermeerderheid is verschoven. De vier coalitiefracties kunnen niet echt besturen omdat ze zich electoraal moeten profileren, ze vertegenwoordigen immers verschillende ideologieen en achterbannen. Tegelijk laten ze geen ruimte aan het parlement als instituut om haar controlerende rol te spelen want dan staan ze tegenover zichzelf.

Ondertussen is niet alleen de koning een ceremoniele figuur geworden die z'n rol gevonden heeft in de onomstreden, samenbindende kant van de staat. Ook de premier en andere ministers dragen geen verantwoordelijkheid meer. Ze nemen geen besluiten maar ze voeren ze uit. Daarmee zijn ze ambtenaar geworden die bovendien niets uit te voeren hebben zolang de coalitiepartijen geen uitvoerbare besluiten nemen. Schoof probeert er nog iets van te maken door ook lintjes door te knippen maar ja, dat deed de koning al.

maandag 31 maart 2025

Gideon Rachman, The age of the strongman; How the cult of the leader threatens democracy around the world

 Er circuleren inmiddels talloze boeken over populistische autocraten en voor mij is het het derde boek over het thema. En het beste, juist doordat het niet wetenschappelijk verantwoord is maar journalistiek. Het boek van Jos de Beus was nog niet helemaal af toen hij overleed en ik herkende zijn poging om een lijn te beschrijven door types als Berlusconi en Erdogan met elkaar te vergelijken. Maar de opsomming van nare premiers kwam toch wat willekeurig over en de beschrijvingen waren niet systematisch. Het boek van Hans Kribbe (The Strongmen; European encounters with sovereign power) vond ik een stuk leerzamer. Het was bedoeld als waarschuwing voor liberaal Europa om volgens de nieuwe spelregels te spelen of helemaal niet meer mee te doen.

Het boek van Rachman bestaat uit een aaneengeregen serie beschrijvingen van de verschillende sterke mannen, would be dictators in feite, waarmee ik als lezer een heel grondig beeld krijg van het type en ook een beetje van het appèl dat zulke types doen aan hun achterban. Het zijn zonder meer populisten en in het journalistieke verslag van hun greep naar de macht, het corrumperen van de constituties die oorspronkelijk hun positie bepaalden en hun optreden dat vroeger of later tot militair geweld tegen een externe of desnoods interne vijand leidt, zie je langzaam maar zeker vaste patronen terug. Rachman verwijst naar de kenmerken van populisme die Michael Reid onderscheidt: "First of all, it is a brand of politics in which a strong, charismatic leader purports to be a saviour, blurring the distinction between leader, government, party and state, and ignoring the need for the restraint of executive power through checks and balances. Second, populism has often involved redistribution of income and/or wealth in an unsustainable fashion."

Het zijn dezelfde patronen die we in Nederland al decennia bij Wilders zien: polariseren door haat te zaaien tegen groepen die niet bij 'het echte of eigen volk' mogen horen; het concept democratie vervormen tot 'de wil van de meerderheid' en daarna 'de wil van het echte volk' waardoor die gehate groepen uitgesloten worden als vijanden en verraders; het gezag van rechtsstatelijke instituties ondermijnen; en beleidsmatig nooit met echte oplossingen  maar altijd met beschuldigingen wijzen naar iedereen die politiek niet loyaal is aan de leider. Leiderschap gebaseerd op slachtofferschap en heldendom, kortom een sprookjesleiderschap in plaats van politiek leiderschap. De ambitie om politiek af te schaffen vanuit de logica dat conflicten er eigenlijk niet mogen zijn omdat de volkswil één is en door de leider vertolkt wordt. Uitingen die draaien om macht en verraad, haat en kwaadaardigheid en 'idealen' die altijd draaien om wij tegen zij, om winst ten koste van anderen.

