dinsdag 8 juli 2025

Asielnoodmaatregelenwet

‘Streng’ associeer je niet direct met immoreel, rechtsstaatondermijnend, een herhaling van de fascistische geschiedenis. Achter ‘streng’ komt vaak meteen ‘doch rechtvaardig’. Een leraar of een rechter is streng.

Een asielnoodmaatregelenwet is vals en gevaarlijk, wreed en immoreel, om heel veel redenen. Het gaat echt niet om een pannetje soep, het gaat om het helpen van onderduikers en het beschermen van mensen tegen ziekte en honger, mishandeling, gevangenschap en moord. Mijn sociaal-katholieke moeder heeft haar hele leven illegalen in huis opgevangen omdat ze haar steentje bij wilde dragen aan een betere wereld. Zij kon (en wilde) niet beoordelen of die mensen juridisch recht op een vluchtelingenstatus hadden, ze wilde mensen in nood die een beroep op haar deden de deur niet wijzen. Ik heb er van geleerd dat je toch iets kan doen als de wereldproblemen wanhopig groot lijken.

Maar goed, het strafbaar stellen van illegaliteit – van het in Nederland zijn zonder de juiste papieren – leidt natuurlijk tot racistische handhaving. Mijn witte Australische vriend die al jaren zes maanden per jaar in Nederland woont op een visumvrijstelling is nog nooit naar z’n papieren gevraagd. Terecht overigens want hij heeft goeie redenen om hier te wonen, draagt bij aan onze economie en samenleving en kost de Nederlandse belastingbetaler helemaal niks. Maar dat terzijde.

Illegaliteit strafbaar maken terwijl je tegelijk helemaal niks doet aan het voorkómen dat mensen naar Nederland proberen te komen is alsof je mensen uit Gaza wegjaagt maar wel de uitgang blokkeert. En het leidt dus tot strafbaarheid van hulpverlening, door mensen die onderduikers helpen ‘medeplichtig’ te verklaren.

Het stomme is dat de discussie over de strafbaarheid het zicht wegneemt op de talloze andere problemen in de asielwet. Het begint natuurlijk met het idee van een ‘nood’wet, alsof er een noodtoestand is waarbij de beschuldigende vinger naar de vluchtelingen zelf wordt gewezen, de mensen die slachtoffer zijn en die volkomen natuurlijk een veilig heenkomen zoeken. De noodtoestand wordt gefabriceerd door jarenlang waardeloos opvang- en inburgeringsbeleid. Er is overlast voor nou net die Nederlanders die toch al weinig mogelijkheden hebben zich aan maatschappelijke problemen te onttrekken. Overlast wordt vooral door arbeidsmigranten uit Oost-Europa veroorzaakt en door overvolle studentenhuizen, en voor zover asielzoekers overlast veroorzaken zou daar met goede begeleiding en onderwijs en werk iets aan gedaan kunnen worden.

De wet veroorzaakt zoals bekend ook nog eens gigantische overregulering, uitvoeringsproblemen en knelpunten door inconsistent beleid, in een tijd dat alle politieke partijen de mond vol hebben van vereenvoudiging van regelgeving en verkleining van de overheid. En het veroorzaakt enorm veel leed en onzekerheid met alle maatschappelijke gevolgen van dien: in plaats van het benutten van de talenten van asielzoekers duwen we ze liever de psychiatrie en de criminaliteit in.

Een extreem-rechtse libertaire kennis betoogde ooit dat deugmensen die het nodig vinden om vluchtelingen op te vangen daar dan ook zelf maar voor op moeten draaien. Neem zelf een asielzoeker in huis, vond hij. Dat wordt nu dan dus strafbaar, als zo’n asielzoeker door de IND is afgewezen maar nergens heen kan.

Tenslotte is de wet ondermijnend voor zowel de democratie als de rechtsstaat. Een onuitvoerbare en immorele wet aannemen en dan zeggen dat je bij voorbaat niet wil dat ie wordt gehandhaafd is natuurlijk bijzonder kwalijk in een rechtsstaat, waar wetgeving bijzonder serieus moet worden genomen. Historisch besef was één van de verdedigingslinies van de rechtsstaat en dat is rond de asielwet ook al volledig afwezig. We doorlopen collectief dezelfde stappen als die in de jaren twintig en dertig tot fascisme hebben geleid.