Rachman beschrijft Putin als het archetype en laat daarna zien hoe Erdogan, Xi Jinping, Modi, Orban, Boris Johnson en Trump, Duterte, MBS en Netanyahu, Bolsonaro en Abiy Ahmed van hetzelfde laken een pak zijn. Het gaat hem niet zozeer om de vraag of, en hoe, zulke strongmen succes hebben en aan de macht blijven, maar om de acties en uitspraken waaraan je ze kan herkennen. Bijvoorbeeld "he followed a textbook pattern of strongman rule: he packed the Supreme Court, altered the electoral system in his favour, encouraged a cult of personality via rambling and bombastic appearances on television, and denounced independent critics as tools of hostile foreign powers." Het citaat heeft toevallig betrekking op Chavez maar elke andere naam van elke andere sterke man kan moeiteloos worden ingevuld.

Rachman hoopt dat the age of the strongman, die inmiddels alweer een decennium oud is, ook weer een keer afloopt. Sowieso hangt het hele systeem af van een persoon en personen zijn sterfelijk. Maar het spreekt bepaald niet vanzelf dat er na een dictator weer liberale democratie zal zijn.

zondag 30 maart 2025

Democratisch gezindte

Lastig aan democratie is dat je respect moet opbrengen voor mensen waar je het erg mee oneens bent. Dat is al lastig als je denkt dat ze het gewoon bij het verkeerde eind hebben, nog lastiger als ze de nadruk op andere waarden en belangen leggen dan jijzelf, maar helemaal ingewikkeld als je hun ideeen of voorkeuren volstrekt verwerpelijk vindt. Toch moet het, iedereen de ruimte gunnen om zijn opvattingen te beargumenteren zodat je met je eigen tegenwerpingen kan komen.

Totalitaire ideologieen zijn alomvattend, alles wordt met alles verbonden zodat je alleen nog maar de ene juiste denkwijze aanhangt, of een tegenstander bent. Twijfel of over verschillende onderwerpen anders denken dan de norm binnen het ideologisch kader worden niet gewaardeerd. Je dient je te conformeren aan de lijn van diegenen die weten hoe er gedacht moet worden en elke afwijking is een vorm van verraad.

Om een democratie te (onder)houden zit er niks anders op dan toch maar accepteren dat er mensen zijn die het niet met je eens zijn. Respect bestaat er uit dat je hen niet behandelt alsof ze dom of kwaadaardig zijn en dat je erkent dat ook zij democraten kunnen zijn. Op de tijdlijnen van 'sociale media' blijkt dat een enorm moeilijke opgave.

zaterdag 1 maart 2025

Demonstreren of verzet

Linkse en rechtse activisten beschouwen zichzelf als 'verzet' wat natuurlijk fijn klinkt naar de helden van de Tweede Wereldoorlog. Maar verzet is niet aan de orde in een democratie, tenzij je tegen de democratische rechtsstaat zelf bent. Verzet kan juist zo heldhaftig zijn omdat het gevaarlijk is, omdat het verzet tegen machthebbers is die illegaal geweld en repressie niet schuwen. Het feit dat machthebbers zich niet door wet of waarde laten tegenhouden, legitimeert verzet.

In een democratie kan je demonstreren of op andere manieren actie voeren. Naarmate je meer de openbare orde verstoort, illegale acties voert of uitspraken van rechters negeert kunnen acties meer media-aandacht opleveren en loop je meer persoonlijk risico. Van een nat pak door een waterkanon of klappen met een gummiknuppel tot boetes of zelfs celstraf. Het kunnen dus best stoere afwegingen zijn die activisten in een democratie maken, maar zolang zij zich beschermd weten door het recht is het geen verzet.

maandag 24 februari 2025

Van Dijk, In het spoor van Hadewijch

Door mijn doopnaam voel ik mij van kindsafaan verwant met Hadewijch. Ik meende zelfs haar gedichten een beetje te begrijpen en als puber voelde ik de betekenis van orewoet of oerewoet. Mijn godsbeleving is op haar mystiek geent. Eigenlijk was Hadewijch een beetje van mij.