Ondemocratisch is het om niet alleen een heel controversieel onderwerp snel even af te handelen, tegen de uitdrukkelijke wensen van een groot deel van de Kamer in, en dat in een periode dat een kabinet demissionair is en dus nauwelijks ter verantwoording geroepen kan worden. Het is ook niet erg democratisch om je gat af te vegen met een fatsoenlijke wetgevingsproces waarin advies van de Raad van State er toe doet. Om het allemaal echt ondraaglijk pijnlijk te maken staat de nationale politiek en de volksvertegenwoordiging weer bijzonder voor schut, met drie bewindspersonen rond asiel die alle drie kwijlen dat zij streng strenger strengst zijn, parlementariërs die hun eigen werk evident niet begrijpen en partijleiders die tegen elkaar op liegen en framen zodra het over asielzoekers gaat.

Deze wet is niet streng, het is wreed, gemeen en gevaarlijk.

vrijdag 4 juli 2025

Misbaar en vervangbaar en toch niet overbodig

Ik ben ambtenaar, in een adviserende staffunctie op het terrein van ‘kennis’ en ‘strategie’ bij een netwerkorganisatie zonder extern mandaat. Veel vager kan het niet. Ik ben onmisbaar noch onvervangbaar en het is vrijwel onmeetbaar wat mijn inspanningen opbrengen.

En toch geloof ik dat mijn werk zin heeft, dat de overheid een pietsie beter is doordat ik, of iemand anders zoals ik, er aan bijdraag, en dat dus Nederland er bij gebaat is dat ik mijn werk doe. En dan vind ik mijn baan ook nog leuk, bijna leuk genoeg om erg op een hobby te lijken. Wat het natuurlijk weer als volkomen nutteloos verdacht maakt.

Maar om de kwaliteit van de overheid te vergroten zijn er best veel ambtenaren zoals ik nodig. Mensen die kritisch mee- en tegendenken, die kennis en inzichten ‘van buiten naar binnen’ halen en in strategische noties vertalen, die mensen, organisaties en kennis aan elkaar koppelen door ze met elkaar in contact te brengen. Er zijn er veel zoals ik, en tegelijk functioneren die allemaal weer net ietsje anders. En we wisselen ook nog wel eens van baan. Daardoor komt er veel toeval bij kijken, bij de vraag waar onze meerwaarde in zit. En er zal best af en toe wat tijd of zelfs wat geld worden verspild. Maar als wij er niet waren zou de overheid een verzameling losse afdelingen, organisaties en individuen zijn waar niet wordt geleerd hoe het serieus beter moet en kan.

zondag 1 juni 2025

De vierde macht; Reflecties op een goede overheid

In mijn rekenkamertijd werd wel eens de vraag opgeworpen of beleid effectief kon zijn als de bestedingen niet rechtmatig waren gedaan. Dat vond ik een rare vraag want welk onrechtmatig effect zou een democratische overheid kunnen beogen? Achteraf gezien was het een voorbode van het neoliberale dilemma waar De Jongh in deze bundel naar verwijst: is de staat er om doelen te bereiken? Als dat je beeld is ligt het voor de hand dat je 'de markt' z'n werk laat doen want het prijsmechanisme leidt tot optimale afstemming van vraag en aanbod. Maar de verplaatsing van staatstaken naar markten maakt van burgers klanten. Klanten stellen eisen, die eisen kunnen door een overheid zonder gezag en zelfvertrouwen - markten doen het immers beter - niet worden ingewilligd, klanten stellen vast dat de overheid hen niet bedient en roepen dat die nalatige overheid beter naar hen moet 'luisteren', wat een nette manier is om te zeggen dat de overheid hun wensen in moet willigen. Democratie verwordt door die logica tot plebisciet waarbij het niet meer gaat om het al delibererend bereiken van consensus over het algemeen belang. Leiders worden volgers en politiek is niet meer dan (deel)belangenbehartiging waarin het recht van de sterkste geldt. Instituties die niet 'leveren' wat de meerderheid eist zijn kennelijk incapabel of corrupt.
De auteurs van de bundel zijn het er over eens dat democratie gebaseerd is op solidariteit en morele betrokkenheid. Noties als duurzaamheid, rechtvaardigheid of gelijkheid zijn geen doelen maar voorwaarden voor het uitoefenen van macht. Om zulke voorwaarden 'hard' te maken zijn er instituties nodig die de rechtsstaat maken - Luyten heeft het over de 'regelgestuurde staat' in plaats van de doelgerichte staat. Als alle burgers, meerderheden en minderheden, politiek gelijkwaardig zijn dan is het algemeen belang, de doelen die de staat nastreeft, nooit iets wat als een gegeven vaststaat. Keer op keer, bij verkiezingen, adviezen, debatten, overleggen en stemmingen, wordt opnieuw bepaald wat het algemeen belang is. Het is immers algemeen en niet een digitaal, technocratisch, buiten deliberatie om, vast te stellen grootheid. Algemeen betekent dat het iedereen aangaat, niet alleen een meerderheid.