Daarom voelde ik vooral verontwaardiging toen Fraeters, Willaert en Grijp in 2009 haar 'liederen' uitbrachten en ik vond de muziek vooral niet mooi. Ook bij de eerste bladzijden van Van Dijks boek moest ik een jaloerse neiging onderdrukken. Maar uiteindelijk heb ik vooral veel geleerd van de behandeling van al die onderzoekers, vertalers en kunstenaars die allemaal hebben geprobeerd Hadewijchs teksten te interpreteren. Wat een rijkdom!
Ik ben Annette van Dijk dankbaar voor deze veelkleurige blik die ze me op Hadewijch heeft gegeven.


Ik begrijp nu ook dat die rijkdom niet alleen voortkomt uit haar literaire en mystieke kwaliteiten, maar ook uit het feit dat er absoluut niks over de historische Hadewijch bekend is. Alles wat we over haar weten komt uit haar teksten. Dat blijkt een betere basis voor haar tijdloze roem dan getuigenissen of feiten over de mens die ze geweest moet zijn.
Daarom is wat mij betreft het mooiste gedicht over haar dat van Hans C. ten Berge:

Amstelstation 7.1.76/9.15 uur

Je hebt me in de trein opnieuw getroffen

er is geen beeld, er staat een scherm
van woorden
dat je aan het oog onttrekt

hoewel door jou gewekt en twintig jaar
geschaduwd
wist je altijd ongezien te blijven

men mocht niets meer van je weten
dan je in je brieven schreef
'Ik ben geschonden
en gebeten
maar ik leef'

je schreef
'Het sap
zal spoedig door de takken stromen'

jij overheilig wijf
je bent in alles
wat ik schrijf aanwezig

steeds het galgenaas van godgeleerden
kreeg je soms gestalte,
nooit een lijf

veel besproken en toch
onbeschreven ben je
slechts als tekstlichaam intact gebleven

men las liefde en seizoenen af
aan je gegroefde huidstructuur

winter duurde eeuwen;
kou vrat je niet aan

wat strijd om het bestaan was
werd de kunst van overleven

nog zijn de tijden guur en wij
al voor de oerschreeuw aangetast

nu ik je aanraak met mijn ogen
zie ik weer
de glans van donker woordglazuur

zondag 16 februari 2025

Democratie verdedigen

Hoe kan democratie worden beschermd tegen populisme? Hoe verdedigt een pacifist wat hem lief is?
Gandhi, Mandela, King overwonnen mede dankzij de morele verontwaardiging en de druk vanuit de buitenwereld. Influencers in een tijd dat er nog geen algoritmen waren die het publiek de konijnenholen in joegen. Russen hebben nog nooit van Navalny gehoord, Chinezen weten niet wat er op het Tiananmenplein is gebeurd. Hoe maak je democratische opinies zonder in demagogie te vervallen?


Het begint bij het uitleggen hoe populisme democratie bedreigt. Dat democratie nadrukkelijk niet de macht van de meerderheid is samen leven in plaats van tegen elkaar vechten. Dat elke macht, zelfs die van het volk, begrensd moet zijn omdat er alleen vrijheid is waar geen overmacht is. En misschien ook wel dat democratie een kwestie van eigenbelang is, zelfs voor wie vandaag bij de meerderheid hoort. Het is een gevaarlijke wereld als je alleen maar telt zolang je op je plaats blijft.