Dat heeft belangrijke implicaties voor ambtenaren en de vraag wat een goede ambtenaar is. De bundel heeft betrekking op de publieke verhoudingen, als een soort ingewikkelde iq-test opgave:  staat : politiek : overheid : samenleving : ambtelijk apparaat : rechtsstaat : democratie. Hoe moet een ambtenaar zich opstellen ten opzichte van politiek, ten opzichte van beleid, en ten opzichte van wet en regel? Aan wat of wie dient een ambtenaar loyaal te zijn?

Het is een oud vraagstuk waarin nog niemand de plaats van Max Weber heeft ingenomen. Een ambtenaar moet politiek neutraal en loyaal aan diegenen die politiek verantwoordelijk zijn zo goed mogelijk uitvoering geven aan politieke besluiten. De mitsen en maren worden alleen, mede door decennia van neoliberalisme, steeds lastiger te negeren. Oplossingen van het dilemma van de ambtenaar die loyaal aan populistische politiek meewerkt aan het ondergraven van rechtsstaat en democratie worden in dit boekje gezocht in ambtelijke deskundigheid en in ambtseed en ethische programma's in een gerichtheid op 'de bedoeling', 'het algemeen belang' of 'publieke waarden'. Wat pas een oplossing kan zijn als iedereen het er over eens is wat de bedoeling dan is - als er echte democratie is kortom.

Dat is zeker in dit gesprek niet het geval. Boudewijn wijst er op dat het denken over ambtelijke deugden en publieke verhoudingen volkomen geprofessionaliseerd is. Gewone burgers praten niet mee, niet met elkaar, over wat publiek goed en wenselijk is. Het is de vraag of in bubbels levende consumenten nog wel burgers zijn. En zonder verantwoordelijk burgerschap kan er geen democratie zijn.



zaterdag 31 mei 2025

Helmverbod

Ik fiets heel graag. Ik geniet van de buitenlucht van het woon-werk-fietsen. Van het gemak van m'n fietstassen bij het winkelen. Van de vrijheid van het hard van niks-naar-nergens-fietsen. Alleen kan ik sinds de opkomst van fatcars en e(bak)fietsen niet meer ongelimiteerd genieten van de fantastische geasfalteerde paden, uitstekende richtingbordjes en gratis veerpontjes door het hele land. Voortdurend mopperend baan ik me een weg langs trage kuddes ouderen, blokkerende bakfietsen en breed geparkeerde bouwvakkers. Voortdurend kom je brommers tegen op fietspaden waar geen brommers mogen; spookrijdende fietsers; fietsers die hun hand niet uitsteken en dan toch plotseling, zonder om te kijken, afslaan; plotseling naar links zwenkende fietsers; mensen die geen voorrang geven waar ik toch echt van rechts kom op een gelijkwaardige kruising; fietsende en brommende telefoonverslaafden; mensen die een blinde bocht strak links nemen en dan tegen mij schelden als we elkaar daar in volle vaart tegen komen.
Minstens eens per dag maak ik een bijna-ongeluk mee en af en toe ga ik daadwerkelijk onderuit. Meestal blijft de schade beperkt tot wat bloederige schrammen, een kapotte broek en een kras op m'n fiets. Een enkele keer kost het me een dure reparatie.
De veroorzaker is vrijwel zonder uitzondering iemand met een helm op, of een ouder met gehelmde kinderen in de bakfiets. Ik stel dan ook voor om helmen te verbieden.

donderdag 29 mei 2025

Publieke opinie

Democratische controle functioneert bij de gratie van een publieke opinie. De publieke opinie houdt volksvertegenwoordigers bij de les, al was het maar omdat zij herkozen willen worden. De publieke opinie wordt gevoed en gevormd door goeie informatie, door begrip en steun voor de grondbeginselen van de democratische rechtsstaat, en dus door goed onderwijs. Dankzij onderwijs begrijpen burgers aard en belang van democratie en recht, snappen ze wat er voor een vrije en welvarende samenleving nodig is en hebben ze genoeg kennis en kritisch vermogen om informatie te kunnen duiden. En dankzij onderwijs kunnen mensen burgers worden en ontstaat er een samenleving.
Tenzij de maatschappij niet langer het equivalent is van de samenleving, maar gefragmenteerd is in een bubbels die gebaseerd zijn op identiteit en het zich onderscheiden van anderen.
Zelfs in de verzuilde samenleving van weleer deelden Nederlanders een beeld van fatsoenlijke omgangsvormen, van kennis en feiten en wie dat met gezag produceerde, en van een democratie. Ongetwijfeld waren er politieke en identiteitstegenstellingen en een leider kon gezag hebben in de ene zuil en verketterd worden in de andere, net als nu. Maar de instituties van de rechtsstaat werden wel gesteund en dat is steeds minder het geval.

Als we een democratische publieke opinie willen moeten we bubbels doorprikken. Niet toestaan dat kinderen en volwassenen iedereen buiten hun eigen groep als vijand beschouwt doordat voortdurend verontwaardiging, minachting en angst aangewakkerd worden met nepnieuws en desinformatie die maximaal verspreid worden voor winst of ondermijning. Het internet en AI moeten verantwoord worden terugontwikkeld naar technologieën waar de wereld beter van wordt.

zondag 18 mei 2025

Rode lijn

Toen het Amerikaanse 'black lives matter' in Nederland werd overgenomen stoorde me dat. Er is racisme in Nederland maar zwarten hoeven hier niet op dezelfde manier voor hun leven te vrezen als Amerikanen.
De enorme onrust en voortdurende aandacht voor alles Trump stoort me, omdat het afleidt van de ondermijning van de democratische rechtsstaat in eigen land.
En ik ben de straat niet opgegaan tegen de decennia oude apartheid en koloniale repressie door Israel, vooral omdat er heel veel repressie, discriminatie en onrecht in de wereld voorkomen, tot aan etnische zuiveringen aan toe, en ik liever mijn democratische stem gebruik om op een partij te stemmen die daar internationaal diplomatieke actie tegen onderneemt, terwijl het internationale beleid ook altijd een dosis cynisme zal bevatten vanwege handels- en veiligheidsbelangen. Demonstreren tegen foute buitenlanden lijkt mij vooral een uitdrukking van m'n eigen deugdzaamheid en niet zozeer een actie om iets te bereiken. Hooguit is het een vorm van solidariteit die troost zou kunnen bieden.

Maar inmiddels kijk ik er anders tegenaan en zal ik meedoen met de rode lijn die we trekken. De Nederlandse regering is medeplichtig aan de uitroeiing van Palestijnen en de vernietiging van Palestina die al een halve eeuw aan de gang zijn en na 7 oktober ook expliciet beleid werden van de extreem-rechtse regering van Israel. Terwijl Den Haag een bijzondere verantwoordelijkheid, en belang, heeft bij het internationaal recht, wordt het hoofd afgewend van oorlogsmisdaden, misdaden tegen mensheid en menselijkheid, collectieve straffen, illegitieme detentie, martelingen en plunderingen. Om over de wereldwijde ondermijning van rechtsstatelijke waarden met (digitale) wapensystemen maar te zwijgen.

Dus naast het onbeschrijfelijke onrecht en leed van Palestijnen gaat alles wat het Israelische regime doet ons ook direct aan. Een Nederlandse regering moet zich daar luidkeels naleving van Israelisch, humanitair en internationaal recht eisen.

zondag 11 mei 2025

Koelemeijer, De redding

De notie dat iemand redden betekent iemand aan je verplichten, en dat dat allerlei moeilijke gevoelens met zich meebrengt in plaats van eenvoudige dankbaarheid, was ik al eens eerder tegen gekomen. In Shogun van Clavell geloof ik, bepaald een ander soort lectuur dan dit literair journalistieke verhaal. Toch moest ik er steeds aan denken. Door de geweldige manier waarop Koelemeijer de ervaring van beide vrouwen weergeeft kan ik me helemaal inleven in hun ongemak. Ze verweeft het ook nog eens met het wegkijken van omstanders onder het fascisme. Zo roept die ene gebeurtenis belangrijke vragen op, die volgens mij uiteindelijk neerkomen op ‘waarom ik?’.

maandag 21 april 2025

Twee koningen

Monarchie en democratie staan op gespannen voet. De macht kan niet tegelijk bij een koning en het volk liggen. Een koning kan ongecontroleerd, zonder verantwoording af te leggen, regeren, terwijl de essentie van democratie nou juist controle op de macht is. De spanning is opgelost door de regeringsmacht te verschuiven van koning naar ministerraad. De koning behoudt zijn onschendbaarheid maar verliest verantwoordelijkheid: zijn rol is voortaan ceremonieel, zonder macht.
Het stelsel kent sindsdien nieuwe rollen: de regering, gedragen door een parlementaire meerderheid, bestuurt het land en legt daarover verantwoording af. Het parlement, in z'n totaliteit, controleert het bestuur. Daartoe zijn er regels en afspraken: parlementaire minderheden hebben allerlei rechten zodat de Kamer zich min of meer als eenheid tegenover de ministers op kan stellen. Op die manier houden parlement en regering elkaar in balans.