zondag 9 februari 2025

Katholiek

Na afloop van de heerlijke film Conclave praten we na over onze katholieke achtergrond, geloof en moraliteit. We denken allebei dat de mensheid een pest voor de aarde is maar dat mensen onschuldig zijn. En is er 'iets' na de dood? Ik geloof dat de tijdsdimensie niet de relevante dimensie is. Ons zelfbesef is verbonden met ons lichaam - geen lijf, geen ik. De hel kan er alleen maar zijn zolang er een zelf is om oordeel en straf te ervaren, alleen bij leven. Geen eeuwigheid, maar wel oneindigheid: we maken deel uit van alles, van wat volgens mij Spinoza met Natuur aanduidde en hindoes met ohm. In de natuurlijke cyclus waarin nieuwe lichamen groeien op de gestorven lichamen van voorgangers en sterven om bodem te bieden voor nieuwe bloei is het zelf wel begrensd in tijd en plaats, maar de natuur niet.
Als je je bewust bent van het feit dat je deel uitmaakt van alles is goed leven bijdragen aan alles. Wil je voortleven, iets nalaten, dan zal je groei en bloei moeten helpen. Liefde geven. Alles en iedereen op ieders hoogstindividuele unieke eigen manier.

zondag 2 februari 2025

Democratie versus rechtsstaat

Ik begrijp niet zo goed waarom meneer Corstens (NRC 29-1) democratie en rechtsstaat als een tegenstelling probeert voor te stellen, en het begrip democratie beperkt tot een kwestie van stemrecht. Democratie gaat ook over gelijkheid. Ongeacht opleidingsniveau, inkomen, etniciteit, geslacht enz. enz. heeft ieder mens recht op eenzelfde stem. Dat vraagt om rechtsstatelijke bescherming tegen discriminatie en het borgen van mensenrechten. Democratie gaat ook over vrije meningsvorming en over controle en verantwoording en daarvoor zijn onder meer politieke rechten nodig, persvrijheid, gewetensvrijheid en neutrale rechtspraak.


Democratie en rechtsstaat zijn twee verschillende kanten van eenzelfde medaille, geen strijdige waarden.

maandag 27 januari 2025

Politieke ondermijning van democratisch ethos

In een prachtig essay over burgers, burgerschap en de overheid (Marloes Honingh, Henk den Uijl, Teun Toonen, Jessie Samwel, 'De mensen in het land') staat een paragraaf die ik graag integraal overneem, omdat het zo raak is:

"De politiek roept op tot een versterking van democratisch burgerschap. Dat heeft ook te maken met een houding, een democratisch ethos: gaan we in de samenleving fatsoenlijk met elkaar om? Kunnen we elkaar accepteren en op z’n minst tolereren? Hoe kijken we naar mensen die anders zijn of denken? Op welke wijze overbruggen we verschillen? Vertrouwen we de ‘zachte instituties’ van politiek, recht en journalistiek? Zijn we solidair, kunnen en willen we minderheden beschermen? In welke mate accepteren we pluraliteit? Kunnen we ons, anders gezegd, een gemeenschap inbeelden, ondanks de verschillen?

Het is een hard gelag dat juist de politieke arena van de Tweede Kamer tekortschiet op dit democratisch ethos. Politici luisteren amper naar elkaar, beschuldigen elkaar ongefundeerd van gebrek aan integriteit, zitten permanent op hun mobieltjes, schelden elkaar uit, gebruiken schuttingtaal, of roepen vijandbeelden op. Deze verharde omgangsvormen in de landelijke politiek sijpelen ook door naar de Provinciale Staten en gemeenteraden (Kuipers et al., 2024). Zowel de politieke flanken als middenpartijen maken zich hier schuldig aan. De flanken polariseren, en het midden moraliseert (Schulz et al, 2022). De één ondermijnt burgerschap door voor bepaalde groepen burgers rechten te ondermijnen, terwijl een ander burgerschap ondermijnt door te doen alsof er geen alternatieven zijn, alsof beleid alleen maar voor experts is, of voor mensen met de ‘juiste’ morele overtuiging. In beide gevallen wordt de politieke tegenstander buiten de politieke orde geplaatst, terwijl de basisaanname van politiek nu juist is dat er strijd is voor zover we onze tegenstander zien als een legitieme politieke speler (cf. Mouffe, 2013). Daarmee is het idee juist dat het niet de bedoeling is om de tegenstander te dehumaniseren, opdat er een inhoudelijk gesprek gevoerd kan worden tussen andersdenkenden.