Sinds het aantreden van het kabinet-Schoof is de regeringsmacht echter doorgeschoven naar het parlement. Niet de ministers regeren maar een parlementaire meerderheid. Daarmee zijn macht en controle van de macht in één instantie samen gekomen: de slager keurt zijn eigen vlees. Dat gaat niet alleen ten koste van serieuze controle, het gaat vooral ten koste van bestuur.

Na vorming van een regering die, op basis van afspraken over te voeren beleid, het vertrouwen van een Kamermeerderheid krijgt hebben Kamerleden weer ruimte voor hun verschillen van mening. Fr volksvertegenwoordiging is pluriform, de regering is één. Om het land te besturen moet er 'met één mond worden gesproken' anders krijg je inconsistent en onbetrouwbaar bestuur.

Dat is precies wat we nu in Nederland zien, nu de macht naar een Kamermeerderheid is verschoven. De vier coalitiefracties kunnen niet echt besturen omdat ze zich electoraal moeten profileren, ze vertegenwoordigen immers verschillende ideologieen en achterbannen. Tegelijk laten ze geen ruimte aan het parlement als instituut om haar controlerende rol te spelen want dan staan ze tegenover zichzelf.

Ondertussen is niet alleen de koning een ceremoniele figuur geworden die z'n rol gevonden heeft in de onomstreden, samenbindende kant van de staat. Ook de premier en andere ministers dragen geen verantwoordelijkheid meer. Ze nemen geen besluiten maar ze voeren ze uit. Daarmee zijn ze ambtenaar geworden die bovendien niets uit te voeren hebben zolang de coalitiepartijen geen uitvoerbare besluiten nemen. Schoof probeert er nog iets van te maken door ook lintjes door te knippen maar ja, dat deed de koning al.

maandag 31 maart 2025

Gideon Rachman, The age of the strongman; How the cult of the leader threatens democracy around the world

 Er circuleren inmiddels talloze boeken over populistische autocraten en voor mij is het het derde boek over het thema. En het beste, juist doordat het niet wetenschappelijk verantwoord is maar journalistiek. Het boek van Jos de Beus was nog niet helemaal af toen hij overleed en ik herkende zijn poging om een lijn te beschrijven door types als Berlusconi en Erdogan met elkaar te vergelijken. Maar de opsomming van nare premiers kwam toch wat willekeurig over en de beschrijvingen waren niet systematisch. Het boek van Hans Kribbe (The Strongmen; European encounters with sovereign power) vond ik een stuk leerzamer. Het was bedoeld als waarschuwing voor liberaal Europa om volgens de nieuwe spelregels te spelen of helemaal niet meer mee te doen.

Het boek van Rachman bestaat uit een aaneengeregen serie beschrijvingen van de verschillende sterke mannen, would be dictators in feite, waarmee ik als lezer een heel grondig beeld krijg van het type en ook een beetje van het appèl dat zulke types doen aan hun achterban. Het zijn zonder meer populisten en in het journalistieke verslag van hun greep naar de macht, het corrumperen van de constituties die oorspronkelijk hun positie bepaalden en hun optreden dat vroeger of later tot militair geweld tegen een externe of desnoods interne vijand leidt, zie je langzaam maar zeker vaste patronen terug. Rachman verwijst naar de kenmerken van populisme die Michael Reid onderscheidt: "First of all, it is a brand of politics in which a strong, charismatic leader purports to be a saviour, blurring the distinction between leader, government, party and state, and ignoring the need for the restraint of executive power through checks and balances. Second, populism has often involved redistribution of income and/or wealth in an unsustainable fashion."

Het zijn dezelfde patronen die we in Nederland al decennia bij Wilders zien: polariseren door haat te zaaien tegen groepen die niet bij 'het echte of eigen volk' mogen horen; het concept democratie vervormen tot 'de wil van de meerderheid' en daarna 'de wil van het echte volk' waardoor die gehate groepen uitgesloten worden als vijanden en verraders; het gezag van rechtsstatelijke instituties ondermijnen; en beleidsmatig nooit met echte oplossingen  maar altijd met beschuldigingen wijzen naar iedereen die politiek niet loyaal is aan de leider. Leiderschap gebaseerd op slachtofferschap en heldendom, kortom een sprookjesleiderschap in plaats van politiek leiderschap. De ambitie om politiek af te schaffen vanuit de logica dat conflicten er eigenlijk niet mogen zijn omdat de volkswil één is en door de leider vertolkt wordt. Uitingen die draaien om macht en verraad, haat en kwaadaardigheid en 'idealen' die altijd draaien om wij tegen zij, om winst ten koste van anderen.