Hierbij is ook relevant dat een dominante stroming in de politiek zegt ‘problemen van de mensen’ op te lossen. Politiek en samenleving vallen in deze opvatting samen; de volksvertegenwoordigers weten wat de volkswil is. De Franse denker Claude Lefort heeft scherpzinnig opgemerkt dat de samenleving door dit type ideologie uiteindelijk vernietigd wordt. Voor democratie en burgerschap is nodig dat de samenleving altijd groter, ongrijpbaarder is dan de politiek zich voor kan stellen (Lefort, 2016).

Het is niet verwonderlijk dat als dé institutie waar het publieke debat vorm zou moeten krijgen het verkeerde voorbeeld geeft, dit afslaat op de gehele samenleving. Hoe kan burgerschap worden versterkt als er op de plek waar burgerschap verbeeld wordt, het parlement, de staten en de raden, maar nauwelijks sprake is van burgerlijk fatsoen? De overheid kan moeilijk verwachten van burgers dat zij de publieke ruimte voor burgerschap op een democratische manier invullen, als ze daar zelf niet het goede voorbeeld van geeft. Dit vormt dan ook de tweede barrière om democratisch burgerschap te versterken. Burgerschap kan niet floreren in een land waar de volksvertegenwoordiging zich gedraagt zonder waardigheid, ernst en wellevendheid (Huizinga, 1935)."

vrijdag 24 januari 2025

Ambtelijke loyaliteit

In landen waarin de democratische rechtsstaat bedreigd wordt door gekozen politici worstelen ambtenaren met hun rol. Enerzijds zijn politieke neutraliteit en loyaliteit aan het bestuur van het ambtelijk apparaat cruciaal voor het functioneren van een democratie. Ambtenaren hebben geen politiek mandaat en ze leggen geen verantwoording af aan een volksvertegenwoordiging. Het systeem zit zo in elkaar dat ambtenaren altijd ondergeschikt zijn aan een verantwoordelijk politicus, die gecontroleerd wordt door een democratisch orgaan.

Anderzijds heeft ‘de vierde macht’ een eigen perspectief gebaseerd op deskundigheid en recht. Ambtelijk vakmanschap is onder meer het bestuur binnen de kaders van de democratische rechtsstaat optimaal ondersteunen met het uitvoeren van hun regerings/bestuursprogramma.

De kaders van de democratische rechtsstaat zijn niet heel éénduidig, deels doordat kenmerken en voorwaarden van de democratische rechtsstaat vaak innerlijk strijdig zijn en deels doordat veel aspecten van de democratische rechtsstaat gradueel zijn: het kan meer of minder zonder dat het meteen het einde van de rechtsstaat betekent. Verschillen tussen staten die alom worden gezien als democratische rechtsstaten zijn historisch-cultureel en politiek bepaald en laten zien dat ‘grenzen’ en ‘kaders’ van de democratische rechtsstaat geen grenzen of kaders zijn maar interpretaties, dilemma’s en afwegingen.

Ondanks het politieke primaat hebben de rechterlijke macht, de wetenschap en ook de ambtenarij een zelfstandige rol in het vaststellen hoe en wanneer de grenzen van de democratische rechtsstaat echt overschreden worden. Als zij ondermijning van de democratische rechtsstaat vaststellen, moeten ambtenaren hun eigen positie bepalen. De vraag is hoe ze hun integriteit, neutraliteit en professionaliteit behouden in een autocratisch(er) systeem.

Socioloog Jaime Lee Kucinskas onderzocht hoe federale ambtenaren omgingen met de eerste periode dat Trump president was. Ze waarschuwt dat ambtenaren zich altijd moeten voorbereiden op ondermijning van de democratie en dat het verstandig is om dat collectief te doen. Er zijn lessen te leren uit haar onderzoek, maar ook uit de ervaringen van Europese overheden onder nazibezetting en bijvoorbeeld de ontwikkeling naar een steeds autocratischer systeem in Rusland. Ambtenarenvakbonden, beroepsverenigingen, onderwijsinstellingen en dergelijke kunnen gezamenlijk de weerbaarheid van het ambtelijk apparaat verbeteren door met elkaar te bepalen welke vormen van verzet tegen democratie-ondermijnend bestuur legitiem zijn.