Rachman beschrijft Putin als het archetype en laat daarna zien hoe Erdogan, Xi Jinping, Modi, Orban, Boris Johnson en Trump, Duterte, MBS en Netanyahu, Bolsonaro en Abiy Ahmed van hetzelfde laken een pak zijn. Het gaat hem niet zozeer om de vraag of, en hoe, zulke strongmen succes hebben en aan de macht blijven, maar om de acties en uitspraken waaraan je ze kan herkennen. Bijvoorbeeld "he followed a textbook pattern of strongman rule: he packed the Supreme Court, altered the electoral system in his favour, encouraged a cult of personality via rambling and bombastic appearances on television, and denounced independent critics as tools of hostile foreign powers." Het citaat heeft toevallig betrekking op Chavez maar elke andere naam van elke andere sterke man kan moeiteloos worden ingevuld.

Rachman hoopt dat the age of the strongman, die inmiddels alweer een decennium oud is, ook weer een keer afloopt. Sowieso hangt het hele systeem af van een persoon en personen zijn sterfelijk. Maar het spreekt bepaald niet vanzelf dat er na een dictator weer liberale democratie zal zijn.

zondag 30 maart 2025

Democratisch gezindte

Lastig aan democratie is dat je respect moet opbrengen voor mensen waar je het erg mee oneens bent. Dat is al lastig als je denkt dat ze het gewoon bij het verkeerde eind hebben, nog lastiger als ze de nadruk op andere waarden en belangen leggen dan jijzelf, maar helemaal ingewikkeld als je hun ideeen of voorkeuren volstrekt verwerpelijk vindt. Toch moet het, iedereen de ruimte gunnen om zijn opvattingen te beargumenteren zodat je met je eigen tegenwerpingen kan komen.

Totalitaire ideologieen zijn alomvattend, alles wordt met alles verbonden zodat je alleen nog maar de ene juiste denkwijze aanhangt, of een tegenstander bent. Twijfel of over verschillende onderwerpen anders denken dan de norm binnen het ideologisch kader worden niet gewaardeerd. Je dient je te conformeren aan de lijn van diegenen die weten hoe er gedacht moet worden en elke afwijking is een vorm van verraad.

Om een democratie te (onder)houden zit er niks anders op dan toch maar accepteren dat er mensen zijn die het niet met je eens zijn. Respect bestaat er uit dat je hen niet behandelt alsof ze dom of kwaadaardig zijn en dat je erkent dat ook zij democraten kunnen zijn. Op de tijdlijnen van 'sociale media' blijkt dat een enorm moeilijke opgave.

zaterdag 1 maart 2025

Demonstreren of verzet

Linkse en rechtse activisten beschouwen zichzelf als 'verzet' wat natuurlijk fijn klinkt naar de helden van de Tweede Wereldoorlog. Maar verzet is niet aan de orde in een democratie, tenzij je tegen de democratische rechtsstaat zelf bent. Verzet kan juist zo heldhaftig zijn omdat het gevaarlijk is, omdat het verzet tegen machthebbers is die illegaal geweld en repressie niet schuwen. Het feit dat machthebbers zich niet door wet of waarde laten tegenhouden, legitimeert verzet.

In een democratie kan je demonstreren of op andere manieren actie voeren. Naarmate je meer de openbare orde verstoort, illegale acties voert of uitspraken van rechters negeert kunnen acties meer media-aandacht opleveren en loop je meer persoonlijk risico. Van een nat pak door een waterkanon of klappen met een gummiknuppel tot boetes of zelfs celstraf. Het kunnen dus best stoere afwegingen zijn die activisten in een democratie maken, maar zolang zij zich beschermd weten door het recht is het geen verzet.

maandag 24 februari 2025

Van Dijk, In het spoor van Hadewijch

Door mijn doopnaam voel ik mij van kindsafaan verwant met Hadewijch. Ik meende zelfs haar gedichten een beetje te begrijpen en als puber voelde ik de betekenis van orewoet of oerewoet. Mijn godsbeleving is op haar mystiek geent. Eigenlijk was Hadewijch een beetje van mij.