Het is al enige tijd bekend dat de moderne ondermijning van democratie en recht meestal geleidelijk gebeurt en niet met een revolutionaire omwenteling waarbij de macht in één klap verschuift van democratisch naar autocratisch bestuur / dictatuur. Populistische partijen gaan doorgaans (mee)regeren op basis van een kiezersmandaat waardoor het enkele feit dat ze aan de macht komen nog niet het einde van de democratische rechtsstaat betekent. Wel proberen ze op allerlei manieren zowel ‘van binnenuit’ (met wetgeving, beleid, benoemingen) als buiten het systeem om (media, buitenparlementaire bijeenkomsten, intimidatie, corruptie) het staatsbestel naar hun hand te zetten.

Kucinskas stelt een ontwikkeling naar autoritarisme vast in Trumps eerste termijn:

  •           Terugtrekkende overheid (schrappen van wetten en regels)
  • Geen steun voor democratie in het buitenlandbeleid
  • Verontachtzaming van democratisch decorum, democratische normen, checks and balances in het publieke domein
  • Schrappen van bescherming van ambtenaren; omzeilen van professionele ambtenaren door inzet van externen
  • Aanvallen van tegenstanders als vijanden
  • Nadruk op gehoorzaamheid

Daar tegenover staat de ethiek waardoor ambtenaren zich laten leiden:

1.   Waarden van overheid en democratie

a.       Socialisatie

b.       Ambtenarenrecht

c.       Eed/belofte

2.   Professionele waarden

a.       Missie en geschiedenis van publieke organisaties

b.       Professionele expertise

c.       Maar ook: hierarchie en verticale verantwoording

3. Waarden in directe werkomgeving

a.       Leidinggevenden

b.       Functie, professionele rol

c.       Cultuur in de werkeenheid

In deze dynamiek raken ambtenaren gevangen in wat zij loyaliteitsvallen noemt:


En zo ontstaat er een vicieuze cirkel van politisering en neergang van de overheid:


Ambtenaren die zich in de val voelen kunnen hier op allerlei manieren reageren:

  •           Door zich aan het nieuwe bestuur aan te passen (en al dan niet scherp onderscheid te maken tussen hun professionele en hun privé ‘zelf’)
  • door opdrachten te negeren of er zo min mogelijk voor werken
  • Door ontslag te nemen
  • Door actie te voeren, hetzij als ambtenaar hetzij als privépersoon/burger buiten het werk
  • Door zich uit te spreken, kritisch te adviseren, buiten de overheid waarschuwen (voice). Dat kan door informatie te lekken maar de meeste ambtenaren vinden dat onprofessioneel. Routes die wèl ondersteund worden lopen via parlementaire kanalen, of toezichthouders.

Terwijl Nederlanders als historische les getrokken hebben dat níet ontslag nemen een vorm van collaboratie kan worden, roept Kucinskas nadrukkelijk op om geen ontslag te nemen. Wel hebben ambtenaren gemeenschappelijke handelingsperspectieven en normen nodig om te weten hoe ze zich in welke situatie het beste op kunnen stellen om de democratische rechtsstaat te dienen.

maandag 20 januari 2025

In dienst van negen premiers; De dagboeken van jhr. mr. A.J.M. van Nispen tot Pannerden 1946-1972