Daarom voelde ik vooral verontwaardiging toen Fraeters, Willaert en Grijp in 2009 haar 'liederen' uitbrachten en ik vond de muziek vooral niet mooi. Ook bij de eerste bladzijden van Van Dijks boek moest ik een jaloerse neiging onderdrukken. Maar uiteindelijk heb ik vooral veel geleerd van de behandeling van al die onderzoekers, vertalers en kunstenaars die allemaal hebben geprobeerd Hadewijchs teksten te interpreteren. Wat een rijkdom!
Ik ben Annette van Dijk dankbaar voor deze veelkleurige blik die ze me op Hadewijch heeft gegeven.


Ik begrijp nu ook dat die rijkdom niet alleen voortkomt uit haar literaire en mystieke kwaliteiten, maar ook uit het feit dat er absoluut niks over de historische Hadewijch bekend is. Alles wat we over haar weten komt uit haar teksten. Dat blijkt een betere basis voor haar tijdloze roem dan getuigenissen of feiten over de mens die ze geweest moet zijn.
Daarom is wat mij betreft het mooiste gedicht over haar dat van Hans C. ten Berge:

Amstelstation 7.1.76/9.15 uur

Je hebt me in de trein opnieuw getroffen

er is geen beeld, er staat een scherm
van woorden
dat je aan het oog onttrekt

hoewel door jou gewekt en twintig jaar
geschaduwd
wist je altijd ongezien te blijven

men mocht niets meer van je weten
dan je in je brieven schreef
'Ik ben geschonden
en gebeten
maar ik leef'

je schreef
'Het sap
zal spoedig door de takken stromen'

jij overheilig wijf
je bent in alles
wat ik schrijf aanwezig

steeds het galgenaas van godgeleerden
kreeg je soms gestalte,
nooit een lijf

veel besproken en toch
onbeschreven ben je
slechts als tekstlichaam intact gebleven

men las liefde en seizoenen af
aan je gegroefde huidstructuur

winter duurde eeuwen;
kou vrat je niet aan

wat strijd om het bestaan was
werd de kunst van overleven

nog zijn de tijden guur en wij
al voor de oerschreeuw aangetast

nu ik je aanraak met mijn ogen
zie ik weer
de glans van donker woordglazuur

zondag 16 februari 2025

Democratie verdedigen

Hoe kan democratie worden beschermd tegen populisme? Hoe verdedigt een pacifist wat hem lief is?
Gandhi, Mandela, King overwonnen mede dankzij de morele verontwaardiging en de druk vanuit de buitenwereld. Influencers in een tijd dat er nog geen algoritmen waren die het publiek de konijnenholen in joegen. Russen hebben nog nooit van Navalny gehoord, Chinezen weten niet wat er op het Tiananmenplein is gebeurd. Hoe maak je democratische opinies zonder in demagogie te vervallen?


Het begint bij het uitleggen hoe populisme democratie bedreigt. Dat democratie nadrukkelijk niet de macht van de meerderheid is samen leven in plaats van tegen elkaar vechten. Dat elke macht, zelfs die van het volk, begrensd moet zijn omdat er alleen vrijheid is waar geen overmacht is. En misschien ook wel dat democratie een kwestie van eigenbelang is, zelfs voor wie vandaag bij de meerderheid hoort. Het is een gevaarlijke wereld als je alleen maar telt zolang je op je plaats blijft.

zondag 9 februari 2025

Katholiek

Na afloop van de heerlijke film Conclave praten we na over onze katholieke achtergrond, geloof en moraliteit. We denken allebei dat de mensheid een pest voor de aarde is maar dat mensen onschuldig zijn. En is er 'iets' na de dood? Ik geloof dat de tijdsdimensie niet de relevante dimensie is. Ons zelfbesef is verbonden met ons lichaam - geen lijf, geen ik. De hel kan er alleen maar zijn zolang er een zelf is om oordeel en straf te ervaren, alleen bij leven. Geen eeuwigheid, maar wel oneindigheid: we maken deel uit van alles, van wat volgens mij Spinoza met Natuur aanduidde en hindoes met ohm. In de natuurlijke cyclus waarin nieuwe lichamen groeien op de gestorven lichamen van voorgangers en sterven om bodem te bieden voor nieuwe bloei is het zelf wel begrensd in tijd en plaats, maar de natuur niet.
Als je je bewust bent van het feit dat je deel uitmaakt van alles is goed leven bijdragen aan alles. Wil je voortleven, iets nalaten, dan zal je groei en bloei moeten helpen. Liefde geven. Alles en iedereen op ieders hoogstindividuele unieke eigen manier.