Ik was verguld met het kado maar toen een snelle blik in het personenregister uitwees dat oom René er niet in wordt genoemd dacht ik dat het tegen zou vallen. Toch was ik al lang enthousiast voordat Van Nispen eindigt waar mijn loopbaan begon: 28 november 1970 "Mijn voorstel om over te gaan tot instelling van een wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid had een goede ontvangst. Ik ben benieuwd hoe dit geesteskind van me zal groeien."
Zijn geesteskinderen hebben het goed gemaakt. Fascinerend om de lange lijn, de continuiteit en ontwikkeling te lezen waarin ik niet alleen de huidige Rijksdienst herken maar ook plaatsen en mensen tegenkom die ik gekend heb, soms ontmoet heb. Zo vreselijk ver weg in de geschiedenis zijn de gebeurtenissen dus niet en met zijn typische schrijfstijl brengt Van Nispen ook politici als Drees, Cals, Schmelzer en De Quay dichterbij (en daarmee toch ook oom René, gelukkig).

Van Nispen had een achtergrond, vak en positie waar ik geen enkele relatie mee heb. Maar zijn observaties herken ik des te meer. Ze gaan onder meer over besturen in een democratie, over de organisatie van de Rijksdienst en over ambtelijk vakmanschap en ambtelijk-politieke verhoudingen natuurlijk.

9 augustus 1952 "Logemann: als mij een ding als kamerlid tegen is gevallen dan wel het constructieve discussiëren in de afdelingen. In feite deponeert ieder daar zijn boodschap." en 26 februari 1954 "Het gaat veelal zo: één deskundige heeft een standpunt - de fractie stemt er over - daarna kan de regering praten als Brugman - men stemt zoals afgesproken."
26 november 1966 "Ik betoogde van mijn kant dat in de democratie veel oog bestaat voor de kant van de zaak van de controle en inspraak met de mogelijkheid neen te zeggen, maar dat de bestuurlijke kant en met jazeggen zo zwak dreigen te worden dat de democratie niet meer vruchten voor allen in zo rijke mate oplevert dat men daaraan het goede van het stelsel erkent." Veertig jaar voordat Rosanvallon zijn contre-démocratie schreef!

Ik lees als een terechtwijzing van het hedendaagse kabinet-Schoof en de coalitiepartijen 7 februari 1967 "Zijlstra vond het van het kabinet-Marijnen en het kabinet-Cals fout, dat zij met de achterban te veel overleg pleegden. Hij herinnerde aan de opvattingen van de heer Drees die zowel tijdens de formatie als gedurende de rit het contact met de fractievoorzitters zoveel mogelijk beperkte. Drees was op praktische gronden geporteerd voor een dualisme in ons staatsbestel van enerzijds Staten-Generaal, anderzijds de regering, omdat de Staten-Generaal in vele opvattingen verdeeld, niet in staat is tot discussie te komen in het tempo en de mate waarin deze tijd dat vereist. Er moet daarnaast een club zijn zoals de regering die, niet aan handen en voeten gebonden door de fracties, deze besluitvaardigheid wel kan opleveren. Zijlstra meende, dat de fractievoorzitters ook niet meer de problematiek kunnen overzien, noch waar kunnen maken hetgeen zij namens de fractie bij een formatie hebben toegezegd."

Iets minder gaat het over inrichting en werking van de Rijksdienst, al blijkt uit de aantekeningen wel dat Van Nispen veel werk op dat gebied verzette.

14 november 1953 "De werklust is voor efficiency van de grootste waarde. Men beginne dus bij de man. Een organisatie moet zo eenvoudig en simpel mogelijk zijn. Men overtuige meer dan men oplegt. Schakel de werkers bij de organisatieverbetering in. Ga niet op systeem B over als A niet slechter is."

zaterdag 18 januari 2025

Samenleving en schaarste

Er zijn twee strategieen voor samenlevende mensen om te overleven onder condities van schaarste. De ene gebaseerd op vertrouwen en de andere gebaseerd op angst. Wie uitgaat van wantrouwen, angst voor anderen, probeert zo machtig mogelijk te zijn. Daar zijn repressie en slim belonen voor nodig. Met slimme verdeel-en-heerspolitiek lukt het om sommigen met beloningen aan je te binden en hen te gebruiken om de rest te onderdrukken. Het voedt wel het wantrouwen want de onderworpenen zullen kansen om zelf de macht te grijpen niet laten liggen. Machthebbers zullen de verdeling en repressie, wel moeten opvoeren om zich in een omgeving van toenemende angst staande te kunnen houden.

Een strategie gebaseerd op vertrouwen heeft instituties nodig die neutraal, los van individuele personen, schaarse zaken helpen verdelen. Als dat werkt neemt het vertrouwen toe en dat verstevigt die instituties weer. Maar het werkt niet meer als instituties met macht van specifieke personen of groepen worden vereenzelvigd, omdat mensen dan gaan geloven dat er eigenlijk geen sprake is van recht maar van macht. Dat het er voor je vrijheid en veiligheid toe doet of je bij de elite van machthebbers hoort of niet.

Ik weet niet of de antidemocratische, antirechtsstatelijke machthebbers van nu bang zijn of alleen de angst onder hun aanhang aanwakkeren om hun eigen macht te vergroten. Ik denk wel dat ik een beetje begin te begrijpen waar het wantrouwen in die aanhang vandaan komt. De instituties zijn steeds minder betrouwbaar geworden. Bovendien zijn samenlevingen gefragmenteerd in subgroepen die elkaar niet begrijpen. Dat veroorzaakt wantrouwen, het ongeloof dat een ander het goede voor heeft.

zaterdag 4 januari 2025

Bescherming door de sterke arm der wet

 Strafrecht is geen beleidsinstrument. Preventieve detentie is een flagrante schending van fundamentele rechten. Proportionaliteit is een belangrijk rechtsbeginsel. En zonder rechtsstaat is er geen vrijheid.
Waarheden als koeien, maar dat neemt de dilemma's niet weg. We willen zowel vrijheid als veiligheid en dat onder voorwaarde van gelijkheid, dus vrijheid en veiligheid voor iedereen. De staat is er in de allereerste plaats om ons te beschermen. De staat moet bescherming bieden tegen vijandelijke mogendheden, tegen criminaliteit, tegen machtsmisbruik. Bescherming moet worden geboden aan onschuldigen tegen diegenen die kwaad in de zin hebben.
Het levert een enorm dilemma op als je individuen aan kan wijzen die evident iets slechts van plan zijn. A la Minority report ligt het voor de hand om dat soort types tegen te houden, als het moet door ze op te sluiten.

De rechtsstatelijke oplossing van het dilemma is goed bestuur en goed beleid - gebruik alle kennis over gedrag en over veiligheidsrisico's om de samenleving te beschermen met normen en regels. Restrisico's zijn er altijd, zowel in een goed functionerende rechtsstaat als in een wereld waarin overheden zich niet aan de wet hoeft te houden onder het mom van "nood breekt wet". Maar in elk individueel geval is dat toch lastig uit te leggen. Dìt ene slachtoffer zou niks zijn overkomen als daders op tijd waren 'gepakt'. Je hebt niks aan algemene, theoretische koeiewaarheden als het om de reele dagelijkse ervaring van mensen gaat. Als Michael Panhuis minder vrijheid had gehad zou Anne Faber nog hebben geleefd. Als de neven die werden betrapt met een busje vol materiaal om een aanslag te gaan plegen langer waren vastgehouden zou de Tarwekamp misschien niet ontploft zijn. Als de regels rond vuurwerk waren gehandhaafd zou de ramp in Enschede niet zijn gebeurd.

Het is niet te verteren als je je met kennis achteraf realiseert dat een drama voorkomen had kunnen worden door staatsmacht te gebruiken. En toch weet ik heel zeker dat we collectief nog veel meer veiligheid en vrijheid inleveren als we het recht niet meer altijd serieus nemen. Als macht voor recht gaat kan iedereen er van verdacht worden kwaad in de zin te hebben, en op basis van zo'n verdenking z'n rechten in moeten leveren. Dat levert uiteindelijk meer slachtoffers op dan het laten lopen van potentiele moordenaars.