zondag 2 februari 2025

Democratie versus rechtsstaat

Ik begrijp niet zo goed waarom meneer Corstens (NRC 29-1) democratie en rechtsstaat als een tegenstelling probeert voor te stellen, en het begrip democratie beperkt tot een kwestie van stemrecht. Democratie gaat ook over gelijkheid. Ongeacht opleidingsniveau, inkomen, etniciteit, geslacht enz. enz. heeft ieder mens recht op eenzelfde stem. Dat vraagt om rechtsstatelijke bescherming tegen discriminatie en het borgen van mensenrechten. Democratie gaat ook over vrije meningsvorming en over controle en verantwoording en daarvoor zijn onder meer politieke rechten nodig, persvrijheid, gewetensvrijheid en neutrale rechtspraak.


Democratie en rechtsstaat zijn twee verschillende kanten van eenzelfde medaille, geen strijdige waarden.

maandag 27 januari 2025

Politieke ondermijning van democratisch ethos

In een prachtig essay over burgers, burgerschap en de overheid (Marloes Honingh, Henk den Uijl, Teun Toonen, Jessie Samwel, 'De mensen in het land') staat een paragraaf die ik graag integraal overneem, omdat het zo raak is:

"De politiek roept op tot een versterking van democratisch burgerschap. Dat heeft ook te maken met een houding, een democratisch ethos: gaan we in de samenleving fatsoenlijk met elkaar om? Kunnen we elkaar accepteren en op z’n minst tolereren? Hoe kijken we naar mensen die anders zijn of denken? Op welke wijze overbruggen we verschillen? Vertrouwen we de ‘zachte instituties’ van politiek, recht en journalistiek? Zijn we solidair, kunnen en willen we minderheden beschermen? In welke mate accepteren we pluraliteit? Kunnen we ons, anders gezegd, een gemeenschap inbeelden, ondanks de verschillen?

Het is een hard gelag dat juist de politieke arena van de Tweede Kamer tekortschiet op dit democratisch ethos. Politici luisteren amper naar elkaar, beschuldigen elkaar ongefundeerd van gebrek aan integriteit, zitten permanent op hun mobieltjes, schelden elkaar uit, gebruiken schuttingtaal, of roepen vijandbeelden op. Deze verharde omgangsvormen in de landelijke politiek sijpelen ook door naar de Provinciale Staten en gemeenteraden (Kuipers et al., 2024). Zowel de politieke flanken als middenpartijen maken zich hier schuldig aan. De flanken polariseren, en het midden moraliseert (Schulz et al, 2022). De één ondermijnt burgerschap door voor bepaalde groepen burgers rechten te ondermijnen, terwijl een ander burgerschap ondermijnt door te doen alsof er geen alternatieven zijn, alsof beleid alleen maar voor experts is, of voor mensen met de ‘juiste’ morele overtuiging. In beide gevallen wordt de politieke tegenstander buiten de politieke orde geplaatst, terwijl de basisaanname van politiek nu juist is dat er strijd is voor zover we onze tegenstander zien als een legitieme politieke speler (cf. Mouffe, 2013). Daarmee is het idee juist dat het niet de bedoeling is om de tegenstander te dehumaniseren, opdat er een inhoudelijk gesprek gevoerd kan worden tussen andersdenkenden.

Hierbij is ook relevant dat een dominante stroming in de politiek zegt ‘problemen van de mensen’ op te lossen. Politiek en samenleving vallen in deze opvatting samen; de volksvertegenwoordigers weten wat de volkswil is. De Franse denker Claude Lefort heeft scherpzinnig opgemerkt dat de samenleving door dit type ideologie uiteindelijk vernietigd wordt. Voor democratie en burgerschap is nodig dat de samenleving altijd groter, ongrijpbaarder is dan de politiek zich voor kan stellen (Lefort, 2016).

Het is niet verwonderlijk dat als dé institutie waar het publieke debat vorm zou moeten krijgen het verkeerde voorbeeld geeft, dit afslaat op de gehele samenleving. Hoe kan burgerschap worden versterkt als er op de plek waar burgerschap verbeeld wordt, het parlement, de staten en de raden, maar nauwelijks sprake is van burgerlijk fatsoen? De overheid kan moeilijk verwachten van burgers dat zij de publieke ruimte voor burgerschap op een democratische manier invullen, als ze daar zelf niet het goede voorbeeld van geeft. Dit vormt dan ook de tweede barrière om democratisch burgerschap te versterken. Burgerschap kan niet floreren in een land waar de volksvertegenwoordiging zich gedraagt zonder waardigheid, ernst en wellevendheid (Huizinga, 1935)."